Rosbief sous vide met honing-rode wijnsaus en gebakken witlof

Op Instagram wordt er maandelijks een #swiepswoepswap georganiseerd. Je kookt dan een gerecht van een andere deelnemende foodblogger en maakt daar een blog van of een post op Instagram. Ik kreeg deze maand het blog “mooi koken” toegewezen en besloot alvast op de feesttour te gaan en iets Kerstmis-waardigs te kiezen. En op het blog stonden veel mooie gerechten. Mijn oog viel op de rode wijnsaus met honing en tijm. Zo had ik rode wijnsaus nog niet eerder gemaakt en was nieuwsgierig naar het eindresultaat.

De rosbief werd gehaald bij de slager en de witlof had ik nog liggen in de koelkast. Het fijne van dit gerecht is dat het sous vide-apparaat het meeste werk doet door de rosbief gelijkmatig rose te garen. Je kan trouwens de rosbief ook in de slowcooker low en slow garen! Dan moet je na een tijdje wel of en toe even de kerntemperatuur checken. De saus is niet moeilijk en de witlof-stronkjes zijn zo gebakken. Ideaal voor een relaxed kerstmaal. Je zou er nog aardappelkroketjes bij kunnen serveren of aardappeltjes uit de oven.

En snijd de rosbief op de draad en niet zoals bij ons met de draad mee! Kwamen wij gelukkig pas op het laatst achter dus zo mals was het vlees!

Rosbief sous vide met honing-rode wijnsaus en gebakken witlof

  • Rosbief van 8 ons
  • 200 ml kalfsfond
  • 100 ml rode wijn
  • 2 el honing
  • kwart tl gedroogde tijm
  • peper, zout
  • 1 eetlepel maizena
  • 4 witlofstronkjes
  • Olijfolie en roomboter

Strijk de rosbief in met olie en kruid met peper en zout. Vacumeer de rosbief en gaar het sous vide in water van 55 C. Hoe lang is afhankelijk van de dikte van de rosbief. Voor 6 centimeter hou ongeveer 2 en een half a 3 uur aan. Het kan eigenlijk niet echt te lang in het water liggen, dus drie uur is een veilige keuze. Maak ondertussen de saus: doe kalfsfond, rode wijn, honing en tijm in een pannetje en laat het tot eenderde inkoken. Bind dan de saus nog iets verder met de maizena. Snij de witlof in de lengte doormidden en bak ze in boter mooi bruin. Haal de rosbief uit het water en uit de verpakking. Bak daarna nog even snel aan in de pan voor een mooie korst. Snijd de rosbief op de draad 🙂

Appel kruimeltaart met havermout en quatre epices

De specerijenmix “quatre épices” (4 kruiden) wordt in de Franse keuken gebruikt voor zowel hartige als zoete gerechten. Wel zie je dat per merk de ingrediënten anders zijn en soms zitten er wel vijf specerijen in. De door mij gebruikte mix bevatte: gember, nootmuskaat, kaneel en kruidnagel. Ik had de specerijenmix gekocht voor een zelf te brouwen pompoensoepje tijdens de herfstvakantie. Dat is uiteindelijk niet gelukt want in het vakantiehuisje was niets om te pureren en de gekookte pompoen door een zeef heen drukken zag ik niet zitten.

De kruiden en pompoen gingen dus mee terug naar huis en de pompoensoep werd een kerrie masala-pompoensoepje. De quatre épices gebruikte ik in deze appeltaart. Het geeft een pittiger resultaat dan met speculaaskruiden en dat is gelijk ook erg lekker in deze kruimeltaart. Deze taart zet je snel in elkaar, vooral als je een keukenmachine hebt voor het deeg. Dat snelle vind ik zelf een groot voordeel want in een gewone appeltaart gaat best wel wat werk zitten.

Appel kruimeltaart met havermout en quatre epices

  • 200 gram bloem
  • 85 gram havermout
  • 100 gram (basterd) suiker of een mix van bruine basterdsuiker en kristalsuiker
  • 140 gram koude boter of margarine, in blokjes
  • 5 gewone appels of 6 kleine appels
  • 2 eetlepels kristalsuiker
  • kwart theelepel quatre epices (evt zelf mengen van nootmuskaat, kruidnagel, gember en kaneel*)
  • snuf zout
  • 3 el custardpoeder

Meng de bloem, havermout, snufje zout, suiker en blokjes koude boter tot een kruimelig deeg. Bekleed met 2/3 van het mengsel de bodem een een klein opstaand randje tegen de zijkant van de taartvorm. Schil en snijd de appels in blokjes. Meng dit met de 2 eetlepels suiker, specerijmix, en custarpoeder. Proef eventueel even of je het zoet en pittig genoeg vindt. Verdeel het over de vorm. Kruimel het resterende deeg over de bovenkant. Bak in 50 minuten op 180 C. goudbruin en gaar.

* mijn mengsel van het merk Cigalou bevat nootmuskaat, kruidnagel, gember en kaneel maar er bestaan ook andere variaties. Meng eventueel zelf: online zijn er recepten voor te vinden.

Home-made pumpkin spice latte

Toen ik het recept voor pumpkin spice latte (PSL) op de site van Starbucks zag, leek mij de hoeveelheid siroop en specerijen erg groot. De specerijen in de pompoensiroop had ik daarom in hoeveelheid al een beetje naar beneden aangepast. Dochter had een PSL genomen in Leiden en gaf aan dat het zoet was en teveel naar specerijen smaakte. Ik verminderde daarom voor de home-made versie de hoeveelheid siroop met de helft. Daarnaast gokte ik dat 1 espresso voldoende zou zijn voor een lichte koffiesmaak. Het resultaat: lekkerder dan Starbucks volgens dochter.

Ik moet zeggen dat ik deze versie ook erg lekker vindt. Je kan het recept natuurlijk ook nog naar eigen smaak aanpassen: iets minder zoet of iets meer espresso. Het is in ieder geval een lekker herfstdrankje en ideaal na een fijne herfstwandeling. De pompoensiroop is makkelijk te maken. Het recept is via onderstaande link te vinden.

Homemade pumpkin spice latte

  • 2 eetlepels pompoensiroop
  • 1 espresso
  • 1 dl warme melk
  • slagroom
  • kaneel

Doe twee eetlepels pompoensiroop in een beker of glas. Voeg hier 1 espresso aan toe en 1 deciliter warme melk. Spuit hier een toef slagroom op en bestrooi met een snufje kaneel.

Kruidige pompoensiroop (pumpkin spice latte)

Na nog wat zonnige nazomerdagen is het nu toch echt herfst en bij herfst horen pompoenen. Ik heb mijn eerste pompoen al gekocht. Op Instagram komen inmiddels mooie herfstplaatjes voorbij en grappige reels over de Pumpkin Spice Latte (PSL) van Starbucks. Blijkbaar een dingetje in de Verenigde Staten. Nu ben ik er ook wel nieuwsgierig naar geworden. Ik heb altijd gedacht dat het een romige koffie was met “pumpkin spice”-mix. Dit is een kruidenmix die lijkt op onze speculaaskruiden. Maar er zit dus daadwerkelijk pompoen in en wel in de pompoensiroop die ze gebruiken.

Op de site van Starbucks staat een recept voor PSL en voor de pompoensiroop. De siroop heb ik dus alvast gemaakt. Vraag is of het eindresultaat hetzelfde gaat smaken als de enige echte PSL. Het aanvalsplan is het volgende: dochter gaat in Leiden bij het station een PSL kopen, gaat dat goed proeven en neemt eventueel nog eentje mee terug naar huis. Dan gaan wij verder proberen deze na te maken. De pompoensiroop heb ik dus alvast en is erg lekker in de koffie (met slagroom:-)) maar lijkt mij ook heerlijk over vanille-ijs.

Pompoensiroop (voor een pumpkin spice latte)

  • 250 ml water
  • 200 gram suiker
  • 4 eetlepels pompoenpuree
  • kaneel, gemberpoeder, kruidnagelpoeder, nootmuskaatpoeder (snufje van alles of naar smaak)*

Breng het water met de suiker aan de kook en voeg hier de specerijen aan toe. Ik heb zelf niet het recept aangehouden qua hoeveelheid van specerijen wat het leek mij te heftig maar van alles een snufje. Je proeft ook met alleen een snufje de specerijen goed in de siroop. Doe de pompoenpuree er bij en laat het zo’n 20 minuten zachtjes koken. Giet het door een fijn keukenzeefje in een fles of pot, het gebruik van een trechter is aan te raden.

  • of pak gewoon speculaaskruiden, lijkt qua samenstelling er erg veel op.

Recept van Starbucks, vertaald naar Hollandse maten.

Zalmfilet met krokante panko korst uit de oven

Het basisrecept heb ik van een Canadese kookshow: Mary makes it easy. Toen ik de show aan het kijken was verbaasde ik mij over het gebruik van mayonaise bij het paneren. Dat moest ik uitproberen. Ik kan nu alvast verklappen dat de panko door het gebruik van mayonaise heel goed bleef plakken en dat de korst heel knapperig is geworden. Qua zalmfilet, zou ik wel een stuk zalmfilet van enkele centimeters dik pakken want anders proef je meer korst dan zalm (voor sommige mensen geen straf).

Wat ik ook een goede tip vond van Mary, is om veel stukken zalm te kopen en dan gepaneerd in te vriezen. Dan hoef je op een doordeweekse dag alleen maar even de bevroren stukken zalm in een ovenschaal te leggen en de oven aan te doen. Nog een voordeel van dit recept: je kan de kruiden in de korst naar smaak aanpassen. Ik gebruikte bijvoorbeeld gedroogde wilde knoflook en dille, maar je kan ook mediterraanse kruiden pakken. Snel klaar en lekker:

Zalmfilet met panko korst uit de oven

  • 10 volle eetlepels panko
  • 4 zalmfilets
  • 20 gram boter
  • gedroogde tuinkruiden (bv mediterraanse) en of (snufje) knoflookpoeder naar smaak
  • 1 el mayonaise
  • 1 ei L
  • 1 tl mosterd
  • zout, peper

Smelt de boter in een pannetje en voeg daar de panko, kruiden, zout en peper aan toe en bak dit tot het lichtbruin is geworden. Stort het dan op een bord. Klop een ei los met mayonaise en mosterd in een kom en wentel daar de zalmfilet door heen. Paneer het dan met de panko aan alle kanten en leg het met het platte gedeelte in de ovenschaal of bakblik. Doe dit met alle stukken. Verwarm de oven op 220 C en bak de zalmfilets in 15 minuten a 17 minuten gaar (ca. 3 a 4 cm) hoog. Bevroren gepaneerde zalm: 22 a 25 minuten.

Flammkuchen met asperge, courgette en paprika

Het is ondertussen al bijna een traditie geworden: op het einde van het jaar met z’n vieren (4 foodies/bloggers) inkopen doen bij de Auchan bij Lille in de buurt en dan eerst bij aankomst een flammkuchen (tarte flambee) eten. De klassieke is met spekblokjes en ui maar je hebt natuurlijk veel versies waaronder een vega-variant. De klassieke is lekker maar ik vind een flammkuchen met veel groente het allerlekkerst (er mogen een paar blokjes spek op :-)).

Deze flammkuchen is zomer op je bord maar dan nog wel met asperges. De laatste asperges zijn nu nog net te koop. De groene variant is langer te verkrijgen en lijkt mij ook erg smakelijk op de flammkuchen. Daarnaast zijn witte asperges natuurlijk ook nog te koop in potjes. Ik vries vaak nog een halve kilo in, voor soep of voor risotto (of dus hiervoor :-)) De bodem maak ik niet zelf: zo lekker dun uitgerold lukt mij niet.

Flammkuchen met asperges, courgette en paprika

  • Tante Fanny flammkuchen-deeg 4 x 85 gram
  • 4 eetlepels (met kop) crème fraîche
  • halve courgette
  • halve paprika
  • 6 asperges
  • 1 rode ui
  • 2 bollen mozzarella
  • evt spekreepjes/-blokjes
  • peper, zout, oregano

Leg de flammkuchen-deegbodems naast elkaar. Verdeel over elke bodem een flinke eetlepel creme fraiche. Bestrooi met peper en wat oregano. Snij de courgette in flinterdunne plakjes. Bestrooi met zout indien je geen spekblokjes op de flammkuchen doet. Schil de asperges en snij deze in de lengte in stroken van 1 a 2 mm dik. Snij de ui in dunnen ringen en de paprika in plakjes. Verdeel dit over de bodem. Bestrooi eventueel nog met enkele blokjes spek. Scheur de mozzarella in stukken en verdeel over de flammkuchen. Bak ze in 10 minuten op 220-230 C.

Citroenboter asperges van de barbecue

Asperges zijn zo lekker van de barbecue: de witte worden er iets zoeter door en de groene knapperig met een licht nootachtige smaak. Goed te combineren met citroen dus. Het is een fijn bijgerecht: alleen vlees, stokbrood en salades wordt ook beetje saai op een gegeven moment. Spiesjes gemarineerde champignons zijn ook als vleesvervanger een goed barbecuegerecht. Wij gooien ook graag plakken gekruide aubergine en courgette op de grill. Als je een barbecuepan hebt, dan is dit nog een lekker groentegerecht: gemarineerde gegrilde groente.

Daarnaast of daarna kan je ook gegrild fruit serveren, bijvoorbeeld ananas en watermeloen en/of deze in een salade verwerken. Van pakketjes op de barbecue ben ik niet zo’n groot liefhebber. Je mist dan een beetje de typische barbecue rooksmaak en daarnaast kan je niet goed zien en voelen hoe gaar het is. Aan de andere kant kan het wel eens makkelijk zijn. Ik ga in ieder geval weer nieuwe barbecuegerechten maken. Indien blogwaardig, komen ze op de site!

citroenboter asperges van de barbecue

  • 500 gram groene of paarse asperges
  • 1 citroen
  • 2 eetlepels gesmolten boter (stukje van een kleine centimeter)
  • vers gemalen peper
  • vers gemalen zout

Snij een stukje van het kontje af van de asperges (zo’n 2 cm) en doe ze in een ziplock zakje. Meng de gesmolten boter met het sap van een halve citroen en doe dit bij de asperges. Hussel al even goed door en laat een half uur liggen. Rooster ze onder voortdurend draaien knapperig en gaar. Het mag nog een beet hebben. Serveer met vers gemalen peper en zout (en een paar schijfjes citroen).

Gehaktballetjes met champignon en sjalot in tomatensaus

Malse gehaktballetjes in een lekker gekruide tomatensaus: voor liefhebbers van gehaktballetjes is dit een fijn recept. Door de champignonstukjes door het gehakt worden dit extra smeuïge balletjes. Wij aten de balletjes met spaghetti. Ik heb de balletjes al een keer eerder gemaakt en er een sub mee gevuld: een subje opensnijden, wat sla er op, de balletjes, saus en geraspte kaas. Echt een verwenbroodje. Deze balletjes gaan gegarandeerd op, al is het als snackballetje.

Ik had dit keer wel een beetje haast en daarom de balletjes snel aangebraden (niet helemaal rondom) en in de multicooker gegooid met de rest van de ingrediënten. Enkele balletjes zijn daarom dit keer uit elkaar gevallen. De saus was daardoor extra gevuld dus ik heb daar niemand over horen klagen.

Gehaktballetjes met champignon in tomatensaus

  • 500 gram rundergehakt
  • 1 bakje champignons
  • 1 kleine sjalot
  • 1 ei
  • paneermeel
  • 1 tl zout, peper naar smaak, 1 tl paprikapoeder
  • blik tomatenpulp/stukjes
  • oregano, tijm en basilicum
  • zout, peper
  • verse peterselie
  • worcestershiresaus
  • flinke scheut rode wijn of scheutje rode wijnazijn
  • evt geraspte kaas
  • Olie

Snijd de champignons fijn en de sjalot. Ik gebruikte daarvoor de keukenmachine. Bak deze aan in een scheutje olie en bak totdat het vocht is verdampt. Meng dit door het gehakt, samen met een eitje, paneermeel, zout, peper en paprikapoeder. Vorm hier balletjes van en bak ze rondom aan in de pan. Gebruik je een gewone braadpan, voeg dan een blik tomatenpulp toe, Italiaanse kruiden naar smaak, zout , peper, scheut worcestershiresaus, 100 ml wijn of flinke scheut wijnazijn (balsamico evt). Voeg op het laatst nog water toe en laat het een kwartier minstens pruttelen. Voeg water toe indien er te weinig vocht in de pan zit. Indien je een snelkookpan of multicooker ( instantpot of crockpot express of ninja) gebruikt. Doe de balletjes na het aanbraden in de pan en voeg alle ingredienten behalve kaas toe. Doe de deskel er op en zet stoomknop op dicht. Zet op Manual vijf minuten (high) en laat het 10 minuten daarna staan (NR) en laat resterende stoom vrij. Maak het extra lekker met geraspte kaas en verse peterselie. Lekker met pasta en brood.

Eenvoudige snelle spareribs uit de crockpot Express

Laat de voorgegaarde en al gemarineerde spareribs liggen en ga voor deze snelle bereiding van verse ribben. Met behulp van de crockpot express of andere instantpot kan je ze al binnen een uurtje op tafel hebben. Voordat ik de crockpot express had, gaarde ik de ribben eerst in de slowcooker voordat ze op de barbecue gingen. Dit kost je echter 6 uur dus dan moet je de ribben al rond het middaguur in huis hebben. Je krijgt hetzelfde resultaat op hoge druk in de crockpot express: het vlees valt dan al bijna van het bot af en is lekker mals.

Je kan voor dry rub kiezen of zelf de marinade samenstellen. Ik pak voor een snel resultaat mijn favoriete barbecuesaus (whisky bbqsaus) en smeer ze daarmee twee keer in: een keertje als ze de crockpot express in gaan en nog een keertje voordat ze op (of onder) de grill gaan. Je krijgt dan mooie gekaramelliseerde ribben. Lekker met gegrilde groente en een aardappelsalade.

Eenvoudige snelle spareribs uit de crockpot express

  • ongemarineerde ongegaarde spareribs
  • favoriete barbecue saus (bv. smokey of whisky)
  • paprikapoeder
  • chilipoeder
  • evt. zout
  • 200 ml water

Leg het rekje onderin de binnenpan van de crockpotexpress/instantpot. Snij de ribben zo dat ze in de binnenpan passen ( op hun kant of gestapeld). Smeer ze in met de barbecue saus en bestrooi ze met wat paprikapoeder, chilipoeder naar smaak en eventueel wat zout. Doe een mok water, zo’n 200 ml, in de pan. Leg dan de stukken rib op het rekje. Sluit de deksel en zet de stoomknop dicht. Druk op Manual en laat de druk op High staan. Zet de timer op 20 minuten (bij dikke ribben met vlees van enkele centimeter dikte op 30 minuten). Laat na afloop nog 10 minuten staan (NR) en laat dan de resterende stoom vrij. Smeer ze nogmaals in met de barbecuesaus en grill ze goudbruin.

snelle zuurdesem wafels

Om de week ververs ik mijn zuurdesemstarter Guus. Dit betekent een deel van de starter verwijderen en meel en water toevoegen om te activeren. Met deze verwijderde starter maak ik af en toe een cake of broodjes. Nadat ik een paar keer achter elkaar een mislukt meergranenbrood had wacht ik nog maar even met het bakken van brood totdat ik de cursus zuurdesembrood bakken in mei heb gevolgd.

Dit keer heb ik de wafelijzers van het jaren 70 Tefal tosti/wafelapparaat goed afgewassen en een poging tot het maken van Brusselse wafels gedaan. Het leek mij altijd veel werk maar ik was er verrassend snel mee klaar. Dit is een fijn recept voor het weekend: in de (late) ochtend zuurdesem verversen en dan tegelijkertijd een wafelbeslag maken. Omdat dit recept geen karnemelk bevat en het ook niet een nacht hoeft te rijzen, heb je alle ingrediënten waarschijnlijk al in huis en snel een 6-tal wafels op tafel.

zuurdesemwafels (6)

  • 100 gram bloem
  • 1 eetlepel kristalsuiker
  • 1 tl bakpoeder (afgestreken)
  • 2 eetlepels gesmolten boter
  • 86 gram melk (1/4 cup melk)
  • 110 gram zuurdesemstarter
  • 1 ei
  • snuf zout
  • boter of olie om in te vetten
  • topping naar smaak

Meng eerst de droge ingrediënten. Voeg hierna de natte ingrediënten toe. Mix alles even met de staafmixer, garde of handmixer. Verwarm het wafelijzer en bestrijk de ijzers goed met olie of boter met behulp van een kwastje. Doe een flinke juslepel of net iets meer (afhankelijk van de grootte van het wafelijzer) beslag per wafel. Klap het wafelijzer dicht. Als de stoom uit het wafelijzer minder wordt dan zijn de wafels waarschijnlijk lichtbruin (even checken), dat is zo na 2 minuten. Haal ze bij gewenste kleur uit het wafelijzer en leg ze op een rooster. Vet het wafelijzer opnieuw in en bak nog een tweetal wafels en herhaal deze stap.