Hazenpeper met verse veenbessen

hazenpeper

“Zal ik je leren hoe je een haas moet villen ?”, werd gevraagd. “Nee dank je, een andere keer maar”, was mijn antwoord. Zelf de haas villen, is nog een stap te ver voor mij. Ik verdiep mij wel in hoe je het vlees het beste kan bereiden. Hazenpeper wordt van het schoudervlees en de achterbouten van de haas gemaakt. Dit vlees moet lekker sudderen in de pan tot het mals is.

Ik vind hazenpeper erg lekker dus was blij met de onverwachts gegeven haas. Toevallig had ik in het begin van de week een aanbieding veenbessen oftewel cranberries meegenomen van de groenteboer. Dus die zijn in de hazenpeper gegaan. In veel recepten voor hazenpeper (wat zijn er veel verschillende !) komen ook zilveruitjes voor. In plaats daarvan zorgden de verse veenbessen voor het zoetzure in de hazenpeper. Lekker met (gebakken) spruitjes of met gekarameliseerde witlof en aardappelen.

Hazenpeper met verse veenbessen (cranberries):

Ca. 500 gram vlees van de haasbouten
1 ui
500 ml rode wijn
200 ml runderbouillon/vleesfond
2 plakken peperkoek (ontbijtkoek)
1 stengel rozemarijn
2 stengels tijm
zout, peper,
50 gram spekreepjes
75 gram verse cranberries
35 gram kristalsuiker

Bestrooi het vlees met zout en peper. Braad het vlees of de hele bouten in olie aan totdat het vlees lichtbruin is. Voeg dan de gesnipperde ui, rozemarijn en tijm toe. Blus alles af met de rode wijn en bouillon/vleesfond. Verkruimel de ontbijtkoek en doe dit erbij. Breng alles op smaak met zout en peper. Indien je een slowcooker gebruikt, doe dan alles in de slowcooker (hoge stand = 90C, ca. 2 uur). Anders: laat op laag vuur twee a drie uur sudderen. Laat het geheel sudderen tot het vlees bijna van het bot valt of check af en toe of het vlees al mals is. Bij bouten: haal de bouten er uit en het vlees van het bot. Doe het vlees er terug in. Bak de spekjes in een koekenpan en voeg deze toe aan de hazenpeper. Bewaar eventueel het spekvet uit het pannetje om de spruiten in te bakken. Zet een pannetje op met de verse veenbessen/cranberries, een bodempje water en de kristalsuiker. Laat alles zachtjes koken totdat de bessen zacht zijn. Voeg de bessen vlak voor het serveren toe aan de hazenpeper. Serveer met aardappelen en spruitjes of witlof:

Spruitjes: bak de spruitjes in ca. 10 minuten gaar in het spekvet en bestrooi met zout en peper.

Gekarameliseerde Witlof: Snij het bruine deel van het kontje af en de witlof in de lengte doormidden. Laat een klontje boter warm worden in een pan en stoof hier de witlof in. Indien de witlof bijna beetgaar is, bestrooi dan de witlofstronkjes met wat poedersuiker en zout en bak ze nog even door in de pan totdat ze mooi goudbruin zijn. Tijdsduur max. 10 minuten.

Klassieke canapés met garnalenboter en verse Oosterschelde garnaaltjes

Dit is een recept uit de Larousse Gastronomique: een klassieke canapé met garnalen (canapés aux crevettes). Deze canapé eet je volgens de Larousse Gastronomique bij een lunch, buffet of als borrelhapje. De “canapés aux crevettes” zijn uitgestoken rondjes casinobrood, besmeerd met  garnalenboter en daar bovenop garnaaltjes.
De aanleiding voor dit recept was dat we weer een paar ons verse ongepelde Oosterschelde garnaaltjes hadden en ik zin had om een bepaald recept van garnalenboter uit te proberen. Voor dat recept had je de koppen van de garnalen nodig, dus kon ik mooi na het garnalenpellen de restanten nog gebruiken. In de Larousse zelf zag ik een ander recept voor garnalenboter, met gepelde garnalen. Ik heb dat recept ook hier onder erbij gezet want waar vind je tegenwoordig nog ongepelde garnalen in de winkel.
Ik heb precies de aanwijzingen voor de opmaak van de canapés gevolgd en dan heb je een feestelijk bordje garnalencanapés. Ze lijken me dan ook bijzonder geschikt voor een buffet of natuurlijk voor de Kerstdagen. Ik heb er nog wel een modern elementje aan toegevoegd: een snufje cayennepeper. Dat ziet er ook feestelijk uit en de garnalen worden daardoor net ietsje pittiger.

Garnalenboter

Versie 1 (van ongepelde garnalen)

50 gram garnalenkoppen
1 eetlepel gepelde garnaaltjes
70 gram roomboter
scheut witte wijn of water

Pel de gekookte garnalen en doe de garnalenkoppen in een pannetje. Voeg hier een scheut wijn aan toe en breng aan de kook. Roer er vervolgens de boter doorheen totdat de boter is gesmolten. Zet dan het vuur uit en zet de afgekoelde boter in de koelkast. Laat 24 uur staan en verwarm dan de massa opnieuw. Giet dan het geheel door een fijne zeef. Roer er nog wat garnaaltjes door en laat opstijven.

Versie 2 (van gepelde garnalen)

50 gram gepelde garnalen
50 gram roomboter

Pureer met een vijzel of blender de gepelde garnalen en roer deze door zachte boter.

Garnalen-canapés

Voor 15 canapés:

Halve casino witbrood
Garnalenboter
1 ons verse gepelde garnaaltjes
cayennepeper
verse peterselie

Bestrijk rondjes casinobrood met garnalenboter. Leg er een bergje garnalen in de vorm van een dubbele rozet op met daaromheen een randje fijngehakte peterselie (of spuit er wat garnalenboter omheen).

Bron: Larousse Gatronomique en kokscursus CVA

Goulash met huisgemaakte spaetzle

goulash spatzle zelf maken

Spaetzle heb ik voor het eerst in het zuiden van Duitsland gegeten, op terugreis vanuit Italie. We stopten daar na een dag reizen bij een niet erg charmant hotel. De hotelkamer keek uit op de muur van het buurhuis en er was na een korte verkenning van het dorp niets te doen in de omgeving. Na een blik in de eetzaal had ik geen hoge verwachting van het eten in dit hotel. Hier hebben wij een fantastische everzwijnstoof met spaetzle gegeten. Zo’n gerecht dat je bijblijft.

Voor spaetzle heb ik sindsdien een zwak. Op mijn verjaardag heb ik dit jaar een aardappelpuree/spaetzle-pers cadeau gekregen. Ik heb er een aantal keer vreselijk uitziende spaetzle mee gemaakt maar ondertussen lukt het aardig. Het is een eenvoudig klaar te maken deeg van ingrediënten die je meestal al in huis hebt. De spaetzle hoeft maar kort te koken dus het staat snel op tafel. Ideaal voor een snelle maaltijd indien je het eet met wat kaas en spek.Vandaag niet met een everzwijnstoverij maar met een sucadestoverij:

Goulash

500 gram sucade
2 paprika’s, in reepjes
1 flinke ui, in snippers
2 knoflooktenen, gehakt
1 el milde paprikapoeder
1 tl cayennepeper
1 tl kummel (=karwijzaad)
1 tl zout
1 dl runderbouillon (slowcooker) of 3 dl (stoofpan)
4 vleestomaten, zonder vel en pitjes
1 el tomatenpuree
peper
zout
bloem
2 el zure room/crème fraîche

Snij het vlees in blokken en bestrooi eerst met zout en peper en daarna met wat bloem. Verhit in een braadpan boter of olie en bak hierin het vlees aan alle kanten bruin. Voeg dan de gesnipperde ui toe en daarna de paprikareepjes en knoflook. Laat dit even meebakken. Ontvel de tomaten en verwijder de pitjes. Snij in blokjes en voeg toe, samen met tomatenpuree. Voeg dan paprikapoeder, cayennepeper, kummel, zout en peper toe.

Met de slowcooker: Voeg 1 dl runderbouillon toe. Schep alles goed door en hevel de massa over in de electrische slowcooker-pan. Zet de stand op 90 C of op stand hoog. Laat 6 uren stoven.

Met de stoofpan/sudderplaatje: Voeg 3 dl runderbouillon toe. Schep alles goed door en hevel de massa over in een stoofpan. Zet het op sudderstand op een sudderplaatje en laat minimaal 3 uur sudderen.

Check bij de stoofpan af en toe of het vocht niet te veel indikt. Kijk op het einde van de kooktijd of het vlees voldoende gaar is en, vooral bij de slowcooker, of de saus iets is ingedikt. Indien het vocht van de saus nog dun en waterig is, giet dan het vocht in een pannetje en laat het indikken. Voeg op het laatst nog 2 volle eetlepels zure room (crème fraîche) toe. Proef of het zout genoeg is en voeg eventueel nog wat toe.

Spaetzle

2 vlw & 2 kind                                                                    4 vlw   

260 gram bloem                                                           350 gram bloem 
160 ml melk                                                                 250 ml melk
2 eieren                                                                         2 eieren
halve tl zout                                                                  1 tl zout
peper                                                                             peper

Breek 2 eieren in een kom en voeg de melk toe. Roer alles even door elkaar en voeg dan bloem toe. Goed spatelen tot het een homogene massa is: de dikte hoort tussen pannenkoekbeslag en cakebeslag in te zitten. Voeg zout en peper toe. Breng water met een beetje zout aan de kook. Pak de spaetzle-pers en vul hem met het beslag. Doe de onderkant met de gaatjes een halve centimeter in het water en pers het beslag in het kokende water. Als de spaetzle boven komen drijven, zijn ze goed.

Er zijn filmpjes op internet met hoe je spaetzle maakt met een soort snijboord en mes. Er zijn ook filmpjes met vergiet en ander soort instrumenten. Dus als je geen pers hebt, zijn er alternatieven.

 Bron: goulash is familierecept en spaetzle via Allrecipes en Youtube.

Omelet met verse Oosterschelde oesters

omelet oesters

Ik kwam thuis en er stond een emmer met een aantal oesters op het aanrecht. Het was de ‘bijvangst’ van een middagje vissen. Dat is een prettige verrassing. We hebben ze even schoongespoeld en vervolgens terug in de emmer gedaan. Met een natte doek er op konden ze naar buiten: daar was het 5 C en al tegen de avond.

Vandaag hebben we iets meer dan de helft opengemaakt. Dat is bij een van het wad geraapte oester vaak lastiger dan bij de oesters uit de winkel. Ze zijn grillig gevormd dus het is erg onduidelijk waar je het oestermes moet zetten. Een keukenhanddoek om ze vast te houden is ook geen overbodige luxe want ze zijn erg scherp. Ze smaken er niet minder door.

Ik heb er een omelet mee gemaakt. Ik had ergens gelezen dat in het verre oosten een omelet met oesters als snack werd gegeten. Ik kwam inderdaad Thaise, Singaporese en Chinese recepten tegen op het internet. Ik heb een eenvoudig Chinees recept als basis gebruikt. Ik heb nog nooit zo’n geweldige omelet gegeten:

Omelet met verse Oosterschelde oesters

Per persoon:

Vijf oesters
Twee eieren
Halve eetlepel crème fraîche*
zout, peper
Halve eetlepel fijngesneden verse bieslook**
Halve eetlepel gesnipperde verse peterselie***
olie of boter

Maak de oesterschelpen open met een oestermes: de platte kant boven. Bekijk of er gruis op de oesters zit en indien dit zo is veeg dit er af. Zet een pannetje met water op het vuur en breng het aan de kook. Blancheer de oesters enkele seconden en haal ze dan uit het water. Klop twee eieren los met de crème fraîche en breng op smaak met zout en peper. Giet het eimengsel in een hete pan en zet het vuur op middelhoog. Verdeel de oesters over het eimengsel en voeg dan vlak voor het omdraaien van het omelet de bieslook en peterselie toe. Draai het omelet om zodra de onderkant bruin is en bak nog kort aan de andere kant. Eet de omelet als lunch of als bijgerecht.

* crème fraîche is optioneel
**  in plaats van bieslook: lente-ui gesnipperd
*** voor een oosterse smaak kan je de peterselie vervangen door koriander en eventueel nog wat rode peper toevoegen.

Voor een echt ziltig omeletje: nog wat zeesla-vlokjes

Mosselen met blauwe kaas en knoflook

gekookte mosselen blauwe kaas

Deze bereiding van mosselen zag ik vorig jaar bij een visrestaurant in Normandië op de menukaart staan. Ze hadden nog meer lekkere bereidingen en ik koos toen voor de mosselen met cider en appel. Ik ben nieuwsgierig gebleven naar hoe de combinatie mosselen en blauwe kaas zou smaken. Dan maar een keer zelf aan de slag. Op de site van de Roem van Yerseke zag ik het recept. Daar noemden ze het: Mosselen op Franse wijze.

Ik heb zelf voor Bleu d’Auvergne -kaas gekozen. De verbrokkelde blauwe kaas gaat in de pan met mosselen, witte wijn, ui en knoflook en geeft binnen enkele minuten een subtiele smaak af aan de mosselen. Het was heerlijk. De hele pan is die avond leeggegeten en dat lukt ons vrijwel nooit. De mosselen “super” waren niet echt supergroot dus dat kan ook hebben meegespeeld. In ieder geval, van harte aanbevolen:

Mosselen met blauwe kaas en knoflook

2 kg mosselen
1 ui
2 a 3 tenen knoflook, geperst
half glas wijn
60 gram blauwe kaas (bleu d’auvergne of roquefort)
olijfolie
salade
stokbrood

Controleer de mosselen: verwijder mosselen met kapotte schelpen en mosselen die na een ferme tik op de schaal niet willen sluiten. Doe een scheutje olie in de pan en fruit op laag vuur de gesnipperde ui en de knoflook. Voeg dan de wijn toe en de mosselen. Breng het geheel aan de kook en schud dan de mosselen even om. Verbrokkel de kaas in een kommetje en voeg toe. Schud de mosselen nog een keer om. Zet het vuur uit indien de mosselen open zijn gaan staan. Eet de mosselen met een frisse salade en stokbrood.

Paddenstoelensoep met kastanjechampignons, eekhoorntjesbrood en cognac

champignoncremesoep

Veel recepten beginnen met het fruiten van ui in boter of olie. Ook ik pak bijna dagelijks een ui uit de kast. Bij de boerderijen hier in de buurt zijn netjes met verschillende maten ui er in te koop. Dit vind ik zelf ideaal. Je hebt immers niet altijd evenveel ui nodig. Overigens, als wildraper zit je bijmij in de buurt ook goed: bij elke rotonde liggen er wel een paar uien in de berm. En van de week zag ik een aantal winterwortelen liggen.

Ook deze soep begint met het zachtjes fruiten van ui. De basis is een recept uit de Larousse Gastronomique. Ik heb er zelf nog wat bouillon, eekhoorntjesbrood en cognac bij gedaan. Door het eekhoorntjesbrood heeft de soep een diepere, vollere paddenstoelensmaak. De cognac is natuurlijk optioneel. Je kunt de cognac ook nog door madeira vervangen.

Ik heb inmiddels al weer veel kerstmenu-advertenties gezien van plaatselijke restaurants en daar komt de champignonroomsoep toch nog best vaak in voor. Misschien is deze soep een idee als voorgerecht bij een (kerst-) diner of gewoon als lekkere verwensoep:

Paddenstoelensoep met kastanjechampignons, eekhoorntjesbrood en cognac

1 bakje kastanjechampignons (500 gram)
2 gedroogde flinke stukken eekhoorntjesbrood*
1 ui, fijn gesnipperd
1 teentje knoflook
3 takjes tijm
3 el bloem
50 gram boter
3 dl melk
5 dl bouillon (groente, tuinkruiden of runderbouillon)
1 tl zout
verse peper
cognac
evt verse peterselie voor garnering

Laat de boter smelten in een pan op middelhoog vuur. Roer er dan de fijn gesnipperd ui in en fruit de ui zachtjes. Indien de ui zacht is geworden kunnen de champignons in plakjes er bij. Snij de grote plakjes champignons eventueel nog doormidden. Pers er het teentje knoflook boven uit. Voeg de blaadjes van de takjes tijm toe. Laat het rustig bakken totdat de champignons gaar zijn geworden. Strooi dan de bloem over het mengsel en roer goed door: de bloem moet even garen. Zet het vuur even uit en roer er beetje bij beetje de melk er bij. Zet het vuur dan weer aan en laat het mengsel indikken. Voeg dan de bouillon toe en roer goed door. Laat dan het gedroogde eekhoorntjesbrood minimaal 10 minuten weken in gekookt water. Neem na 10 minuten de stukken eekhoorntjesbrood er ui en snij zo klein mogelijk in stukjes. Roer dit door de soep. Proef nog even de soep of er nog zout nodig is en voeg peper naar smaak toe. Meng vlak voor het opdienen nog een scheutje cognac door de soep.

Tip: als je zo gelukkig bent om truffel of (goede) truffelolie in huis te hebben: nog een paar schaafjes of druppeltjes truffelolie over de soep.

gebakken schar met citroen-knoflookboter

schar knoflookboter citroen
Om half 5 kreeg ik een sms-je “genoeg wijting en schar”. Het dagje vissen op de Oosterschelde had een maaltje vis opgeleverd. Voor mij het teken om eens te gaan zoeken naar informatie over deze vissen. 
Van schar kan ik mij een aflevering van De Wilde Keuken door Wouter Klootwijk herinneren. Hij verbaasde zich er toen over dat er geen schar in Nederland wordt verkocht. Vissers zelf eten wel schar en drogen het ook nog wel eens. Het is een klein platvisje. Het visje mag niet verward worden met tongschar. Die is groter. Schar is maar zo’n 20 centimeter lang. 
Op verschillende (veel buitenlandse) sites las ik dat schar vaak net zo als tong en schol wordt bereid en gegeten: de visjes kruiden, door de bloem halen of paneren, bakken, schijfje citroen erbij en smullen. Jamie Oliver had ook een interessant recept, een Mediterraanse bereiding van schar. Ik heb uiteindelijk gekozen voor het bloemen en bakken van de vis. Ik zag op een Amerikaanse visserssite een  recept van citroen-knoflookboter voor bij Californische schar en deze bleek erg lekker bij de Oosterschelde schar.

Oosterschelde schar met citroen-knoflookboter

Scharretjes, schoongemaakt ( 2 a 3 pp)
zout, peper,
bloem
olie of boter

3 teentjes knoflook
1 el olijfolie
1 el boter
5 el citroensap
1 el gesnipperde verse peterselie
zout, peper

Maak eerst de saus. Verhit daarvoor de olie op een halfhoog vuur in een pannetje. Knijp de knoflook door een knoflooktang boven de olie. Laat de knoflook zachtjes garen totdat de knoflook begint te kleuren, voeg dan de boter toe en laat de boter smelten in de pan. Voeg tot slot de peterselie en citroensap toe en peper en zout naar smaak.

Bestrooi de scharretjes beide kanten met zout en peper. Strooi wat bloem op een bord. Haal de scharretjes door de bloem heen en schud het overtollige bloem er af. Verhit wat olie of boter in een platte pan en bak de scharretjes in slechts enkele minuten per kant bruin en gaar. De filetjes zijn net zo als bij tong makkelijk van de graat af te tillen.

Bron: www.bigfishtackle.com

Duits brood / zuurdesembrood uit de broodbakmachine

zuurdesembrood broodbakmachine

Twee keer heb ik geprobeerd een zuurdesemstarter in leven te houden. Ik heb de starters in een pot nabij de kachel gezet, elke dag geroerd en ze naar goed gebruik een naam gegeven: The Blob en The Blob 2. The Blob is een griezelfilm uit de jaren 50 waarin een puddingachtige massa iedereen verzwelgt die op zijn weg komt. Daar deed de zuurdesemstarter mij sterk aan denken met zijn gebubbel.

De eerste dagen van het bereiden van de starter gingen altijd volgens het boekje. Ik heb er ook twee keer een brood van kunnen bakken. Na zo ongeveer 9 dagen stortten mijn starters in en wilden niet meer tot leven komen. Omdat ik zuurdesembrood erg lekker vind was het instorten van de zuurdesemstarters best frustrerend. Ook vond ik het jammer dat ik geen zuurdesembrood in de broodbakmachine kan bakken.

Bij de biologische winkel viel mijn oog op een zakje gedroogd zuurdesem van een Duits merk. Ik heb het recept van het zakje gebruikt voor dit broodje en de hoeveelheden omgezet naar een recept voor een broodbakmachine*. Er gaat in dit broodje nog wel gewone gist. Ik heb op verschillende Duitse sites gekeken en dat is gebruikelijk.

Het broodje is goed gelukt. Het smaakt precies naar het brood dat wij altijd in het Duitse Kleve kochten toen we nog in Nijmegen woonden. Dun gesneden het lekkerst, deze:

Zuurdesembrood uit de broodbakmachine

200 gram roggemeel
160 gram tarwemeel
240 ml lauwwarm water
15 gram volkoren zuurdesem, gedroogd (Leckers)
3 gram gist
1 tl zout
1 el olie of boter
evt 1 tl rietsuiker

Doe eerst de gist, zuurdesem, daarna het meel, water, zout en boter of olie in de broodbakmachine en bak het brood op de stand bruinbrood. Ik heb zelf de voorgeschreven suiker weggelaten.

* Dit betekent in verhouding minder water dan indien je het broodje in de oven bakt. Wil je dit brood  in de oven bakken, moet je de hoeveelheden verdubbelen behalve het water. Er moet dan 650 ml water bij. Ovenwarmte: 190 circulatiestand of 220 onder/bovenwarmtestand. Klaar in ca. 50 minuten. (2x laten rijzen: 1 e keer 20 m, 2e keer 40 m. Na de eerste rijs een keer doorkneden.

rundvlees enchilada met guacamole

rundvlees enchilada

Code rood bij deze enchilada’s. De zelfgemaakte enchiladasaus is pittig met een grote P. De chilipepers op de foto heb ik er bij gelegd om dit te benadrukken, in de saus zelf zit chilipoeder. Overigens, kweek je buiten pepers dan is het nu wel tijd om de planten binnen te halen. Achter glas en bij kamertemperatuur gaan ze nog zeker tot januari door met het produceren van pepers. Je moet dan wel af en toe eens tegen de bloemetjes tikken om de bestuiving om gang te brengen.

De guacamole is ook zelf gemaakt. In de potjes guacamole in de supermarkt zit vaak een minieme hoeveelheid avocado, tussen de 3 en 4 %!. Dat is volgens Foodwatch zo ongeveer vergelijkbaar met een theelepeltje avocado terwijl avocado het hoofdbestanddeel hoort te zijn. Zelf gaan prakken dus.

Pittige rundvlees enchilada met guacamole

Enchiladasaus

3 el olie
1 el bloem
1 tl chilipoeder of chilivlokken*
1 blikje tomatenpuree
250 ml bouillon
1/2 tl komijnpoeder
1 teentje knoflook, geperst
1 tl zout

Vulling

400 gram (biologisch) rundergehakt of runderreepjes
1 blikje rode kidneybonen
1 gesnipperde ui
1 paprika, in dunne reepjes
1 teentje knoflook, geperst
zout, peper
olie

Guacamole

1/2 avocado
2 el Griekse of Turkse yoghurt
1 tl citroensap**
1 kleine ontvelde tomaat, zonder vocht en pitjes
1 teen knoflook, geperst
snuf cayennepeper
zout
verse koriander, fijn gehakt

Enchilada’s

4 tortilla’s
olijfolie
geraspte kaas
evt sla

Verwarm alvast de oven voor op 180 C.

Voor de enchiladasaus: verhit de olie en voeg roerend de bloem en chilipoeder toe. Blijf roeren totdat het mengsel lichtjes bruint. Voeg dan de bouillon beetje bij beetje, en tomatenpuree toe. Roer tot een egaal mengsel en doe er dan de komijnpoeder bij en een geperst teentje knoflook. Maak de saus verder op smaak met zout.

De vulling: verhit op halfhoog vuur in een koekenpan 2 el olie. Bak hier de ui, paprika en knoflook in aan. Voeg het gehakt toe en bak het gehakt rul. Voeg de bonen toe en breng het geheel op smaak met zout en peper.

Guacamole: Snij een avocado overlangs tot op de pit doormidden. Draai de kanten in tegenovergestelde richting van elkaar los. Schil een helft en pureer het vruchtvlees fijn met een vork. Voeg citroensap toe en daarna de yoghurt, stukjes tomaat, knoflook, cayennepeper en zout. Of doe dit alles in een blender en pureer de massa. Bestrooi met verse koriander .

Vul de tortilla’s: pak een tortilla en leg een kwart van het gehaktmengsel in het midden in een lange streep over de gehele doorsnede. Verdeel dan 2 el van de enchiladasaus over het gehakt-bonenmengsel. Vouw dan de zijkanten over het mengsel heen zodat je een lange rol krijgt. Plaats de rol met de opening van de tortilla aan de onderkant in een ingevette ovenschaal. Doe dit met alle tortilla’s. Verdeel de saus naar smaak over de enchilada’s en bestrooi met geraspte kaas. Zet ze zo’n kwartier in de oven totdat de kaas gesmolten is.  Serveer met een salade en de guacamole.

* Ik had zelf 1 1/2 tl genomen en deze pittigheid werd niet door iedereen gewaardeerd, alleen ik vond dat lekker.

Bron: recept guacamole van www.degroenemeisjes.nl en enchiladasaus naar een recept van www.recipegirl.com

Indiase gehaktballetjes met linzensaus en krokante aardappellinten

indiase gehaktballetjes linzensaus

Dit Indiase gerecht heb ik gemaakt met gedroogde pepertjes van eigen oogst. Als je zelf pepers droogt zijn een aantal zaken belangrijk. Het steeltje moet nog aan de peper zitten, anders gaat het pepertje rotten na verloop van tijd. Daarnaast droog je ze in een schaal waar nog lucht door heen kan. Dus in een schaal met gaatjes in de zijkanten. Een zelf nooit opgevolgde tip (vanwege hoog freubelgehalte) is de pepers hangend drogen,  daarbij de pepers met een draadje door de stelen aan elkaar geregen.

Het recept voor deze gehaktballetjes met dahl komt uit “Kookgids Indiaas” van Shehzad Husain. Het heeft mij verrast dat er ook recepten in stonden met rundvlees. Een koe is in India toch heilig?. Even nagekeken. Shehzad Husain is in ieder geval een gerenommeerd schrijfster van Indiase kookboeken. Na nog wat googelen blijkt dus dat in India wel degelijk rundvlees wordt gegeten. Vooral onder de stedelingen is het hip aan het worden omdat het met “westers” wordt geassocieerd. Het was in ieder geval bijzonder lekker en ik zou aanraden een dubbele portie te maken. Laat je niet weerhouden door de ingrediëntenlijst, veel ingrediënten staan er meerdere keren in:

Indiaas gekruide gehaktballetjes met linzensaus (dahl) en krokante aardappellinten

Linzensaus (dahl):
200 gram masoor dahl (rode linzen toko)
1 tl geraspte verse gember
1 tl geperst vers knoflook
1/2 tl kurkuma
1 1/2 tl chilipoeder
1 1/2 tl zout
3 el citroensap
8,5 dl water

Baghaar:
olie
3 teentjes knoflook
4 gedroogde rode Spaanse pepers
1 tl komijnzaad

Gefrituurde aardappellintjes:
zout
1 geschilde aardappel
olie
3 teentje

Gehaktballetjes (kabobs):
500 gram rundergehakt
1 tl geraspte verse gember
1 tl geperst verse knoflook
1 tl chilipoeder
1 1/2 tl zout
1 1/2 tl garam masala
(3 groene pepers)*
verse korianderblaadjes
2 el yoghurt
1 ei
olie

Was de linzen en doe ze in een pan en giet er 6 dl water bij. Voeg de gember, knoflook, kurkuma en chilipoeder toe en kook de linzen tot ze papperig zijn. Stamp daarna de linzen fijn en druk ze door een zeef met behulp van de achterkant van een lepel of gebruik een roerzeef. Doe het citroensap bij de gepureerde linzen en nog 3 dl water. Laat dit nog even doorkoken en zet dan af. De linzensaus ziet er nu nog wat waterig uit maar dit komt straks goed.

Vermeng het gehakt met bovenstaande ingrediënten, uitgezonderd de olie. Voeg dan ook voor de binding nog 2 el van de linzensaus toe aan het gehaktmengsel. Vorm hier kleine gehaktballetjes van ter grootte van een golfbal en bak ze aan in een pan met olie.

Bak de baghaar: bak  de knoflook, gedroogde Spaanse peper en komijnzaad twee minuten in een pan met olie en doe dit over de linzensaus.

Voeg de linzensaus bij de gehaktballetjes in de pan en gaar de gehaktballetjes verder in de saus, zo’n 15 minuten.

Verwarm ondertussen een frituurpan. Schaaf met een dunschiller flinterdunne reepjes van de geschilde aardappel, wrijf ze in met zout en frituur ze bruin en krokant.

Serveer de gehaktballetjes met de saus en gefrituurde aardappellintjes, samen met rijst en/of naanbrood.

* Naar eigen inzicht nog toevoegen, het gerecht is al vrij pittig.