Duivelse vulkaan pizzabrood / stromboli met pit

stromboli pizzabrood

In Italie bestelde ik deze meivakantie een duivelse pizza, de pizza diavola. Een pizza diavola is belegd met pittige salami en met pepers. Ik vind een pizza met veel pit lekker. Afgelopen weekend had ik een rol pizzadeeg* en het plan om eens een keer een stromboli te maken. Stromboli is -naast een Italiaans vulkaaneiland – een opgerold of gevlochten gevuld broodje van pizzadeeg. Je kan er van alles in kwijt. Ik maakte een duivelse versie.

Pittige salami is echter niet zo maar gewoon overal te koop in Zeeland. Een beetje creatief moet je dan wel zijn op dit vlak. Milde salami wordt wat pittiger met tabasco. Ricotta is heel goed te vervangen door cottagecheese/huttenkase. Pizzasaus maak je natuurlijk heel simpel zelf, van tomatenpuree, wat bouillon en Italiaanse kruiden. Voor pizzadeeg geldt hetzelfde: het is makkelijk te maken maar het deeg vergt wel wat voorbereidingstijd. Een rol pizzadeeg uit de koeling vind ik dan het beste alternatief.

Duivelse stromboli


1 rol pizzadeeg

tomatensaus:
1 blikje tomatenpuree
100 ml kruidenbouillon
1 tl gedroogde Italiaanse kruiden
chilipoeder (ca. 1/2 tl)
1 teentje knoflook

1 bol mozzarella
8 eetlepels ricotta of huttenkase
125 gram salami (pittige)
evt. tabasco bij milde salami (zie recept)
ui, klein in ringen
paprika, klein in smalle reepjes
gedroogde oregano
olijfolie

Verwarm de oven voor op 200 C. Rol het pak pizzadeeg uit op een bakplaat. Dit is een rechthoekige lap. Maak de tomatensaus van tomatenpuree, kruidenbouillon, kruiden, chilipoeder en knoflook(-poeder). Bestrijk hiermee de hele lap. Leg de vullling in de lengte op het middelste een-derde deel en laat drie centimeter over aan de boven en onderkant: begin met de salami (maak evt. wat pittiger met tabasco), dan uiringen, paprika, ricotta, mozzerella.

Snij vanaf de vulling iets schuine repen naar buiten aan beide kanten. Vouw eerst de bovenkant en onderkant van het broodje naar binnen en ga dan verder met de lapjes om en om van beide kanten naar binnen te vouwen zodat er een vlechtwerkje ontstaat.

Bestrijk de bovenkant met olijfolie en bestrooi met gedroogde oregano. Bak de stromboli in ca 25 minuten goudbruin. Je ziet tijdens het bakken vocht naar buiten stromen. Dit is niet erg, het heeft geen gevolgen voor de knapperigheid van de stromboli. Eventueel dep je een keertje tijdens de baktijd wat vocht weg.

Lekker met een frisse Mediterraanse salade erbij.

* Ik gebruikte een gekregen rol pizzadeeg van Tante Fanny. Ik heb dit merk al meerdere malen uitgeprobeerd en ook uit de houtoven komen lekkere pizza’s met dit deeg.  

Indiaas gekruide linzen met rabarber

Indiaas linzen rabarber

Ik ben er nog niet aan toegekomen om serieus te overwegen een plekje in de moestuin te reserveren voor rabarber. Ten eerste kreeg ik vroeger geen rabarber voorgezet en ben ik opgegroeid met verhalen over het “eetbaar maken” van deze groente. Dat trekt dus niet zo aan. Er komen momenteel echter zoveel recepten van medebloggers voorbij met rabarber dat ik nieuwsgierig ben geworden. En ik heb nog wat ruimte over in de moestuin. Enkele dagen geleden heb ik het toch maar eens meegenomen van de groenteman.

Die avond zouden we Indiaas eten. Een mogelijkheid om eens te bekijken of er Indiase gerechten met rabarber zijn. Ik kwam dit recept van “dahl” met rabarber tegen op enkele Amerikaanse blogsites. Je kan er elk soort linzen voor gebruiken maar rode linzen zijn het snelst gaar en zijn zeer geschikt voor dal. Het is een verfrissende dal geworden, die perfect past bij een heter-dan-heet Indiase stoofschotel. We hebben het restant ingevroren en dat zegt genoeg.

Indiaas gekruide linzen met rabarber

1 koffiemok rode linzen (maatbeker vullen tot 225 ml)
2 stengels rabarber
1 el zwarte mosterdzaadjes
1 gedroogd of vers pepertje
4 kardemompeulen, gekneusd
1 el geraspte verse gember
1 tl korianderpoeder
zout
verse koriander

Snij de uitgedroogde uiteinden van de rabarber er af en gooi weg. Was de rabarber en snij in stukje van een centimeter. Was de rode linzen en doe beide in een pannetje. Voeg hier mosterdzaad, pepertje, kardemompeulen, gember en korianderpoeder aan toe. Voeg water toe zodanig dat de linzen een centimeter onder water staan. Breng aan de kook en kook in ca 20 minuten de linzen en rabarber zacht en gaar. Kijk de laatste minuten even of er te veel water nog op de linzen staan, haal dan de deksel van de pan om het water wat weg te laten stomen. Voeg op het laatst het zout toe en bestrooi met verse koriander.

Focaccia met scamorza, spek, rode ui en rozemarijn

focaccia kaas rozemarijn

Is een goede focaccia maken makkelijk ?. Ik heb al een paar mislukkingen achter de rug. Met het onderstaande recept is het mij voor het eerst gelukt een echt lekkere focaccia te bakken. Twee soorten heb ik maar liefst gemaakt: eentje met een topping van scamorza (een soort stevig mozzarellakaasje), wat rode ui, spek en rozemarijn. De ander heb ik wat neutraler belegt, met ook wat scamorza, gedroogde tomaat en rozemarijn.

Het is een fijn broodje om bij soep te eten of bij de borrel met een likje boter. Daarnaast kan je ze in stukken snijden om ze als broodje te gebruiken voor de hamburgers van de barbecue. Ideaal brood dus voor het komende seizoen waarin we weer lekker buiten gaan eten, wanneer de barbecues weer worden opgestookt en tot ’s-avonds laat met een drankje buiten kan worden nagenoten. 
In Italië wordt de focaccia in de houtoven gebakken, dezelfde oven als waar de pizza’s uit komen. De focaccia wordt belegd met wat kaas, vleeswaar en eventueel wat ui of tomaat. Als je zelf een houtoven hebt, dan bak je ze natuurlijk in deze oven voor het extra rokerige smaakje dat je dan krijgt.

Focaccia

focaccia houtovenVoor 2 broden:
750 gr bloem (liefst Italiaanse type 00), plus wat extra
1 tl fijn zeezout
1zakje droge gist van 7 gram
3 el extra virgine olijfolie, plus extra om in te vetten
400 ml warm water (40 tot 46 graden)
vers gemalen peper
rozemarijnnaaldjes, zeezout, kaas (geraspte scamorza of mozzarella), spek, ui om te garneren
Zeef de bloem en het fijne zeezout boven een grote kom. Maak een kuiltje in het midden en verkruimel hierin de gist. Voeg 3 el olijfolie toe. Schenk het water erbij en meng met de hand tot een samenhangend deeg. Laat het deeg op een met bloem bestoven werkblad glijden. Was en droog je handen en kneed het deeg nog 10 minuten door tot een gladde en soepele bal. Het deeg moet nu heel zacht zijn, zachter dan gewoon wit brooddeeg.
Vet een kom in met olijfolie en doe het deeg hierin, Laat 1,5 uur afgedekt (plasticfolie of vochtige theedoek) op een warme plaats rijzen tot het in volume verdubbeld is.
Haal de folie of theedoek weg, druk het lucht uit het deeg en verdeel het in twee stukken. Vorm van elk stuk opnieuw een bal. Rol elke deegbal op een met bloem bestoven werkblad uit tot een ronde lap met een doorsnede van 25 cm. Leg deze in de ingevette bakvormen en dek ze af met plastic folie. Laat nog eens 30 minuten rijzen.
Verwarm de oven voor op 200 graden.
Neem de folie van de vorm. Druk met je vingers in het deeg tot op de bodem van de vorm. Het deeg zal hierdoor kleine kuiltjes gaan krijgen. Besprenkel royaal met olijfolie en strooi er de naaldjes rozemarijn, geraspte scamorza of mozzarella, spek en ui over.
Dek de vormen weer af met folie of een vochtige theedoek en laat het deeg nogmaals rijzen.
Besprenkel de focaccia met wat water en bak ze in 20 tot 25 minuten gaar. 

Zeebaars van de BBQ met lamsoor

zeebaars bbq

We wilden vorig weekend barbecueën en hinkten op twee gedachten: een hele vis op de bbq grillen of weer eens gegrilde pijlinktvis. In Yerseke hebben we uiteindelijk beide gekocht. De pijlinktvis kwam uit de diepvries en de verse zeebaars ging dezelfde avond op de barbecue. De ingevroren inktvis bewaren we nog even in de vriezer. In mijn Italiaanse viskookboek heb ik al een interessant recept gezien van gevulde pijlinktvis of misschien maken we zelf eens calamares.

De zeebaars is door de vishandel van de schubben ontdaan en we zijn er thuis verder mee aan de slag gegaan. Je kan natuurlijk ook een geheel schoongemaakte zeebaars kopen. In de buikholte legde ik enkele dunne plakken citroen en wat verse tuinkruiden. Daarna hebben we de vis in een speciaal visrooster voor op de barbecue geklemd en gegrild. De lamsoor (ook wel zeeaster) werd kort geroerbakt met stukjes gedroogde tomaat uit olie en knoflook. Het lamsoorseizoen loopt overigens maar tot eind juli dus zet het binnenkort eens een keer op tafel.

Gegrilde zeebaars met lamsoor

1 zeebaars van 5 ons
150 gram lamsoor
1 ansjovisfilet/ kneepje ansjovispasta*
2 zon/ovengedroogde tomaten uit olie, in kleine stukjes
2 teentjes knoflook, fijngesneden
1 citroen
4 salieblaadjes
1 takje rozemarijn
peper zout
olijfolie

De zeebaars vullen met 3 plakjes citroen, salieblaadjes en rozemarijn (of andere Mediterraanse kruiden naar keuze). De zeebaars bestrooien met peper en zout en insmeren met olijfolie. Vet ook het visrooster voor de zekerheid aan de binnenkant even in met olijfolie. Indien de barbecue de juiste hitte heeft, verhit dan in een pannetje olijfolie. Bak hier eerst de ansjovis in aan, daarna de knoflook en de ovengedroogde tomaatjes en dan de lamsoor. Breng verder op smaak met peper, zout zal niet meer nodig zijn. Indien de lamsoor lichtjes is geslonken, besprenkel het dan met wat citroensap. Indien je lamsoor op een gewoon fornuis hebt klaargemaakt, zet dan het vuur heel laag. Zet anders het pannetje met lamsoor aan de kant waar het niet heet is op de barbecue. Rooster de zeebaars in enkele minuten, zo’n 4 minuten tot 5 minuten per kant. Om de gaarheid goed te zien, kijk je even in de buikholte: zie je dat daar het vlees ook “wit”  is opgetrokken, dan is het tijd om de zeebaars van het vuur te halen. Serveer met de lamsoor.

* Voor een net wat diepere zilte smaak. Je kan ook nog een snufje zeezout toevoegen.

 

Aspergesoep met salieroom

aspergesoep salie room

Salie is een kruid dat al gauw in omvang de kruidenbak in bezit neemt. Om de andere kruiden nog een kans te geven, is het goed om af en toe eens wat weg te halen. De salie staat momenteel bij ons in bloei. Dit is de eerste keer. Ik wist niet dat de salie zo uitbundig kan bloeien. Grote paarse pluimen steken boven de kruidenbak uit. De bijen en vlinders vliegen aan en af en eergisteren troffen wij zelfs een kolibrievlinder aan bij de bloemen.

Asperges en salie smaken bijzonder goed samen. Vandaar dat ik van mijn gebruikelijke gewone heldere aspergesoep ben afgeweken om eens een andere aspergesoep te maken. Je kan een heldere aspergesoep verrijken met salieroom of een gebonden soepje nog romiger mee maken. Beide mogelijkheden staan hieronder beschreven. Lekker bij de lunch met een broodje gerookte ham ernaast!

Aspergesoep met salieroom

Schillen en kontjes (2 cm) van een kilo asperges
1 liter groente of kruidenbouillon
2 eetlepels creme fraiche
6 blaadjes salie, fijn gesneden
Verse peper

evt: 20 gram boter en 20 gram bloem voor een gebonden soep

Was de schillen en snij de uitgedroogde punt van de asperkontjes eraf. Snij ze vervolgens in de lengte door de helft. Kook de schillen een half uur in de bouillon en vis ze er vervolgens uit of gooi het vocht door een zeef in een andere pan en gooi de schillen weg. Maak er dan een ongebonden of gebonden soep van:

1. Voor een niet gebonden soep: Voeg de kontjes toe en laat nog zo’n 15 minuten koken. Doe voor het opdienen de creme fraiche en salie in de soep en bestrooi met verse peper.

2. Voor een gebonden soep: Verwarm in een pan boter en roer daar de bloem door. Blijf even doorroeren en voeg dan de bouillon toe nadat je de schillen hebt verwijderd. Voeg de kontjes toe en laat nog een kwartier doorkoken. Maak af met creme fraiche en salie en verse peper.

Bloeiende salie met kolibrievlinder

Knapperig filodeeg met vulling van courgette en spinazie

taart van filodeeg courgette spinazie

In mijn studententijd waren de groente-bonen-gehakt-pruttelpannetjes erg populair. Je sneed wat groente, gooide daar een pot bonen bij en gehakt en klaar was de maaltijd. Erg luxe werd het als je er daarnaast ook nog eens wat crème fraîche door roerde. In die tijd vond ik courgette niet lekker -want smakeloos- maar kreeg het wel regelmatig voor mijn neus gezet. Het zat namelijk best vaak in die pruttelpannetjes. Tegenwoordig is het mijn lievelingsgroente. Dat komt omdat ik heb ontdekt hoe lekker courgette kan zijn, als het maar uit eigen tuin komt.

Dat ik nog eens zoveel courgette zou eten kan de studente van toen zich niet voorstellen. Dat ik er daarnaast nog eens een hartige taart mee zou maken, al helemaal niet. Hartige taarten heb ik namelijk ook tijdens mijn studietijd tot treures toe gebakken en daarna een hele tijd niet meer willen eten. Deze hartige taarten hadden allemaal een bodem van bladerdeeg. Dat gebruik ik tegenwoordig niet meer want ik weet nu hoe lekker een taart is met filodeeg of korstdeeg. Deze taart is zowel warm als koud lekker:

Taart van filodeeg met vulling van courgette en spinazie

450 gram verse of 1 pak diepvries-spinazie
1 courgette
1 ei
1 handje basilicumblaadjes of 2 tl gedroogde Mediterraanse kruiden
1 grote ui, fijn gesneden
3 teentjes knoflook, gesnipperd
1 verse rode peper, fijn gesneden
4 el Griekse yoghurt of crème fraîche
zout, peper
half pak filodeeg
olijfolie

Rasp de courgette en bestrooi met zout. Laat de courgette een half uur in een vergiet in de koelkast uitlekken. Knijp voor gebruik nog even goed uit. 
Ontdooi de diepvries spinazie of laat de verse spinazie in een pan slinken tot het meeste vocht er uit is. Doe in een vergiet en laat het vocht er uitlekken. Bij verse spinazie: maak met de staafmixer de spinazie wat fijner. Bak in een pan de fijn gesnipperde ui en knoflook even aan. Snij de basilicum fijn. Voeg courgette en spinazie samen in een schaal. Roer er het ei, yoghurt, ui, knoflook, kruiden, rode peper door en maak op smaak met wat zout en peper. Bestrijk een taartvorm met olie en bekleed met  filodeegvellen, (op 2 na voor de “deksel”) bestrijk de laagjes telkens met olie, en stort hier het groentemengsel in . Dek af met de twee filodeegvellen en bestrijk weer met wat olie. Bak in ca 30 minuten in de oven (200C) bruin en knapperig.

Bieslookbloemenazijn

bieslookbloemenazijn

Het is natuurlijk niet echt een recept maar meer een leuk idee, deze bieslookbloemenazijn. De bedoeling is dat de azijn na 2 weken een mooie dieppaarse kleur heeft gekregen van de bieslookbloemen en een licht uiige smaak. Indien je zo’n mooi olie- en azijnstelletje hebt voor op de eettafel staat dit natuurlijk geweldig culinair. Maar ook in een mooi flesje op het kruidenschap is dit een aanwinst voor het oog.

Ik deel dit idee nu alvast want het eindresultaat zal er pas zijn als de bieslook grotendeels is uitgebloeid. Natuurlijk komt er over twee weken nog een update met foto’s van de bieslookbloemenazijn zelf. Indien je naar aanleiding van dit blog ook zin krijgt om het te maken, deel dan vooral de tips voor lekkere toepassingen van deze azijn! Hieronder vind je de handleiding om bieslookbloemenazijn te maken:

Even goed spoelen in koud water

Bieslookbloemenazijn

bieslookbloemen
witte wijnazijn of gewone witte azijn

Was de bieslookbloemen eerst onder stromend koud water en leg ze daarna onderste boven (met steeltje naar boven) in een bak met koud water. Eventuele beestjes zinken dan naar de bodem van de schaal. Ververs een aantal keer en roer af en toe eens om. Droog ze dan met behulp van de slacentrifuge. Vul een goed schoongemaakte pot tot de helft /driekwart met de bloemen en giet hier de azijn bij tot de bovenrand. Sluit af e zet weg op een koele donkere plek. Wacht 2 weken en zeef dan de azijn en giet het in een mooie schone fles.

Naar een idee van The Kitchn

Na 24 uur al mooi lila!

Salade van komkommer en aardbei met basilicumvinaigrette

salade komkommer aardbei basilicum

Dankzij de nieuwe kas hebben wij nu al de eerste komkommer op tafel kunnen zetten. Deze onder glas geteelde komkommer heeft geen stekels zoals de buiten gekweekte komkommers. Ik hoef dus de komkommers niet meer met (oven-)handschoenen van de plant te halen. Al eerder heb ik enkele kropjes sla uit de kas gehaald en de tomaten laten ook niet meer lang op zich wachten. Het saladeseizoen is dus begonnen. Met nog een paar aardbeien uit de moestuin, heb ik deze salade gemaakt.

De combinatie van komkommer met aardbei is verrassend lekker. En basilicum smaakt goed bij zowel komkommer als bij aardbei. Zo heb ik eens een keer aardbeienjam met basilicum gemaakt en ook toetjes met aardbei worden wel eens versierd met basilicum. Citroenmelisse maakt de salade ietsje pittiger maar kan ook weg worden gelaten. Met eetbare bloemen wordt de salade nog feestelijker. Deze kan je uit eigen tuin halen maar ze zijn tegenwoordig ook al bij sommige supermarkten te koop.

Salade van komkommer en aardbei met basilicumvinaigrette

1 komkommer
ca 6 aardbeien
2 eetlepels basilicumolie*
halve eetlepel condimento agrodolce bianco**
zout
vers gemalen peper

Garnering: citroenmelisse, eetbare bloemen

Snij komkommer in dunne plakjes en de aardbeien. Maak een dressing van de basilicumolie (of gebruik olijfolie en snij verse basilicum in fijne stukjes), met de wijnazijn en zout en peper. Garneer met wat citroenmelisse en eetbare bloemen of voeg nog brokjes feta toe.

* Basilicumolie kan je zelf maken. Op internet zijn er diverse recepten voor te vinden of gebruik olijfolie en snipper wat verse basilicum.
** Dit is een zoetzure witte wijnazijn die qua smaak lijkt op balsamico-azijn en is ietsje zoeter dan gewone wijnazijn.  

Gegrilde courgette met citroenzout en basilicum

De courgette komt nog niet uit eigen tuin. Het moestuincomplex heeft namelijk tot dit weekend helemaal overhoop gelegen voor de aanleg van drainage. We konden tot nu toe alleen de kas en het stukje grond om de kas gebruiken. De courgetteplantjes die ik al uit zaad had opgekweekt liggen er op dit moment verlept bij omdat telkens de datum dat wij in de moestuin konden beginnen opschoof. Ik ga proberen er toch nog eentje van te redden en hoop dat als ik nu opnieuw begin de plantjes dankzij het weer extra snel gaan groeien.

Dit gerecht van gemarineerde en gegrilde courgette is eenvoudig maar toch bijzonder lekker. Het citroenzout maak je in ruime mate want het blijft een tijd goed en dit bijgerecht smaakt naar meer. Citroenzout lijkt mij ook fijn om te hebben voor als er gebakken vis op het menu staat of over andere geroosterde groente. Er schiet mij opeens te binnen dat het erg lekker in de hoemoes moet zijn. Kortom, genoeg mogelijkheden!   
  

Gegrilde gemarineerde courgette met citroenzout en basilicum

2 courgettes
4 el olijfolie
sap van een halve citroen
zout, verse peper
2 eetlepels zeezout
geraspte citroenschil van 1 citroen
enkele basilicumblaadjes (ca. 6)
Optioneel: Parmezaanse kaas*

Snij de courgettes in de lengte door de helft en daarna weer in de lengte door de helft. Pak een sluitzak die groot genoeg is voor de courgette en vul deze met de olijfolie en het sap van een halve citroen. Bestrooi de courgettestukken met zout en peper en doe ze in de sluitzak. Schud zachtjes de zak op en neer totdat alle courgettedelen zijn bedekt met de marinade. Laat minimaal een half uurtje marineren. Meng ondertussen het zout met de citroenrasp en scheur de basilicumblaadjes fijn. Gril de gemarineerde courgette op de bbq of in de grillpan aan elke kant een minuut (of 2, ligt er aan hoe hoog het vuur staat). Bestrooi de courgette met citroenzout, basilicum en eventueel nog Parmezaanse kaas.

* is optioneel maar wel erg lekker…

Citroenmelisse in de keuken

citroenmelisse in keuken

De citroenmelisse in onze tuin begint weer lekker te groeien en te woekeren. Citroenmelisse mag je overigens niet verwarren met citroenverbena en citroenkruid. Deze hebben ook een citroenaroma, maar dat zijn toch echt andere kruiden. Qua uiterlijk lijkt citroenmelisse op munt maar zodra je er even aan ruikt weet je gelijk dat je citroenmelisse in handen hebt.

Het stond al in de oudheid bekend als geneeskrachtige plant. Het zou eetlust opwekken, een opgeblazen gevoel tegengaan, kalmerend werken en enigszins bloeddrukverlagend. De paters van het Monastero della Certosa di Pavia raden in hun boek over de geneeskracht van planten, bloemen en vruchten (La medicina dei semplici) aan om er thee van te trekken, te zoeten met honing en hier drie maal daags een beker van te drinken. 

Citroenmelisse heeft een kruidige, citroenachtige smaak. Je gebruikt vooral de jonge, verse bladeren die voor de bloei zijn verzameld. De bladeren verliezen heel snel hun geur, het is daarom vooral een kruid om vers uit de tuin te plukken. Het kruid is lekker in salades, dressing, soepen, visgerechten, kruidensauzen, limonade’s en bij gegrild vlees. Citroenmelisse kan ook nog eens als vervanging voor citroengras in Indonesische gerechten worden gebruikt.

Omdat het juist nu zo’n goede tijd is om citroenmelisse te gebruiken in gerechten, heb ik een aantal recepten van mijn blog op een rijtje gezet: 

Citroenmelissesiroop/ijsjes

Onder deze link vind je een recept voor citroenmelissesiroop waarmee je heerlijke limonade kan maken, met of zonder bubbels. Daarnaast maak je er lekkere waterijsjes mee. Je voegt dan wel minder water toe aan de siroop want door het invriezen verlies je iets van de zoete smaak.

Citroenmelissecake

Een bijzonder lekkere cake waarbij mij opviel dat de citroenmelisse in de cake ook na 2 dagen nog mooi groen was.
 
Citroenmelissemayonaise

Natuurlijk is een citroenmelissemayonaise vooral erg lekker bij een gebakken visje. Onder de link een recept waarbij de citroenmelissemayonaise daarnaast werd gecombineerd met gekonfijte tomaat en zilte zeekraal.  

Pesto

Een pesto van alleen citroenmelisse lijkt mij persoonlijk niet zo lekker maar samen met peterselie heb je een fantastische saus. Doe het bijvoorbeeld eens op een broodje met (schapen)kaas en tomaat of op een broodje met kipfilet en paprika.