Categorie: glutenvrij
zelf gemaakte Jamaicaanse Jerk kruidenmix voor kip, garnalen en varkensvlees
Je ruikt het al op het moment dat je de marinade maakt: dit wordt een fantastische marinademix. Het recept komt uit een dieetboek: het Sonomadieet. Dit is een Californisch dieet, gebaseerd op de Mediterraanse manier van eten. Het dieet bevat veel onbewerkte producten: noten, granen, groente, fruit en veel kruiden. Ik heb het dieet nog niet gevolgd maar de recepten spreken mij wel erg aan.
Gisteravond heb ik deze Jamaican Jerk mix gemaakt en de kippendijfilets in gemarineerd. Ik kan mij voorstellen dat het, zoals aanbevolen, ook een lekkere mix is voor garnalen en varkensvlees. Ik heb dat zelf nog niet uitgeprobeerd. In de mix zit ook nog 1 theelepel chilivlokken. Hiervoor heb ik mijn eigen gedroogde en gemalen Spaanse pepers gebruikt. Hoe je pepers droogt, lees je via deze link. Door ze even te malen in de (mini)blender, krijg je chilivlokken.
Jamaican Jerk mix
Voor 450 gram vlees:
1 gesnipperde kleine ui
2 el limoen of citroensap
1 tl chilivlokken
1/2 tl zeezout
1/4 tl piment (allspice)
1/4 tl kerriepoeder
1/4 tl zwarte peper
1/8 tl gedroogde tijm
1/8 tl gemberpoeder
2 tenen knoflook
Doe alles in de blender en mix tot een gladde pasta. Besmeer hiermee het vlees (bij mij de kippendijfilets). Laat ongeveer 30 minuten intrekken en grill of rooster dan het vlees. Ik heb de kippendijenfilets in de oven geroosterd: 35 minuten, 1 keer halverwege omkeren, op 200 C, in een ingevette ovenschaal in het midden van de oven.
Vis met een korstje van kikkererwtenmeel / glutenvrije kibbeling
Dit is Indiase kibbeling. De stukjes vis zijn eerst door een kruidige kikkererwtenmeelbeslag gehaald en daarna gefrituurd. Je kan de stukjes vis ook gewoon in een pan bakken met ruim olie. We aten er een Indiaas gerecht van aardappel met doperwten bij omdat ik nog krieltjes in de koelkast had liggen. Een rijstgerecht had hier ook goed bij gepast.
Kikkererwtenmeel koop je bij de toko of bij de natuurvoedingswinkel (bij de glutenvrije produkten). Je kan met kikkererwtenmeel veel kanten op. In India wordt het gebruikt om Pakora’s (groentekoekjes) mee te maken en om kebabs (gehaktstaafjes) mee te binden. Ook kan je er, samen met tarwemeel, een Indiaas brood mee bakken. De kebabs heb ik al een keertje gemaakt (zie dit recept van Indiase gehaktballetjes in linzensaus). De Pakora’s en het Indiaas brood staan nog op mijn kooklijstje. Overigens wordt in het zuiden van Europa ook veel gedaan met kikkererwtenmeel, zoals de Farinata, een Italiaanse kikkererwtenkoek. Het is zeker aan te raden om eens een pak kikkererwtenmeel te kopen.
Indiase gefrituurde vis met een korstje & kurkumakrieltjes met erwtjes
Indiase gefrituurde vis
400 gram witvis (koolvis, kabeljauw)
50 gram kikkererwtenmeel
1 tl chilipoeder
halve tl kurkuma
halve tl geperste knoflook
halve tl geraspte verse gember
1 tl gedroogd korianderblad
(1 Spaanse peper)
halve tl zout
1 dl water
1 citroen
frituurolie
Kurkuma-krieltjes met erwtjes
2 uien, in ringen
1 pak mini-krieltjes of 3 aardappelen in blokjes
1 tl chilipoeder
halve tl kurkuma
1 tl geperste knoflook
1 tl fijngehakte gember
1 tl zout
2 verse Spaanse pepers
100 gram doperwten (diepvries)
2 dl water
olie
Bij diepvriesvis: laat eerst ontdooien en pluk ze dan in grove stukken uiteen. Vermeng het kikkererwtenmeel met chilipoeder, kurkuma, knoflook, gember, zout, de koriander en eventueel als je van pittig houdt nog een rode peper in fijn gesneden stukjes. Voeg dan beetje bij beetje water toe: het moet een dik beslag worden. Zet tot gebruik weg. Indien je gaat frituren: verhit de frituurpan tot 180 C.
Verhit voor de kurkumakrieltjes een pan met een beetje olie. Bak hier de uien bruin in. Voeg dan de kruiden toe: chilipoeder, kurkuma, knoflook, gember, fijngehakte peper en zout. Daarna kunnen de aardappeltjes erbij en 2 dl water. Laat 5 minuten stoven en roer af en toe even. Voeg na 5 minuten de
doperwten toe en laat nog 5 minuten meestoven.
Doe de stukjes vis in het beslag en frituur de stukjes vis in circa 3 minuten knapperig. Ze zijn klaar als ze boven komen drijven. Of bak de stukjes vis in ruim olie in een pan aan beide kanten knapperig, enkele minuten per kant.
Bron: Kookgids Indiaas van Shehzad Husain
Hazenrugfilet met een cognac saus
Volgens het recept voor de pepersaus moest er Room Culinair van een bekend zuivelmerk in de saus. Room Culinair is zo’n product dat ik niet meer koop. Let maar eens op in de supermarkt: producten met het woord Culinair er achter proberen te verbloemen dat het om een nepproduct gaat. Room Culinair is maar voor 23 % room en voor de rest vet en toevoegingen. Het Varkenshaasje of Beenhammetje Culinair is geen varkenshaasje of beenhammetje maar geplakt en/of met veel water ingespoten varkensvlees.
Ik heb voor de saus gewone crème fraîche gebruikt en cognac in plaats van vieux. Vieux schijnt vroeger als cognac op de markt te zijn gebracht maar heeft inmiddels een eigen plaats veroverd. De saus was heerlijk bij de malse hazenrugfilet. Het is het soort saus dat na vijf minuten op het vuur nog niet echt lekker is, maar na een kwartier indikken opeens fantastisch smaakt. Wij hebben het gegeten met aardappelpuree en spruitjes maar volgens mij smaakt hier alles bij.
Hazenrugfilet met cognac-pepersaus
Hazenrugfilets
100 gram crème fraîche
2 dl (1 kopje) bouillon
1 kleine ui
1 teen knoflook
1 eetlepel verse peperbolletjes
1 borrelglaasje cognac
gemalen peper
zeezout
olie/boter
Garnering: verse peterselie
Verwarm de oven voor op 180 Celsius en zet hier alvast de ovenschaal in voor de hazenrugfilets.
Maak eerst de saus: snipper een ui en bak deze glazig in wat olie. Voeg hier de geperste knoflook aan toe. Bak even rustig door en voeg dan de crème fraîche, de cognac en de bouillon toe en eventueel het vocht (bloed) van de hazenrugfilets. Kneus de peperbolletjes en voeg deze ook toe. Laat op een zacht vuurtje inkoken tot een romige saus (circa een kwartier). Zet dan het vuur laag. Verhit de pan met wat olie en boter voor de hazenrugfilets. Bestrooi de hazenrugfilets met zeezout en peper. Bak ze aan op hoog vuur, net zoals een biefstukje. Indien rondom bruin en dichtgeschroeid, leg ze dan in een schaal in de oven. Laat ze 5 minuten in de oven rusten. Verwarm ondertussen de saus in de pan van de hazenrugfilet. Haal na 5 minuten de filet uit de oven en serveer ze met de cognac-pepersaus. Lekker met aardappel (&knolselderij)puree en spruitjes, of rode kool of gestoofde witlof.
Gekookte kreeft met een bruiswijn sabayon
Een saus kan je op verschillende manieren binden. Voor het binden van saus met een eierdooier had ik altijd een beetje een vrees. Een vrees dat ik de saus zou verknallen doordat de eierdooier op het laatst zou gaan stollen. Nu ik deze onderstaande wijze van saus maken heb ontdekt, ga ik het voortaan vaker zo maken. Je krijgt er een lekkere luchtige, bubbelige saus door. De kunst is alleen om op tijd de sauskom uit het hete water te halen om stollen te voorkomen, maar je voelt eigenlijk van zelf aan wanneer dat is.
Op de bovenstaande foto zie je de saus niet zo goed, maar ik wilde graag de kreeft in zijn geheel op de foto. De kreeft was een in zeewater ingevroren, al gekookte kreeft. Deze lag al bijna 2 jaar in de vriezer te wachten op een speciale gelegenheid. En nu was het dan toch echt tijd om de kreeft onder handen te nemen. Gisteren was er de mogelijkheid om het eens als voorgerechtje voor ons tweetjes te maken en voila:
Gekookte kreeft met een hartige sabayon met bruiswijn en dragon
Voor 4 personen*:
Twee (gekookte) kreeften van 500 gram (diepvries of vers)
3 eierdooiers
50 ml bruiswijn (brut/droog)
1 eetlepel citroensap
100 gram roomboter, in kleine klontjes
halve theelepel gedroogde dragon of 1 tl verse fijn gehakte dragon**
gemalen peper
zout
evt. bedje van salade:
rucolasla
wijn- of ciderazijn
extra virgine olijfolie
peper, zout
Ontdooi van tevoren de kreeften indien zij uit de diepvries komen. Dit gaat het snelst door ze onder koud stromend water te houden.
De saus duurt ongeveer 10 minuten om klaar te maken. Begin dus met de saus en zet een pan met kokend heet en gezouten water alvast klaar voor de kreeft. Kook in een pannetje water op middelhoog vuur en zet hier een ruime schaal op (voor een aubainmarie bereiding). Doe in de ruime schaal de eierdooiers, wijn en citroensap. Klop met een garde totdat de saus indikt en een schuimige gebonden saus wordt. Haal dan de schaal van het pannetje en zet het vuur uit. Sla er de klontjes boter door. Voeg de dragon, zout en peper toe en zet eventueel tot gebruik nog even boven het hete water.
Doe de kreeften in het kokende water en kook de verse, rauwe kreeften gaar in ca. 5 minuten en de gekookte, ontdooide kreeften warm in 4 minuten.
Leg wat rucola op een schaal, besprenkel met azijn en olie, zout en peper. Klief de kreeften in de lengte doormidden en schik deze op de rucola. Serveer met de schuimige saus.
* Voor 2 personen halveer je alles en mbt de eierdooiers kan je volstaan met een eierdooier van een groot ei.
** Dragon heeft een sterke smaak. Ik ben met de aangegeven hoeveelheid aan de voorzichtige kant gaan zitten, maar voeg na even proeven gerust meer toe indien de dragonsmaak nog niet goed uitkomt in de saus.
Naar een recept van: www.libelle-lekker.be
Omelet met verse Oosterschelde oesters
Ik kwam thuis en er stond een emmer met een aantal oesters op het aanrecht. Het was de ‘bijvangst’ van een middagje vissen. Dat is een prettige verrassing. We hebben ze even schoongespoeld en vervolgens terug in de emmer gedaan. Met een natte doek er op konden ze naar buiten: daar was het 5 C en al tegen de avond.
Vandaag hebben we iets meer dan de helft opengemaakt. Dat is bij een van het wad geraapte oester vaak lastiger dan bij de oesters uit de winkel. Ze zijn grillig gevormd dus het is erg onduidelijk waar je het oestermes moet zetten. Een keukenhanddoek om ze vast te houden is ook geen overbodige luxe want ze zijn erg scherp. Ze smaken er niet minder door.
Ik heb er een omelet mee gemaakt. Ik had ergens gelezen dat in het verre oosten een omelet met oesters als snack werd gegeten. Ik kwam inderdaad Thaise, Singaporese en Chinese recepten tegen op het internet. Ik heb een eenvoudig Chinees recept als basis gebruikt. Ik heb nog nooit zo’n geweldige omelet gegeten:
Omelet met verse Oosterschelde oesters
Per persoon:
Vijf oesters
Twee eieren
Halve eetlepel crème fraîche*
zout, peper
Halve eetlepel fijngesneden verse bieslook**
Halve eetlepel gesnipperde verse peterselie***
olie of boter
Maak de oesterschelpen open met een oestermes: de platte kant boven. Bekijk of er gruis op de oesters zit en indien dit zo is veeg dit er af. Zet een pannetje met water op het vuur en breng het aan de kook. Blancheer de oesters enkele seconden en haal ze dan uit het water. Klop twee eieren los met de crème fraîche en breng op smaak met zout en peper. Giet het eimengsel in een hete pan en zet het vuur op middelhoog. Verdeel de oesters over het eimengsel en voeg dan vlak voor het omdraaien van het omelet de bieslook en peterselie toe. Draai het omelet om zodra de onderkant bruin is en bak nog kort aan de andere kant. Eet de omelet als lunch of als bijgerecht.
* crème fraîche is optioneel
** in plaats van bieslook: lente-ui gesnipperd
*** voor een oosterse smaak kan je de peterselie vervangen door koriander en eventueel nog wat rode peper toevoegen.
Voor een echt ziltig omeletje: nog wat zeesla-vlokjes
Indiase gehaktballetjes met linzensaus en krokante aardappellinten
Dit Indiase gerecht heb ik gemaakt met gedroogde pepertjes van eigen oogst. Als je zelf pepers droogt zijn een aantal zaken belangrijk. Het steeltje moet nog aan de peper zitten, anders gaat het pepertje rotten na verloop van tijd. Daarnaast droog je ze in een schaal waar nog lucht door heen kan. Dus in een schaal met gaatjes in de zijkanten. Een zelf nooit opgevolgde tip (vanwege hoog freubelgehalte) is de pepers hangend drogen, daarbij de pepers met een draadje door de stelen aan elkaar geregen.
Het recept voor deze gehaktballetjes met dahl komt uit “Kookgids Indiaas” van Shehzad Husain. Het heeft mij verrast dat er ook recepten in stonden met rundvlees. Een koe is in India toch heilig?. Even nagekeken. Shehzad Husain is in ieder geval een gerenommeerd schrijfster van Indiase kookboeken. Na nog wat googelen blijkt dus dat in India wel degelijk rundvlees wordt gegeten. Vooral onder de stedelingen is het hip aan het worden omdat het met “westers” wordt geassocieerd. Het was in ieder geval bijzonder lekker en ik zou aanraden een dubbele portie te maken. Laat je niet weerhouden door de ingrediëntenlijst, veel ingrediënten staan er meerdere keren in:
Indiaas gekruide gehaktballetjes met linzensaus (dahl) en krokante aardappellinten
Linzensaus (dahl):
200 gram masoor dahl (rode linzen toko)
1 tl geraspte verse gember
1 tl geperst vers knoflook
1/2 tl kurkuma
1 1/2 tl chilipoeder
1 1/2 tl zout
3 el citroensap
8,5 dl water
Baghaar:
olie
3 teentjes knoflook
4 gedroogde rode Spaanse pepers
1 tl komijnzaad
Gefrituurde aardappellintjes:
zout
1 geschilde aardappel
olie
3 teentje
Gehaktballetjes (kabobs):
500 gram rundergehakt
1 tl geraspte verse gember
1 tl geperst verse knoflook
1 tl chilipoeder
1 1/2 tl zout
1 1/2 tl garam masala
(3 groene pepers)*
verse korianderblaadjes
2 el yoghurt
1 ei
olie
Was de linzen en doe ze in een pan en giet er 6 dl water bij. Voeg de gember, knoflook, kurkuma en chilipoeder toe en kook de linzen tot ze papperig zijn. Stamp daarna de linzen fijn en druk ze door een zeef met behulp van de achterkant van een lepel of gebruik een roerzeef. Doe het citroensap bij de gepureerde linzen en nog 3 dl water. Laat dit nog even doorkoken en zet dan af. De linzensaus ziet er nu nog wat waterig uit maar dit komt straks goed.
Vermeng het gehakt met bovenstaande ingrediënten, uitgezonderd de olie. Voeg dan ook voor de binding nog 2 el van de linzensaus toe aan het gehaktmengsel. Vorm hier kleine gehaktballetjes van ter grootte van een golfbal en bak ze aan in een pan met olie.
Bak de baghaar: bak de knoflook, gedroogde Spaanse peper en komijnzaad twee minuten in een pan met olie en doe dit over de linzensaus.
Voeg de linzensaus bij de gehaktballetjes in de pan en gaar de gehaktballetjes verder in de saus, zo’n 15 minuten.
Verwarm ondertussen een frituurpan. Schaaf met een dunschiller flinterdunne reepjes van de geschilde aardappel, wrijf ze in met zout en frituur ze bruin en krokant.
Serveer de gehaktballetjes met de saus en gefrituurde aardappellintjes, samen met rijst en/of naanbrood.
* Naar eigen inzicht nog toevoegen, het gerecht is al vrij pittig.
omelet met shiitake, gerookte knoflook, rauwe ham en snijbiet & zelf knoflook roken
Je hebt daarvoor een rookoventje nodig. Dat klinkt heel wat maar het is in feite een veredelde braadslee. Ik kan mij nog het “is dit alles” gevoel herinneren van de eerste keer dat ik het oventje zag. Het is echter makkelijk om er zelf een te hebben, vooral als je van rooksmaak houdt. Het is echter ook eenvoudig zelf te maken. Ik ben verschillende beschrijvingen op internet hiervan tegen gekomen, van een tot rookoven omgebouwde wok tot het inderdaad tot rookoven omvormen van de braadslede. De braadslede moet er dan wel een zijn die op het fornuis mag. Een beschrijving hiervan en van het roken van knoflook staat onder het recept.
Met de gerookte knoflook heb ik deze omelet gemaakt. Met shiitake, wat rauwe ham (is lekker een beetje zoutig) en snijbiet uit de tuin. De snijbiet is te vervangen door spinazie.
omelet met shiitake, gerookte knoflook, rauwe ham en snijbiet
Voor 2 personen:
2 eieren
scheutje room of melk
zout, peper
1 takje tijm
1/2 bakje shiitake
1 grote teen gerookte knoflook*
3 dunne plakjes rauwe ham
3 blaadjes snijbiet
olijfolie/bakolie
evt 2 broodjes
Breek de eieren in een schaaltje en giet daar een scheut room of melk bij. Klop de eieren samen met wat zout en peper los in een schaaltje. Snij de gerookte knoflookteen fijn, haal de blaadjes van het takje tijm en snij de shiitake in plakjes. Scheur of snij vervolgens nog de snijbiet in stukken van 2 bij 1 cm. Verhit olie in een pan en bak hierin de shiitake bruin, voeg de gerookte knoflook toe en bak nog even door. Verlaag de hitte naar halfhoog vuur. Giet dan het eiermengsel er bij en verdeel de 3 plakjes over het mengsel en strooi vervolgens de snijbiet er over heen. Indien de bovenkant van het omelet begint te stollen, pak dan een bord ter grootte van het omelet en plaats dat met de bovenkant van het bord op het omelet. Plaats een hand op de onderkant van het bord en keer de pan om. Laat daarna het omelet van het bord voorzichtig weer in de pan glijden en bak de andere kant van het omelet kort tot de ham gebruind is. Laat het omelet uit de pan op een bord glijden en snij het omelet in twee-en. Beleg elk broodje met een helft.
* Hoe zelf knoflook te roken:
Het roken van de knoflook kan met een rookoven voor op het fornuis of met een zelf gebouwde rookoven van een braadslee met rekje. In twee stappen:
1. Rookoven zelf maken: Pak een braadslee met rekje, haal het hekje uit de braadslee, leg een ruime eetlepel houtmot (te koop bij speciaalzaak of via internet) op de bodem, plaats hier een stuk aluminiumfolie over dat groot genoeg is om de mot te bedekken maar kleiner dan de braadslee. Er moet een randje zijn waardoor straks de rook langs kan kringelen. Ook de folie dus niet platdrukken anders kan de rook straks niet weg. Plaats dan het rekje hier boven op. Daar gaat straks de knoflook op, zie beschrijving verder hieronder. Om de rookoven af te maken, pak je voor de deksel een ruim stuk aluminiumfolie, zodanig dat er een ruime deksel voor de braadslee van kan worden gemaakt. Vouw dat straks, nadat de teentjes er in zijn gegaan, over de braadslee als een deksel maar laat aan 1 zijde het folie nog een beetje omhoog staan, dus niet helemaal afsluiten.
Kant en klare rookoven. Leg een ruime eetlepel houtmot op de bodem. Plaats hier de lekbak en het rekje bovenop.
2. Blancheer de gepelde teentjes knoflook twee minuten in kokend water. Leg vervolgens een stukje aluminiumfolie op het rekje en prik daar een aantal gaatjes in. Leg daar de teentjes op. Zet het rookoventje op hoog vuur en plaats de deksel op de rookoven zodanig dat er nog 1 cm open is. Zodra er rook omhoog komt kringelen kan de deksel worden gesloten. Bij zelf gemaakte rookoven: vouw dan de folie helemaal over de rand. Doe dit met ovenhandschoenen aan!. Rook dan de teentjes 10 minuten lang en zet het vuur uit. Laat voorzichtig de rook ontsnappen. Doe de teentjes in een bakje en leg ze tot gebruik in de koelkast.
* Van koud roken kan de knoflook langer worden bewaard, bij warm roken gaar je de knoflook en zal het maar beperkt houdbaar zijn.
Witlofstamppot met feta en gemarineerde ui
Ik had dit recept nooit zomaar gemaakt indien ik niet al in het weekend in de restwarmte van de houtoven een schaal groente had gerookt, waaronder uien. De recepten die ik vervolgens zag met gerookte uien vond ik erg voor de hand liggend, zoals gerookte uiensoep en hachee met gerookte uien. Bij het zoeken naar iets uitdagenders kwam ik op de site Gastronomixs terecht, met het recept voor deze in port gemarineerde gerookte ui. Veel umami, was de aanbeveling en “toepassing in plaats van spekjes”.
Voor het avondeten had ik witlof klaar liggen dus een witlofstamppot met vegetarische spekjes was al gauw verzonnen. De aanwijzingen van het recept waren summier. Hoe lang marineren, welke soort port (waarom staat in recepten vaak niet aangegeven of het Ruby of Tawny port moet zijn?), nog bakken voor gebruik: het stond allemaal niet in het recept. Dus zelf maar keuzes gemaakt: 3 uur marineren, Tawny en bakken.
Het smaakte, raar maar waar, naar bacon, en mijn grote spekjesliefhebber vond het een goed alternatief. Ik trouwens ook en nog meer dan dat. Want het lijkt mij veel lekkerder dan spekjes indien je er bijvoorbeeld een lekker stukje wild bij gaat eten. Maar ook, een lekkere gegrilde rundvleesburger met een laagje van deze gerookte-portuitjes…..
Spekjes van in portstroop gemarineerde gerookte ui
2 uien
zeezout
1 dl tawny port
olijfolie
Blancheer de in kwart gesneden uien twee minuten in kokend water. Pak de rookoven en leg een eetlepel houtmot op de bodem. Leg vervolgens een stukje aluminiumfolie op het rekje en prik daar een aantal gaatjes in. Leg daar de stukken ui op. Zet het rookoventje op hoog vuur en plaats de deksel op de rookoven zodanig dat er nog 1 cm open is. Zodra er rook omhoog komt kringelen kan de deksel worden gesloten. Rook dan de ui 3 minuten lang en zet het vuur uit. Laat voorzichtig de rook ontsnappen. Snipper de ui in kleine stukjes. Zet 1 deciliter port in een pannetje op het vuur. Laat tot stroop inkoken, zet het vuur af en doe er de uisnippers erbij. Laat afkoelen en doe ze dan in een plastic zakje en laat marineren. Het beste is om de zak vacuum te trekken met een vacumeerder. Laat minimaal 3 uur marineren. Giet eventueel overtollige port in een potje en gebruik deze voor een lekkere jus. Bak de uitjes een aantal minuten voordat je ze serveert. Bijvoorbeeld bij:
Witlofstamppot met feta en spekjes (van gerookte port-ui)
Witlofstamppot met gerookte port-ui |
1 kilo zachtkokende aardappelen
melk/room
4 stronkjes witlof
3 a 4 blaadjes verse salie
6 sprietjes verse bieslook
zout, peper
75 gram verbrokkelde schapenfeta
4 eetlepels spekjes van gerookte port-ui
Kook 1 kilo aardappelen gaar en stamp ze met wat warme melk of room fijn en smeuig. Voeg zout en peper naar smaak toe. Snipper de salie en bieslook en meng dit door de puree. Bak ondertussen in een hete pan met olie de in snippers gesneden witlof in circa 3 minuten zachter en voeg dit aan de aardappelen toe samen met de verbrokkelde feta en roer dit alles goed door. Serveer met de “spekjes”. Lekker met Lincolnshire worstjes.
Gerookte ui |
Oudhollandse groentesoep met balletjes
De bouillon is getrokken met behulp van een schenkel. De schenkel komt uit het biologisch Hereford rundvleespakket. Zo’n pakket bestellen wij twee keer per jaar. Er zit echt van alles in, schenkel dus, en dit keer ook staartstukken en een stuk lever. Zo zet je ook weer eens ander soort gerechten op tafel. Ik ben al aan het zoeken naar een interessant recept voor de staartstukken. Vandaag met de schenkel, een ouderwets Hollands recept:
Oudhollandse groentesoep
1 runderschenkel
250 gram gehakt
1 wortelpeterselie
1 ui
1 grote of 2 kleine raapjes
1 kleine winterpeen
1 bosje snijselderij (=bladselderij)
1 mespunt piment
2 laurierbladeren
2 kruidnagelen
4 groentebouillonblokjes*
peper
Doe de runderschenkel in een grote soeppan of in de slowcooker. Giet hier 2 liter water bij en voeg de kruidnagel en laurierbladeren toe. Snipper de ui en voeg deze ook toe. Laat de runderschenkel 2 uur zachtjes koken of in de slowcooker 4 uur op hoogste stand. Verwijder dan het eventuele bruine schuim met een schuimspaan. Haal de schenkel uit de pan en haal de stukken vlees van de schenkel. Maak hier kleine stukjes vlees van en doe weer terug in de soep. Schil en snij een knolraap, de peen en de wortelpeterselie in kleine stukjes. Snipper de bladselderij fijn en doe alles in de soep samen met de groentebouillonblokjes. Voeg nog een flinke mespunt piment toe en wat peper. Maak het gehakt aan met zout en peper (mag pittig zijn) en vorm hier kleine balletjes van. Doe de balletjes in de soep. Laat de soep nog zo’n half uur zachtjes koken. In de slowcooker: laat het nog een uur koken.
* Voor glutenvrije soep dien je wel even te controleren of de groentebouillonblokjes glutenvrij zijn.