Hazenrugfilet met een cognac saus

 hazenrug pepersaus

Volgens het recept voor de pepersaus moest er Room Culinair van een bekend zuivelmerk in de saus. Room Culinair is zo’n product dat ik niet meer koop. Let maar eens op in de supermarkt: producten met het woord Culinair er achter proberen te verbloemen dat het om een nepproduct gaat. Room Culinair is maar voor 23 % room en voor de rest vet en toevoegingen. Het Varkenshaasje of Beenhammetje Culinair is geen varkenshaasje of beenhammetje maar geplakt en/of met veel water ingespoten varkensvlees.

Ik heb voor de saus gewone crème fraîche gebruikt en cognac in plaats van vieux. Vieux schijnt vroeger als cognac op de markt te zijn gebracht maar heeft inmiddels een eigen plaats veroverd. De saus was heerlijk bij de malse hazenrugfilet. Het is het soort saus dat na vijf minuten op het vuur nog niet echt lekker is, maar na een kwartier indikken opeens fantastisch smaakt. Wij hebben het gegeten met aardappelpuree en spruitjes maar volgens mij smaakt hier alles bij.

Hazenrugfilet met cognac-pepersaus

Hazenrugfilets
100 gram crème fraîche
2 dl (1 kopje) bouillon
1 kleine ui
1 teen knoflook
1 eetlepel verse peperbolletjes
1 borrelglaasje cognac
gemalen peper
zeezout
olie/boter

Garnering: verse peterselie

Verwarm de oven voor op 180 Celsius en zet hier alvast de ovenschaal in voor de hazenrugfilets.

Maak eerst de saus: snipper een ui en bak deze glazig in wat olie. Voeg hier de geperste knoflook aan toe. Bak even rustig door en voeg dan de crème fraîche, de cognac en de bouillon toe en eventueel het vocht (bloed) van de hazenrugfilets. Kneus de peperbolletjes en voeg deze ook toe. Laat op een zacht vuurtje inkoken tot een romige saus (circa een kwartier). Zet dan het vuur laag. Verhit de pan met wat olie en boter voor de hazenrugfilets. Bestrooi de hazenrugfilets met zeezout en peper. Bak ze aan op hoog vuur, net zoals een biefstukje. Indien rondom bruin en dichtgeschroeid, leg ze dan in een schaal in de oven. Laat ze 5 minuten in de oven rusten. Verwarm ondertussen de saus in de pan van de hazenrugfilet. Haal na 5 minuten de filet uit de oven en serveer ze met de cognac-pepersaus. Lekker met aardappel (&knolselderij)puree en spruitjes, of rode kool of gestoofde witlof.

Hapjes & snacks top 10 2013

Met oudjaar doen wij meestal niet zoveel aan het avondeten maar komen er gedurende de avond stokbrood met smeersels en lekkere hapjes op tafel. Het afgelopen jaar heb ik enkele snacks en hapjes geblogd. Hierbij mijn top 10. Alvast een prettige jaarwisseling en een gelukkig nieuwjaar!

 1. Gefrituurde mosselen met een krokant panko-korstje en wasabisaus
Dit was mijn topper dit jaar. We waren teleurgesteld toen ze op waren.
 

2. Risottoballetjes
Deze balletjes zijn verrassend eenvoudig te maken. Je kan ze natuurlijk van jouw favoriete risottorecept maken. Dit recept met paddenstoelen en spinazie is een lekkere vegetarische variant. Verrassend met een hartje van mozzarella.

3. Canapés met garnalenboter en verse Oosterschelde garnaaltjes
Deze klassiekers zijn super bij een glaasje wijn of champagne.

4. Chez Panisse’s gekruide en geroosterde amandelen
 Het recept komt van een Amerikaans sterrenrestaurant. Zij serveren deze bij het aperitief.

5. Gevulde eieren met garnalen
Weer een recept met garnalen. Op deze manier lust ik wel een gevuld eitje, of twee….

6. Amuse van avocadocreme met gerookte zalm of garnalen 
Dit was een inzending voor het foodblogevent en de combinatie avocado en gerookte zalm is geweldig.

7. Vlammetjes
 De bekende pittige gehakt loempia’s, zelf gemaakt.

8. Hoemoes met harissa (en tahin)
Hoemoes met harissa is weer net even iets anders dan de gewone hoemoes.

9. Hartige koekjes met za atar
Deze koekjes zijn erg lekker met een frisse roomkaas of zachte geitenkaas.

10. Japanse, in sojasaus gemarineerde eieren
 Ik had deze gemaakt omdat ze er op de foto zo mooi uitzagen en bleken bijzonder lekker. Een Japanse snack.

 P.s.
Op de blog zijn ook nog diverse recepten voor stokbrood en platte broodjes te vinden. Heel mooi op tafel: het pesto-stokbroodje. Te vinden onder het kopje Home-made.

Quiche Lorraine volgens Frans recept

quiche lorraine

Pas toen we regelmatig verse eieren bij de boerderij kochten, kwam het besef dat kippen een legseizoen hebben. In de winkel is er nooit een tekort aan eieren of worden ze duurder in de winter. Maar zo rond deze tijd leggen (boerderij-)kippen minder of zelfs helemaal geen eieren meer. Ik verwacht dan ook elk moment dat het meisje dat tegenwoordig elke week eieren komt langsbrengen, zal aangeven dat er een winterstop komt. Vooralsnog krijgen we nog elke zaterdag lekkere verse eieren. In deze quiche gaan er drie.

Het recept stond op de verpakking van de rol “Pate Brisee” dat ik mee had genomen van het uitje naar de Auchan in de buurt van Lille. Pate Brisee is korstdeeg en in Frankrijk is het kant en klaar te koop. In Nederland niet, dus zal je zelf aan de slag moeten. Het is gelukkig een heel eenvoudig deeg, dat zelfs mij lukt. Vervangen door bladerdeeg is niet zo’n goed idee. Niet alleen wordt de taart er moddervet door, maar bladerdeeg kan ook het vocht niet opvangen van vulling.

Dat een Quiche Lorraine in essentie niet een caloriebom is, bewijst dit recept. Lekker voor een buffet:

Quiche Lorraine

Voor 24 cm doorsnede:

1 pak Pate Brisee of maak zelf korstdeeg*
25 cl Creme Fraiche (2 eetlepels met kop)
200 gram (mager) gerookt spek
3 grote of 4 kleine eieren
zout, peper
snufje nootmuskaat
1 tl fijne mosterd

Verwarm de oven voor op 200 C. Maak het korstdeeg volgens de link hierboven maar dan zonder de rozemarijnnaaldjes. Laat even rusten zoals het recept aangeeft en rol dan goed uit. Bekleed een ingevette vorm met het deeg zodanig dat er een opstaand randje is van 1 1/2 centimeter. Prik met een vork wat gaatjes in de bodem.

Snij het stukje gerookte spek in smalle reepjes en meng hier de fijne mosterd door. Laat 5 minuten rusten. Strooi ze dan uit over de bodem. Klop de eieren los met zout, peper, nootmuskaat en de creme fraiche. Giet dit over de spekjes en zet het geheel in het midden van de oven op een rooster. Bak het in circa 35 minuten gaar. Zowel warm als koud lekker.

*De hoeveelheid van het korstdeeg recept van de tomatentaart is genoeg voor deze quiche. Heb je een grotere vorm, dan zal je de hoeveelheden wat ruimer moeten nemen. 

enige echte Vietnamese loempia met dipsausje

Het is de tweede keer dat ik meedoe aan de Foodblogswap. Bij deze maandelijkse swap maakt een groep foodbloggers van elkaar een recept en blogt hier dan over. Ik heb het blog Carry’s Kitchen toegewezen gekregen en heb van haar blog het recept: Vietnamese loempia’s, de enige echte, gekozen. 
Tweede kerstdag was een goede gelegenheid om deze loempia’s ’s middags als tussendoortje op tafel te zetten. Het hakken en snijden kost wel wat tijd maar verder is het een snel recept. Het is een  gerechtje met lekker veel groenten. Je kan ook nog restjes vlees of vis in de loempia’s verwerken. Ik twijfelde tussen kip of garnaaltjes. Het is gepocheerde kipfilet geworden. De garnaaltjes zijn die dag nog in een cocktail terecht gekomen.
Het Vietnamese loempia-dipsausje heb ik van een andere site en past er perfect bij. Wij hebben een deel gegeten zoals het hoort: loempia’s van opgerolde, even geweekte rijstvellen met het sausje. Een ander deel van de loempia’s zijn, omdat alles zo snel afkoelde, nog even in de oven gebakken. Ik vond dat eigenlijk lekkerder en is ook handig als je de loempia’s als tussendoortje wil serveren omdat je dan van te voren de loempia’s al kan rollen.  Het was een goede keuze: deze enige echte Vietnamese loempia’s waren heerlijk en gaan zeker nog een keer worden gemaakt. 

Vietnamese loempia’s met dipsausje 

Voor ca. 12 loempia’s:

12 rijstvelletjes
1/2 pakje glasnoedels
1 winterwortel
flinke hand (witte) koolreepjes
1/2 bakje champignons
4 stengels lenteui
2 teentjes knoflook
1 ei
1 volle tl bouillonpoeder
1 tl suiker
1/2 spaanse peper, zonder zaadjes
3 tl vissaus
1 kipfilet of 1 ons Noordzee-garnalen
Olie

Loempiasaus (Nuoc Cham)

2 el suiker
2 el vissaus
10 el water
1 teentje knoflook
2 el limoen of citroensap
1/2 Spaanse peper, zonder zaadjes

Maak eerst het dipsausje: roer in een kommetje de suiker met het water tot de suiker is opgelost. Voeg dan de vissaus en limoensap toe. Snipper knoflook en peper zeer fijn en voeg ook toe.

Indien je kipfilet gebruikt: pocheer de kipfilet in wat bouillon. Breng eerst de bouillon aan de kook, temper dan het vuur totdat het water van de kook af is en voeg dan de (enkele) kipfilet toe. Laat 7 minuten in de hete bouillon garen en zet dan het vuur uit. Laat de kipfilet dan nog 7 minuten in de warme bouillon liggen. Haal er dan uit en snij het vlees in hele kleine blokjes.

Week de glasnoedels in water. Hak alle groenten, ui, knoflook en rode peper zeer fijn. Hou de wortel even apart. Hak ook de glasnoedel  fijn. Gaar de wortel voor:  5 minuten in kokend water. Zet een pan op het vuur met wat olie en doe hier alle ingredienten in behalve het ei. Laat alles even lekker bakken. Breek het ei in een kommetje en voeg toe als alles in de pan gaar is. Roer alles nog even goed door tot het ei stolt  en zet dan het vuur uit.

Zet een aantal bordjes klaar. Leg op ieder bordje een velletje rijstpapier, dat je eerst even nat maakt door het onder te dompelen in een schaal met water. Wacht even totdat het rijstpapier zacht is. Lepel een flinke schep van het mengsel in het midden van een vel, vorm hier een worstje van en rol dan je loempia op. Dit doe je door eerst een rand over je mengsel te vouwen, dan de zijkanten naar het midden te vouwen en dan door te rollen.

De loempia’s zijn nu klaar om te eten. Indien je ze wilt bakken in de oven: besmeer dan een vel bakpapier in met olie en leg hier de loempia’s op. Bestrijk de loempia’s met een beetje olie en zet ze 10 minuten in het midden van een voorverwarmde oven (180 C). Zet dan nog even de grill aan, indien de bovenkant knapperig is, draai ze dan nog even om (minutenwerk).

Lekker met de dipsaus of sojasaus.
 

  Bronnen: www.puureten.net (sausje: Nuoc Cham) en www.carryskitchen.blogspot.nl (loempia’s)

Gekookte kreeft met een bruiswijn sabayon

gekookte kreeft wijnsabayon

Een saus kan je op verschillende manieren binden. Voor het binden van saus met een eierdooier had ik altijd een beetje een vrees. Een vrees dat ik de saus zou verknallen doordat de eierdooier op het laatst zou gaan stollen. Nu ik deze onderstaande wijze van saus maken heb ontdekt, ga ik het voortaan vaker zo maken. Je krijgt er een lekkere luchtige, bubbelige saus door. De kunst is alleen om op tijd de sauskom uit het hete water te halen om stollen te voorkomen, maar je voelt eigenlijk van zelf aan wanneer dat is.

Op de bovenstaande foto zie je de saus niet zo goed, maar ik wilde graag de kreeft in zijn geheel op de foto. De kreeft was een in zeewater ingevroren, al gekookte kreeft. Deze lag al bijna 2 jaar in de vriezer te wachten op een speciale gelegenheid. En nu was het dan toch echt tijd om de kreeft onder handen te nemen. Gisteren was er de mogelijkheid om het eens als voorgerechtje voor ons tweetjes te maken en voila: 

Gekookte kreeft met een hartige sabayon met bruiswijn en dragon

Voor 4 personen*:

Twee (gekookte) kreeften van 500 gram (diepvries of vers)
3 eierdooiers
50 ml bruiswijn (brut/droog)
1 eetlepel citroensap
100 gram roomboter, in kleine klontjes
halve theelepel gedroogde dragon of 1 tl verse fijn gehakte dragon**
gemalen peper
zout

evt. bedje van salade:
rucolasla
wijn- of ciderazijn
extra virgine olijfolie
peper, zout

Ontdooi van tevoren de kreeften indien zij uit de diepvries komen. Dit gaat het snelst door ze onder koud stromend water te houden.

De saus duurt ongeveer 10 minuten om klaar te maken. Begin dus met de saus en zet een pan met kokend heet en gezouten water alvast klaar voor de kreeft. Kook in een pannetje water op middelhoog vuur en zet hier een ruime schaal op (voor een aubainmarie bereiding). Doe in de ruime schaal de eierdooiers, wijn en citroensap. Klop met een garde totdat de saus indikt en een schuimige gebonden saus wordt. Haal dan de schaal van het pannetje en zet het vuur uit. Sla er de klontjes boter door. Voeg  de dragon, zout en peper toe en zet eventueel tot gebruik nog even boven het hete water.

Doe de kreeften in het kokende water en kook de verse, rauwe kreeften gaar in ca. 5 minuten en de gekookte, ontdooide kreeften warm in 4 minuten.

Leg wat rucola op een schaal, besprenkel met azijn en olie, zout en peper. Klief de kreeften in de lengte doormidden en schik deze op de rucola. Serveer met de schuimige saus.

* Voor 2 personen halveer je alles en mbt de eierdooiers kan je volstaan met een eierdooier van een groot ei.
** Dragon heeft een sterke smaak. Ik ben met de aangegeven hoeveelheid aan de voorzichtige kant gaan zitten, maar voeg na even proeven gerust meer toe indien de dragonsmaak nog niet goed uitkomt in de saus.

Naar een recept van:  www.libelle-lekker.be

Soufflé met blauwe kaas en knolraap

souffle meiraap

De Auchan in de buurt van Lille is enorm. Drie uur dwaalde ik door de supermarkt heen en heb niet alles kunnen bekijken. Het bezoekje aan de Auchan kwam door een initiatief van Marleen van het blog “Eten uit de volkstuin”. Het plan: met een aantal foodbloggers een dagtrip naar deze Franse supermarkt in Roncq. Ik kon halverwege instappen bij het gezelschap. De tijd vloog en voor ik het wist liep ik na een stuk “Flammkuchen” en een koffie door de lange gangen van de Auchan heen.

Ik ben geëindigd in de groente-afdeling. Ik kon daar de knolrapen niet weerstaan, ook al had ik mij voorgenomen niets mee te nemen wat ook in Nederland te koop is. Ze leverden echter zo’n mooi plaatje op (met dank aan Marleen voor de foto!) dat ik er gewoon vrolijk van werd. En zodoende kwamen ze toch in mijn karretje terecht.

Zulke mooie kleurige knolletjes verdienen natuurlijk een goede bestemming. Ik heb ze verwerkt in een soufflé, samen met wat blauwe en belegen kaas.

Het was een top-soufflé. Lekker pittig en hartig door de blauwe kaas en de meiraappuree.

Soufflé met blauwe kaas en knolraap

6 kleine soufflés:

50 gram boter
50 gram bloem
4 deciliter melk
4 eieren
140 gram kaas (100 gram blauwe kaas en 40 gram belegen)
6 kleine meiraapjes (ca 4 cm doorsnede) of 4 grote meirapen
zout, peper
olijfolie

Verwarm de oven voor op 175 C.

Schil en snij de meiraapjes in blokjes. Doe ze in een kookpan en voeg water met een snufje zout toe. Breng het water aan de kook en controleer na 10 a 15 minuten of de stukjes zacht zijn. Giet dan af en pureer de raapjes.

Smelt de boter in een pannetje en roer hier de bloem doorheen. Laat even doorgaren onder voortdurend roeren en voeg dan in 1 keer de melk er bij. Verwarm het geheel totdat het een gebonden saus is.  Roer hier de gepureerde raapjes door en de kaas. Breng op smaak met zout en peper. Laat het mengsel vervolgens een afkoelen (tot lauw).

Splits de eieren in dooiers en wit: doe het eiwit in een vetvrij gemaakte kom. Klop het eiwit tot het wit schuim is en er pieken van te maken zijn. Voeg eerst de eidooiers bij het afgekoelde mengsel en roer dit goed door. Voeg vervolgens het eiwitschuim toe en spatel dit voorzichtig door het mengsel.

Vet vier grote of zes kleine vormpjes in en vul deze driekwart met het mengsel. Plaats in de oven: in circa 20 minuten zijn ze gaar. Haal de vormpjes uit de oven indien het mengsel niet meer rijst en de bovenkant mooi bruin is. Dien dan gelijk op.

Kerstmenu 2013 “Oesters en uien”

Sinterklaas is weer voorbij en nu kunnen we met zijn allen weer na gaan denken over de kerstviering. Bijna dagelijks vallen de folders in de bus met een assortiment van min of meer kant en klare maaltijden. Een kleine greep: in wijn gemarineerde biefstukjes, met appel gevulde rollade, ovenschotel varkenshaas met brie en spek.  Deze produkten liggen al lang van tevoren in de winkel, dus zijn ze waarschijnlijk flink door de producent bewerkt om nog smakelijk uit de verpakking te komen.


Het beste is natuurlijk lekker zelf aan de slag te gaan met kruiden en sauzen. Onderstaand kerstdiner is echt niet al te veel werk. Het soepje is zelfs in enkele minuten in elkaar gedraaid. De hazenpeper is alleen aan stooftijd tijdrovend: eenmaal in de pan heb je er bijna geen omkijken meer aan. En de peertjes stoof je een dag van tevoren, eventueel lekker vlug met de snelkookpan.  

Het lijkt een duur kerstdiner, zo met een voorafje van oesters en als hoofdgerecht wild. Ik heb het even op een rij gezet voor een diner van 4 personen. De oesters zijn dan nog net niet het duurst: 4,25 euro per persoon. De venkelsoep kost 0,31 euro per persoon, de hazenpeper met bijgerechten 4,80 euro per persoon en het nagerecht 2,50 per persoon: in totaal 11,85 euro per persoon. Dat is natuurlijk niet goedkoop maar ga er maar eens voor uit eten. Ik heb hierbij wel de lokale prijzen gerekend, dus wat ik er aan kwijt ben. Heb je zelf verse kruiden in een kruidenbak, dan wordt het weer iets goedkoper.

Kerstmenu 2013 “Oesters en uien”

                                
                                                                      Voorgerecht
                                                                                    *
                                                                         Tussengerecht
                                                                                    *
                                                                       Hoofdgerecht
                                                                                   *
                                                                          Nagerecht

stoofpeer met Zeeuwse babbelaarijs en karamelsaus

Af en toe maakte oma speciaal voor ons kleinkinderen boterbabbelaars. Ik heb nog een foto dat ik staande op een krukje toekijk hoe oma, getooid in klederdracht, de snoepjes maakt. Vliegensvlug ging ze te werk want de stroop koelde snel af en dan was het niet meer handelbaar. Op Zeeuwse jaarmarkten worden ze nog wel eens ter plaatse gemaakt. Zo kwam ik ook aan het potje ambachtelijk gemaakte boterbabbelaars dat ik voor dit recept heb gebruikt*.
Ik heb als basis een recept voor babbelaarijs van een mosselpromotiesite genomen. Helaas had je bij dat recept een ijsmachine nodig en die mis ik nog in de collectie. Toen ik even beter keek, zag ik dat er eerst vanille-ijs moest worden gemaakt en dat daar de vergruisde babbelaars door heen gingen. En zo was het voor mij ook een uitvoerbaar recept geworden want ik heb dus gewoon een pak vanille-ijs gekocht. 
De combinatie stoofpeertjes en karamel is erg lekker en is nu ook weer gebleken. De stoofpeertjes heb ik in de snelkookpan gemaakt. Dat scheelt behoorlijk wat tijd. Maar je kunt ze natuurlijk ook gewoon nog ouderwets in de pan stoven (zie hieronder). Ik heb er voor gekozen om ze in rode wijn te stoven. De kinderen eten het toetje maar gewoon zonder peertje: ze gaan toch wel alleen voor het ijs. 
Bijzonder lekker en echt een tip voor een etentje met een Zeeuwse inslag:   

In rode wijn gestoofd peertje met Zeeuws babbelaarijs en karamelsaus 

1 kilo kleine stoofpeertjes
0,5 liter rode wijn
2 kardemompeulen
2 kruidnagels
1 cm verse gember in plakjes
snufje kaneelpoeder
2 eetlepels kristalsuiker
1 liter vanille roomijs
70 gram boterbabbelaars
80 ml houdbare slagroom
25  gram boterbabbelaars 
Zet het eerst de stoofpeertjes op: met de snelkookpan 20 minuten gaartijd, met gewone pan 2 uur. Schil de stoofpeertjes vanaf het steeltje naar beneden. Snij op het laatst het kontje recht af zodat ze goed rechtop in de pan kunnen staan. Zet de geschilde peertjes rechtop in de pan en schenk hier de wijn bij. Voeg de kruiden en suiker toe en eventueel nog wat water zodat de peertjes grotendeels bedekt zijn met het vocht. Zet de snelkookpan op stand 1 en stoof de peertjes 20 minuten. Zet dan de pan uit en laat de peertjes afkoelen in de pan. Bij het gebruik van een gewone pan: breng het vocht aan de kook en zet dan het vuur laag. Laat de peertjes ca. 2 uur stoven: af en toe even kijken.
Haal (goede kwaliteit!) vanille-roomijs uit de vriezer en laat zacht worden. Doe ondertussen de babbelaars in een plastic zakje en sla ze kapot met een hamer of ander zwaar voorwerp. Meng het babbelaargruis door de zachte vanille-roomijs en zet weer in de vriezer tot 10 minuten voor serveren.
Verwarm de houdbare slagroom en laat hier de boterbabbelaars in smelten onder goed roeren. Laat een beetje afkoelen alvorens het serveren: de saus dikt dan nog ietsje in.
Zet een peertje op een bordje, schenk hier eventueel nog een beetje van de ingedikte wijnsaus over. Schenk met een lepeltje een mooi patroon van de karamelsaus op het bord naast het peertje en leg hier twee bolletjes ijs op.
* Het babbelaarblikje op de foto ligt daar voor de sier. Naast het bord ligt nog een ambachtelijk gemaakte  boterbabbelaar: deze zijn wat groter en onregelmatiger dan uit de blikjes.  

Gegrilde slowcooked Spareribs in biermarinade

spareribs gerookte paprikapoeder bier

Dit zijn de allerbeste spareribs die ik ooit heb gegeten. Tijdens de studententijd ben ik volledig afgehaakt op spareribs. Het was een tijd van goedkoop en vet eten en daar paste met zijn allen onbeperkt spareribs gaan eten (in zaaltje waar ook werd gepoold ed.) bij. Met moeite kreeg je de halve centimeter kleverig vlees van het bot af. Dat waren hele andere spare ribs dan deze, met de slowcooker zacht gegaard en even nagegrilde “platte ribben”.

Voor een lekkere rooksmaak heb ik gerookt paprikapoeder gebruikt, van dat Spaanse paprikapoeder uit een mooi blikje. Er gaan nog wat andere kruiden over het vlees en dan in de slowcooker met een half flesje bier. Liefst een (Emelisse) dubbel want die is mooi licht bitter en licht zoetig en dat combineert fantastisch met het vlees en de rooksmaak van de paprika. Helemaal fusion wordt het met een sausje waar hoisinsaus en worcestershiresaus in gaat maar een gewone barbequesaus past hier ook prima bij.

Vandaag niet van de barbecue maar gewoon uit de slowcooker en van onder de grill:

Slow cooked spare ribs

Voor 4 personen

1 kilo ongemarineerde platte ribben c.q. krabbetjes
1/2 flesje Trappist of een Emelisse dubbel

Kruiden
1 deel gerookte paprikapoeder of gewone paprikapoeder*
1/2 deel cayennepeper
1 deel grof zeezout
1/4 deel zwarte peper
1 deel bruine basterdsuiker
1/4 deel komijn

Sausje
2 el deel tomatenketchup
2 el hoisinsaus
1 tl chilisaus/sambal
1/2 tl mosterd
1/2 tl worcestershiresaus
snufje zout

Rub de kruiden goed in de platte ribben (ook wel krabbetjes genoemd). Doe de trappist in de (elektrische) slowcooker en leg met de botten van ribben naar beneden, de ribben in de slowcooker. Zet de slowcooker op high (90 C) en laat zo’n 5 uur garen (afhankelijk van de dikte). Telkens na een uurtje even de bovenste delen bedruipen met het vocht uit de slowcooker. Zet dan de oven op grillstand en grill de bovenkant in een paar minuten bruin en krokant. Meng het sausje van de ingrediënten. Eet smakelijk. Lekker met een witte-koolsalade (cole slaw) en gebakken aardappelen.

*Als je de spareribs op de bbq klaarmaakt dan kan je gewone paprikapoeder gebruiken want dan krijg je de rooksmaak van de bbq. Bij bereiding in de oven is het lekker om (een deel) Spaanse gerookte paprikapoeder te gebruiken.