Bananencake met speculaaskruiden

banaan speculaascake

Ik probeer zo min mogelijk voedsel weg te gooien. Door handig inkopen te doen is het grotendeels te voorkomen. Toch verdwijnt er wel eens groente en fruit uit het zicht of wijzigen plannen en heb je overschot. Restjes groente kan ik meestal wel kwijt in een zelfgemaakt soepje of ovenschotel. Restjes vlees gaan op de boterham of in de nasi/bami. Fruit dat maar blijft liggen, eindigt meestal in een toetje of cake. Geen probleem.

Nu heeft een pakjes en zakjes fabrikant zich opgeworpen tot redder van de restantjes groente. Deze fabrikant is een grote campagne begonnen. In de tv-reclame wordt voorgedaan hoe je een soepje maakt van een zakje en restjes groente. Je kan ook de groente mengen met de inhoud van een pakje aardappelcupcakemix en dan weer eens wat anders op tafel zetten. Overigens heeft Jeroen Meus op zijn site Dagelijkse Kost een heerlijk recept voor aardappelcupcakes van verse aardappelen!

Dan kom je gelijk bij het punt waarom deze campagne zo’n onzin is. Lekkere groente verpest je niet met de inhoud van deze pakjes. Het is daarnaast allemaal zo makkelijk zelf te maken zonder bijzondere ingrediënten en vaak net zo snel als met een pakje. Dan hebben het we nog niet eens over het geld dat je kunt besparen door deze zakjes en pakjes te vermijden. Daarom is er een social media aktie gestart: iedereen die trots is dat hij/zij zonder zakjes en pakjes iets lekkers op tafel zet, laat dat weten met de toevoeging #nopakjes* aan het bericht.

Voor een #nopakjes Sinterklaasfeest is deze banaan-speculaascake een idee. Je kan er oude, overrijpe bananen in kwijt en is makkelijk en snel te maken!

Bananencake met speculaaskruiden

2 eieren (m)
160ml neutraal smakende olie (bv zonnebloemolie)
140 gr (bruine) basterdsuiker
100 gr bloem
50 gr volkorenbloem
2 theelepels speculaaskruiden
1 theelepel bakpoeder
2 kleine rijpe bananen, geprakt

Verwarm de oven voor op 180 C, hetelucht.
Vermeng de bloem, volkorenbloem, bakpoeder, speculaaskruiden en suiker met elkaar. Voeg hier de 2 eieren, olie en de fijn geprakte bananen bij en meng alles met een paar flinke slagen. Vul een ingevette Zeeuwse knopvorm** hiermee en zet in het midden van de oven. Bak in ongeveer 30 a 40 minuten gaar. Controleer na 30 minuten even met een sateprikker: komt deze er schoon uit dan kan je de cake uit de oven halen.

Bron: Onweerstaanbaar lekker “Desserten”

* De #nopakjes aktie is een initiatief van Antoinette van www.italiaanskokenmetAntoinette.nl
 en Karin van www.koken.blogo.nl (koken met Karin). 
** Een Zeeuwse knopbakblik heeft een inhoud van 1,2 liter, vergelijkbaar met een standaard cakeblik.  

stoofpeer met Zeeuwse babbelaarijs en karamelsaus

Af en toe maakte oma speciaal voor ons kleinkinderen boterbabbelaars. Ik heb nog een foto dat ik staande op een krukje toekijk hoe oma, getooid in klederdracht, de snoepjes maakt. Vliegensvlug ging ze te werk want de stroop koelde snel af en dan was het niet meer handelbaar. Op Zeeuwse jaarmarkten worden ze nog wel eens ter plaatse gemaakt. Zo kwam ik ook aan het potje ambachtelijk gemaakte boterbabbelaars dat ik voor dit recept heb gebruikt*.
Ik heb als basis een recept voor babbelaarijs van een mosselpromotiesite genomen. Helaas had je bij dat recept een ijsmachine nodig en die mis ik nog in de collectie. Toen ik even beter keek, zag ik dat er eerst vanille-ijs moest worden gemaakt en dat daar de vergruisde babbelaars door heen gingen. En zo was het voor mij ook een uitvoerbaar recept geworden want ik heb dus gewoon een pak vanille-ijs gekocht. 
De combinatie stoofpeertjes en karamel is erg lekker en is nu ook weer gebleken. De stoofpeertjes heb ik in de snelkookpan gemaakt. Dat scheelt behoorlijk wat tijd. Maar je kunt ze natuurlijk ook gewoon nog ouderwets in de pan stoven (zie hieronder). Ik heb er voor gekozen om ze in rode wijn te stoven. De kinderen eten het toetje maar gewoon zonder peertje: ze gaan toch wel alleen voor het ijs. 
Bijzonder lekker en echt een tip voor een etentje met een Zeeuwse inslag:   

In rode wijn gestoofd peertje met Zeeuws babbelaarijs en karamelsaus 

1 kilo kleine stoofpeertjes
0,5 liter rode wijn
2 kardemompeulen
2 kruidnagels
1 cm verse gember in plakjes
snufje kaneelpoeder
2 eetlepels kristalsuiker
1 liter vanille roomijs
70 gram boterbabbelaars
80 ml houdbare slagroom
25  gram boterbabbelaars 
Zet het eerst de stoofpeertjes op: met de snelkookpan 20 minuten gaartijd, met gewone pan 2 uur. Schil de stoofpeertjes vanaf het steeltje naar beneden. Snij op het laatst het kontje recht af zodat ze goed rechtop in de pan kunnen staan. Zet de geschilde peertjes rechtop in de pan en schenk hier de wijn bij. Voeg de kruiden en suiker toe en eventueel nog wat water zodat de peertjes grotendeels bedekt zijn met het vocht. Zet de snelkookpan op stand 1 en stoof de peertjes 20 minuten. Zet dan de pan uit en laat de peertjes afkoelen in de pan. Bij het gebruik van een gewone pan: breng het vocht aan de kook en zet dan het vuur laag. Laat de peertjes ca. 2 uur stoven: af en toe even kijken.
Haal (goede kwaliteit!) vanille-roomijs uit de vriezer en laat zacht worden. Doe ondertussen de babbelaars in een plastic zakje en sla ze kapot met een hamer of ander zwaar voorwerp. Meng het babbelaargruis door de zachte vanille-roomijs en zet weer in de vriezer tot 10 minuten voor serveren.
Verwarm de houdbare slagroom en laat hier de boterbabbelaars in smelten onder goed roeren. Laat een beetje afkoelen alvorens het serveren: de saus dikt dan nog ietsje in.
Zet een peertje op een bordje, schenk hier eventueel nog een beetje van de ingedikte wijnsaus over. Schenk met een lepeltje een mooi patroon van de karamelsaus op het bord naast het peertje en leg hier twee bolletjes ijs op.
* Het babbelaarblikje op de foto ligt daar voor de sier. Naast het bord ligt nog een ambachtelijk gemaakte  boterbabbelaar: deze zijn wat groter en onregelmatiger dan uit de blikjes.  

Hartige koekjes met za’atar

hartige koekjes za'atar
Hartige koekjes met verse tijm, mosterd en za’atar

Voor bij de borrel met roomkaas of zachte geitenkaas of bij een kaasplankje. Te omschrijven als hartige biscuitjes. Het van oorsprong Engels recept had het over een “digestive”. Naar mijn smaak was het oorspronkelijk recept veel te zoet. Ik heb dan ook de hoeveelheid suiker gehalveerd. En het mocht ook nog iets kruidiger. Met de za’atarmix in plaats van sesamzaadjes wordt dit een bijzonder lekkere hartige biscuit.

De za’atarmix had ik van mijn broer gekregen. Het is een Libanese za’atarmix: za’atar met sesamzaadjes. De smaak van za’atar wordt op diverse sites omschreven als een kruising tussen tijm en oregano. Het smaakt in ieder geval bijzonder goed op deze koekjes. Dus wil je eens wat bijzonders bij het kaasplankje of bij een buffet: denk dan eens aan dit koekje. Makkelijk en snel klaar!

Hartige koekjes met za’atar

Ca. 40 stuks;

175 gram volkorenmeel
50 gram speltmeel/havermeel
12 gram basterdsuiker
2 tl bakpoeder
60 gram roomboter
3 el melk
2 tl Dijon-mosterd
2 el (Libanese) za’atar of sesamzaadjes
1 el tijmblaadjes
zout
vers gemalen zwarte peper

Verwarm de oven voor op 200 C. Doe het meel in een kom en voeg de suiker, tijmblaadjes, zout en peper en bakpoeder toe. Meng alles even goed door elkaar. Doe er dan de boter in stukje bij en kneed met de vingertoppen tot een kruimelig deeg. Klop de mosterd door de melk en doe dit door het deeg. Kneed er een zacht maar niet plakkerig deeg van. Voeg evt. meer meel of melk aan toe. Rol het deeg uit op een bebloemd werkvlak tot een dikte van 5 mm. Steek met een koekjessteker of glas (doorsnede ca. 5 cm) rondjes uit het deeg. Leg de rondjes op een ingevette bakplaat. Kneed het deeg weer en rol weer uit en steek van het overige deeg nog rondjes totdat het deeg op is. Leg ze allen op de bakplaat. Prik met een vork gaatjes in de koekjes en bestrooi met sesamzaad of za’atar (mengsel van gedroogde wilde tijm met sesamzaad). Bak de koekjes in 12 minuten goudbruin. Laat ze afkoelen en doe ze in een koekjestrommel. Circa 5 dagen zijn de koekjes houdbaar. Serveer ze bij een kaasplankje of eet ze met verse kaas, roomkaas of zachte geitenkaas bij de borrel.

Op basis van een recept van: Cooking with herbs

Rozengelei met rode peper

rozengelei

Een rozengelei van de rozenstruiken uit de eigen achtertuin vind ik erg bijzonder. Toen we ons huis hier in Zeeland kochten, stond het al vol met verschillende soorten rozen: op stam, struiken, klimrozen, pioenrozen: het was er allemaal. Ook zijn bijna alle kleuren vertegenwoordigd. We hebben ondertussen veel van de bestaande beplanting vervangen, maar van de rozen blijven we af.

Door eventjes een rode peper mee te koken is de rozengelei net iets pittiger van smaak. De smaak lijkt erg op rozenbotteljam, de kleur ook *. De gelei is erg lekker op brood maar ook lekker bij een kaasplankje als nagerecht. 

Het rode pepertje is nog van de peperoogst van vorig jaar. De verse pepers die je niet gelijk kunt gebruiken doe je gewoon in een schaal, het liefst een schaal waar nog wat lucht door heen kan komen. De pepers drogen dan bij kamertemperatuur zonder te bederven.

Rozengelei met rode peper

Voor 2 potjes rozengelei:

– de blaadjes van 5 rode rozen
– 250 ml appelsap
– 200 ml water
– 1 (gedroogde) rode peper
– 400 gram geleisuiker
– 2 eetlepels citroensap

Haal de blaadjes van de roosknoppen en was ze met water. Laat goed uitdruppen. Verwarm dan de appelsap en kook hier de blaadjes even in. Laat dan afkoelen. Zet het afgekoelde mengsel in de koelkast en laat het minstens 12 uur staan. Doe het mengsel dan door een zeef in een pannetje, gooi de achtergebleven rozenblaadjes weg en voeg water toe. Voeg dan de geleisuiker toe en laat het een klein uur pruttelen. Check af en toe de dikte door een lepeltje van de warme gelei op een koud bordje te gieten. Krijgt het een gelei-achtige massa, voeg dan de hele rode peper toe en laat nog 10 minuten zachtjes meekoken. Haal dan de peper uit de gelei en giet de hete gelei in goed schoongemaakte potjes.

* En het ruikt ook nog eens heerlijk!!!!

Luchtig aardbeienkwarktoetje met krokant laagje

aardbeienkwarktoetje krokant laagje

Ik was van plan om afgelopen weekend samen met mijn dochtertje een kwarktaart te maken. Zij had hier al een paar keer om gevraagd. Ik had een leuk recept gezien op de site van Keukenliefde, dus het moest er maar eens een keer van komen. Met alle ingrediënten in huis, had ze er opeens totaal geen zin meer in. En ik geen zin om de taart in mijn eentje te maken.

Gisteren besloot ik van de kwark maar een luchtig toetje te maken. Ik kwam via Google het idee tegen om er een soort crème brûlée van te maken: dus de kwark even bestrooien met suiker en dan kort onder de gril van de oven. Ik heb de suiker iets te dun gestrooid maar het was toch een lekker knisperig laagje geworden. En onder het knisperige laagje een lekkere luchtige aardbeienkwark. Deze houden we er in. Nu nog een goed idee voor het ongebruikte blikje mandarijntjes.

Luchtige aardbeienkwarktoetje met krokant laagje

1 pak kwark naturel van 450 gram (Belgie: verse kaas)
3 eetlepels aardbeienjam
kristalsuiker

Roer de aardbeienjam door de kwark en proef even of het zoet genoeg is. Eventueel nog iets meer aardbeienjam maar hou in gedachte dat er nog een suikerlaagje op komt. Ga even met de staafmixer door de kwark om de kwark luchtig te slaan. Doe de kwark over in ovenschaaltjes en bestrooi de kwark met een laagje suiker. Zet de gril aan en zet de bakjes met kwark onder de gril. Blijf er bij want de suiker bruint heel snel. Als de suiker bruin is geworden, uit de oven halen en opdienen.

Agar agar toetje

agar agar toetje

Altijd een succes geweest bij kinderen: Jello (jelly)-pudding ofwel wiebelpudding. In Jello-pudding zit gelatine oftewel beendermeel. Ik heb dat toch altijd een beetje naar idee gevonden. Ik weet het, het zit ook in veel andere etenswaren en je moet er gewoon niet teveel bij nadenken.  Maar toen ik nog niet zo lang geleden van agar-agar hoorde, een plantaardig middel met dezelfde werking, ben ik gelijk hiernaar op zoek gegaan. In toko’s verkopen ze agar agar in verschillende kleuren. En het is te verkrijgen in natuurvoedingswinkels.

Ik ben begonnen met de zakjes uit de toko. Vandaag mijn eerste probeertoetje. Gelijk maar alvast getest of dit een leuk toetje voor de feestdagen kan worden. Onder aan de kerstboom heb ik een aantal yoghurtsnoepjes “gelegd”. De agar agar kun je voor een toetje in water met suiker oplossen. Maar ook bijvoorbeeld in vruchtensap of kokosmelk. Hierbij is het wel oppassen: zure sappen tasten de bindkracht aan. Dus sappen met papaja, ananas en kiwi kun je beter vermijden.

Ik vind het toetje zeer geslaagd. De pudding komt makkelijk uit de vorm omdat de agar agar iets steviger wordt dan de gelatinetoetjes. En de binding komt sneller dan bij gelatine. Het volgende experiment wordt een mousse met agar agar. Wordt vervolgd……

Agar agar toetje

1 zakje Agar-agar groen (10 gram)
een paar yoghurtsnoepjes
1 liter water
250 gram suiker

Los het zakje agar agar op in een liter water. Zet het op een laag vuur en voeg al roerend hierbij 250 gram suiker. Laat het even doorkoken en haal dan de pan van het vuur. Mocht je met de snoepjes aan de slag gaan, dan moet het mengsel wel iets afkoelen voordat je het in de vorm giet. Na een uurtje kun je het uit de vorm halen.

Citroensorbet met verse ananas

citroen sorbetijs
Eerste kerstdag mag ik het toetje van het kerstdiner verzorgen. Ik heb al gehoord wat het hoofdgerecht gaat worden: een wildstoofpot. Dat eet ik niet vaak maar wel heel graag. Het voorgerecht is nog onbekend, maar de kok hiervan kennende zal het ongetwijfeld erg lekker worden. Dus of er nog veel ruimte zal zijn voor het toetje…
Mijn lievelingstoetje bestaat uit sorbetijs met vers fruit. Daarna gewoon een koffie met een likeurtje en/of een bonbon. Ik denk dat ik hier ook mijn familieleden blij mee maak. Deze kerst zelfgemaakt sorbetijs, zonder ijsmachine. Gisteren heb ik even geoefend. Het was verrassend eenvoudig en veel lekkerder dan uit de super. Daarnaast nog de combinatie citroensorbetijs en geroosterde ananas uitgeprobeerd. Niet echt bijzonder. Gewone, goed rijpe, sappige verse ananas is er nog het lekkerste  bij. Misschien giet ik bij de volwassenen nog een scheutje Blue Curaçao over het sorbetijs, voor de lekker en het leuke effect. Maar we hebben nog een krappe drie weken te gaan en plannen kunnen veranderen.  

Citroensorbetijs

150 ml citroensap (ca. 3 citroenen)
rasp van 1 citroen
400 ml water
200 gram suiker

Dompel eerst de citroenen even in kokend heet water: voor het afweken van het waslaagje. Ook biologische citroenen hebben overigens vaak een waslaagje. Als het goed is zie je een olie-achtig laagje op het water komen. Veeg dan nog even met een schone doek de citroenen droog. Rasp van 1 citroen de schil ragfijn. Pers de citroenen uit.  Doe water en suiker in een pan en laat de suiker langzaam smelten. Voeg als de suiker gesmolten is de citroensap en rasp toe. Laat even afkoelen en giet dan in een diepvrieskom. Laat het mengsel eerst een uur in de vriezer opstijven. Ga er dan met een lepel en daarna met de staafmixer even door. Laat weer een uur staan en dan weer even mixen. Herhaal dit nog een keer. In totaal 3 maal mixen. Laat dan tot 5 minuten voor gebruik staan in de vriezer.

met een scheutje blue curaçao

Tip:

Rasp van de overige citroenen ook de schil en laat de rasp drogen op een bordje in de vensterbank. Bewaar de gedroogde schilletjes in een leeg kruidenpotje.

Pruimencrumble met custardsaus

pruimenkruimel custardsaus

Als pas gestarte kookblogger kijk ik af en toe ook eens op de sites van andere enthousiaste kookbloggers. Het viel mij op een gegeven moment op dat er zoiets bestaat als een foodblogevent. Er wordt dan een thema bedacht en sturen kookbloggers hun favourite recept in. Met prachtige foto’s van de gerechten erbij. Een winnaar wordt gekozen en mag de volgende maand het event organiseren. Deze maand is door YellowChef het thema “een troostend dessert voor donkere dagen” gekozen. Ik plaats gelijk even een linkje aan de zijkant voor het duurzame initiatief van YellowChef: via deze site kunnen aanbieders en klanten van thuisgemaakte produkten elkaar vinden.

Ik ben met de pruimen uit de fruitschaal aan de slag gegaan. Samen met de amandelen van eigen oogst en de zelfgemaakte perenjam, zijn ze verwerkt in een pruimencrumble. Ik hou zelf erg van toetjes met fruit. Door de lekkere koekkruimels aan de bovenkant is een crumble ook altijd een succes bij kinderen. Deze crumble doet mij erg aan Engeland denken. Dus heb ik met de vorige vakantie meegenomen custard een lekkere schuimige custardsaus voor erbij gemaakt. Erg lekker!

Pruimencrumble

350 gram pruimen
2 eetlepels perenjam (of andere jam naar smaak)
handje blanke amandelen
50 gram boter
50 gram suiker
65 gram bloem

Snij de pruimen door de helft en haal de pitten er uit. Snij de helften overlangs vervolgens nog in 2 a 3 delen. Roer 2 eetlepels perenjam (zie recept hieronder) door de pruimen en doe de pruimen in een ovenschaaltje. Indien in de jam geen kaneel is verwerkt, ook nog een snuifje kaneel toevoegen en even doorroeren. Laat de boter zacht worden, bijvoorbeeld in de magnetron 1 1/2 minuut op ontdooistand en roer door de boter vervolgens de suiker en daarna de bloem. Dit wordt een kruimelig deeg. Deze deegkruimels vervolgens over de pruimen heen strooien. De blanke amandelen even roosteren en vervolgens in kleine stukjes breken. Over de deegkruimels strooien. De pruimen-perencrumble in de oven bakken: 30 minuten op 200 C.

Perenjam

1 kilo peren in stukjes gesneden
1 kilo pak geleisuiker
snuf kaneel
citroenrasp

Breng de in stukjes gesneden peren met de suiker aan de kook in een kookpan en voeg hier een snuf kaneel aan toe en een beetje citroenrasp. Laat het ongeveer 4 minuten koken. Test de jam door op een koud bordje een lepeltje van de jam-massa te gieten. Als dit stolt tot een mooie substantie, dan kan de pan van het vuur. Giet in goed uitgekookte potjes.

Custardsaus

1 dl melk
1 tl custardpoeder
1 tl suiker

Breng de melk aan de kook met een theelepel custardpoeder en 1 theelepel suiker. Goed blijven roeren met een garde tot een mooie schuimige saus ontstaat.