Warm gerookte eendenborst met linzen

gerookte eendenborst linzen

Binnen het tijdsbestek van een week had ik begin deze maand twee leuke foody-uitjes. Het eerste tripje ging richting Lille, samen met Marleen van het blog Eten uit de volkstuin, Martine van Duizend en een dag en Emmelien van het blog Zoet en roze.

We waren vorig jaar voor het eerst samen op pad geweest naar de Auchan in Lille. Deze keer wilden we ook de markthal van Wazemmes bezoeken. Wazemmes was ooit een dorp buiten de stadsmuren van Lille. Tijdens de 19e eeuw vestigden zich tijdens de industriële revolutie veel fabrieken en in 1858 werd het onderdeel van Lille.

De markthal stamt uit 1869 en is prachtig. De hele hal is gevuld met slagers, bakkers, groentehandelaren, viswinkels met lokale Franse producten maar er zijn ook hoekjes van de hal waar je wat meer exotische producten kan kopen. Drie keer in de week is er buiten nog een markt. We hebben al afgesproken dan een keertje terug te gaan.

Het tweede foody-uitje was richting Koog aan de Zaan waar het foodblogevent “All you need is food” werd gehouden. Dit was een event, georganiseerd door het bureau Kroon op het werk. Er waren lezingen, proeverijen en de mogelijkheid om bij restaurant De vijfde smaak na te tafelen met collega-bloggers. Het diner was erg gezellig en het eten heerlijk. Het begon goed met een umami-amuse. Als hoofdgerecht was er eendenborst met onder andere linzen. Deze combinatie heb ik gelijk opgeslagen in mijn geheugen.

Zelf heb ik de eendenborst licht gerookt en de linzen samen met de uit Lille meegenomen rammenas gestoofd. Rammenas is een wortel met de smaak van radijs en een zwarte schil. Je kan rammenas rauw eten maar dat was voor mij te scherp. Gestoofd is rammenas lekker pittig en dat was erg lekker tussen de linzen. Ik ben nu toch aan het bekijken of ik volgend jaar rammenas in de moestuin kan kweken.

Warm gerookte eendenborst met linzen

2 eendenborsten
olie

3 el sherry
2 el witte wijn
1 1/2 el Japanse sojasaus
1/2 tl gember
1/2 tl Chinese five spices
2 tl honing

250 gram gekookte bruine linzen
1/2 rammenas (of enkele radijsjes of venkel)
1 el zwarte bonensaus
1/2 el oestersaus
scheutje sherry
zout
olie

Doe een eetlepel houtmot in de rookoven en plaats hier het lekbakje op. Besmeer de eendenborsten met wat olie en plaats op het rekje. Zet het vuur aan en doe de deksel tot op een centimeter na dicht. Sluit indien er rook omhoog kringelt. Rook de eendenborsten 5 minuten. Doe de ingrediënten voor de marinade in een pannetje: de sherry, de wijn, sojasaus, gember, Chinese five spices en honing, en verwarm dit op een laag vuur. Laat 5 minuten zachtjes koken. Zet het vuur uit en laat de marinade een beetje afkoelen. Bestrijk de eendenborsten met marinade en laat ze een half uur rusten. Bak dan de eendenborsten nog even kort in de pan: ca. 5 minuten op het velkant en 3 minuten op vleeskant. Pas op voor verbranden omdat er ook honing in de marinade zit.

Snijd voor de linzenstoverij de rammenas of venkel in kleine stukjes en bak deze aan in wat olie. Voeg gekookte linzen toe en verwarm ze mee. Doe op het laatst de bonensaus, oestersaus, sherry en zout naar smaak erbij.

Snijd de eend in plakjes en serveer met de linzen. Dit gerecht kan heel goed als voorgerecht worden geserveerd.

Aardappel-uisoep

soep aardappel ui

Ik had deze soep ook aardappelsoep met krokant gebakken uiringen kunnen noemen of gerookte knoflooksoep of gewoon aardappelsoep. Je kijkt naar welke ingrediënten de soep het meest karakteriseren.  Laat je bij deze soep de gebakken uiringen weg dan zal de soep heel anders worden. De gebakken uiringen geven het namelijk een lekker hartige smaak. Een beetje rokerige smaak komt van de gerookte knoflook. Deze knoflook is bij delicatessenzaken te koop maar je kan ook zelf knoflook roken, zie daarvoor deze link. Zie je overigens dat laatste niet zitten, dan kan je nog reepjes gerookt spek toevoegen of een snufje gerookt zout*.

Dan zijn er natuurlijk nog de basisingrediënten aardappel en ui, de bruine uien in de soep en de rode ui gebakken op de soep. Rode ui heeft een iets mildere en iets zoetere smaak dan de bruine ui. We hebben dit jaar voor het eerst rode uien geplant in de moestuin en ik vind het nog steeds heel bijzonder om met een uitje uit eigen tuin te koken. Ze blijven lang goed en mede daarom kon ik ze nog gebruiken in deze lekkere soep. Afijn, voor de naam moest ik een knoop doorhakken en het is dus geworden:

Aardappel-uisoep

500 gram aardappelblokjes
2 bruine uien, gesnipperd
2 teentjes gerookte knoflook, in stukjes
1 liter groentebouillon
1 (rode) ui, in ringen
vers gemalen peper
eetlepel boter
olijfolie
verse peterselie, fijn gesneden

Optioneel: spekblokjes en/of scheutje Madeira

Verwarm de boter op middelhoog vuur in een soeppan en bak hier eerst de gesnipperde uien in, dan de knoflook en de aardappelblokjes. Voeg dan bouillon toe en laat het geheel een kwartier koken. Als de aardappelblokjes gaar zijn, pureer dan de soep met een staafmixer. Maak de soep verder op smaak met vers gemalen peper. Bak in een koekenpan de rode ui in de olijfolie licht krokant. Verdeel de soep over 4 kommen en strooi hier verse peterselie overheen en leg een hoopje gebakken ui in het midden. Lekker met nog een scheutje Madeira.

* Door de bouillon is de soep al vrij zout, dus je kan beter voorzichtig doen met het zout. 

Maleisische Rendang (runderstoofpot uit Maleisie)

maleisische rendang

Ik maak regelmatig Indonesische rendang. Ik gebruik daarvoor een bij de Toko gekochte boemboe. Ik heb wel eens gekeken of ik een eigen rendang-kruidenmix kon samenstellen maar er gaan in de Indonisische rendang veel exotische ingrediënten waarvan ik vermoed dat ik ze niet snel nog een keer zal gebruiken. Dit zijn ingrediënten als kemiri-noten, citroengras, djeroek poeroet, salaam blaadjes en galangawortel.

Gisteren was ik in mijn Aziatische kookboek op zoek naar een lekkere pittige stoof toen ik het recept tegenkwam van Maleisische Rendang. Ik had alle kruiden en dergelijke in huis, dus kon gelijk uittesten of er veel verschil is tussen de Indonesische en Maleisische versie. Ik vond het een zeer geslaagde rendang en kan dit gerecht nou dus op tafel zetten zonder een kant en klare kruidenmix. Met uien uit de moestuin en biologische sucadevlees uit het Hereford-rundvleespakket was het smullen van deze lekker pittige:

Maleisische Rendang

1 kilo sucadelappen
2 uien
4 tenen knoflook
3 chilipepers, zonder zaadjes
1 el geraspte verse gemberwortel
5 dl kokosmelk
1 el olie
1 el gemalen koriander
1 el gemalen komijn
1 tl kurkuma
1 tl gemalen kaneel
1/4 tl gemalen kruidnagel
1/4 tl chilipoeder
1 reepje citroenschil
1 el citroensap
1 el bruine suiker
1 tl tamarinde

Meng ui, knoflook, pepers, gember en 2 el kokosmelk in een blender tot een gladde massa. Verhit de olie in een ruime pan. Voeg kruidenmassa, gemalen koriander, komijn, kurkuma, kaneel, kruidnagel chilipoeder, citroenschil en vlees toe. Roer tot het vlees helemaal bedekt is met de specerijen. Voeg dan de rest van de kokosmelk toe en breng het geheel aan de kook. Laat vervolgens alles op een laag vuurtje zachtjes sudderen tot het vlees mals is (ca. 2 uur).

Roer als het vlees mals is, er het citroensap, suiker en tamarinde door. Serveer met rijst. Dit is een zogenaamde “droge” curry zonder veel saus. Het is dan ook lekker om nog bijvoorbeeld een groentegerecht in kokossaus bij te serveren.

Bereid je het vlees in de electrische slowcooker (crockpot): verminder dan de hoeveelheid kokosmelk met de helft en doe alles voor het sudderen in de keramische bak van de slowcooker en reken op ca. 4 uur op 90C (high).

Bron: De complete Aziatische keuken

Bananencake met speculaaskruiden

banaan speculaascake

Ik probeer zo min mogelijk voedsel weg te gooien. Door handig inkopen te doen is het grotendeels te voorkomen. Toch verdwijnt er wel eens groente en fruit uit het zicht of wijzigen plannen en heb je overschot. Restjes groente kan ik meestal wel kwijt in een zelfgemaakt soepje of ovenschotel. Restjes vlees gaan op de boterham of in de nasi/bami. Fruit dat maar blijft liggen, eindigt meestal in een toetje of cake. Geen probleem.

Nu heeft een pakjes en zakjes fabrikant zich opgeworpen tot redder van de restantjes groente. Deze fabrikant is een grote campagne begonnen. In de tv-reclame wordt voorgedaan hoe je een soepje maakt van een zakje en restjes groente. Je kan ook de groente mengen met de inhoud van een pakje aardappelcupcakemix en dan weer eens wat anders op tafel zetten. Overigens heeft Jeroen Meus op zijn site Dagelijkse Kost een heerlijk recept voor aardappelcupcakes van verse aardappelen!

Dan kom je gelijk bij het punt waarom deze campagne zo’n onzin is. Lekkere groente verpest je niet met de inhoud van deze pakjes. Het is daarnaast allemaal zo makkelijk zelf te maken zonder bijzondere ingrediënten en vaak net zo snel als met een pakje. Dan hebben het we nog niet eens over het geld dat je kunt besparen door deze zakjes en pakjes te vermijden. Daarom is er een social media aktie gestart: iedereen die trots is dat hij/zij zonder zakjes en pakjes iets lekkers op tafel zet, laat dat weten met de toevoeging #nopakjes* aan het bericht.

Voor een #nopakjes Sinterklaasfeest is deze banaan-speculaascake een idee. Je kan er oude, overrijpe bananen in kwijt en is makkelijk en snel te maken!

Bananencake met speculaaskruiden

2 eieren (m)
160ml neutraal smakende olie (bv zonnebloemolie)
140 gr (bruine) basterdsuiker
100 gr bloem
50 gr volkorenbloem
2 theelepels speculaaskruiden
1 theelepel bakpoeder
2 kleine rijpe bananen, geprakt

Verwarm de oven voor op 180 C, hetelucht.
Vermeng de bloem, volkorenbloem, bakpoeder, speculaaskruiden en suiker met elkaar. Voeg hier de 2 eieren, olie en de fijn geprakte bananen bij en meng alles met een paar flinke slagen. Vul een ingevette Zeeuwse knopvorm** hiermee en zet in het midden van de oven. Bak in ongeveer 30 a 40 minuten gaar. Controleer na 30 minuten even met een sateprikker: komt deze er schoon uit dan kan je de cake uit de oven halen.

Bron: Onweerstaanbaar lekker “Desserten”

* De #nopakjes aktie is een initiatief van Antoinette van www.italiaanskokenmetAntoinette.nl
 en Karin van www.koken.blogo.nl (koken met Karin). 
** Een Zeeuwse knopbakblik heeft een inhoud van 1,2 liter, vergelijkbaar met een standaard cakeblik.  

Foodblogevent december 2014 “Let’s crunch”

Voor de maand December mag ik het Foodblogevent hosten. Bij het foodblogevent nodig je bloggers uit een recept voor een gerechtje rond een bepaald thema in te sturen. Daar wordt door de host een blogger uitgekozen die het meest verrassende of passende recept instuurt. Deze blogger mag dan het volgende foodblogevent organiseren. Voor deze maand heb ik gekozen voor een thema dat past bij December en dat ook geheel in mijn eigen belang is:

Dit jaar zijn wij namelijk gastheer en -vrouw voor de kerstbijeenkomst van mijn schoonfamilie. Voor de meeste familieleden betekent dit een reis van uur heen en een uur terug in de auto. Daarom besloten wij er een feestje in de vroege middag van te maken: een kerstlunch met lekkere hapjes en drankjes. De uitdaging wordt om met vijftien gasten van verschillende leeftijden (van 6 jaar tot 76 jaar) en natuurlijk verschillende smaken (soms ook onbekend want nieuw in de familie) er een leuke kerstlunch van te maken. Dan kom je al gauw op het idee om veel kleine, warme en koude gerechtjes of hapjes te gaan maken en te serveren. Natuurlijk met begeleiding van feestelijk brood en dergelijke.

Het thema van dit foodblogevent wordt mede daarom:

“Let’s Crunch”

Stuur mij jouw feestelijke “Christmas lunch”- recept in!. Ik zoek recepten voor een bijzonder feestsoepje, en recepten voor een hapje dat kinderen aanspreekt, recepten voor vegetarische gasten, voor gasten die op een culinair hoogstandje hopen, voor feestelijke broodjes, eenhap-snackjes etc etc. Kortom, ik hoop op veel verschillende gerechtjes met een hoog feestgehalte en die natuurlijk ook inspiratie kunnen zijn voor het daarna volgende nieuwjaars-buffet!

Als je het leuk vindt om mee te doen met het foodblogevent:

1. Maak dan een lekker gerechtje voor op de kerstlunch-tafel.
2. Plaats het op je foodblog en vermeld dat je meedoet aan het foodblog event door te linken naar deze blogpost.
3. Laat een url-link naar jouw blogpost achter in een reactie onder deze blogpost.
4. Laat via facebook en/of twitter weten dat je meedoet aan het foodblog event. Gebruik hiervoor #foodblogevent en tag mij @Oestersenuien
5. Stuur je inzending in vóór 30 december 2014. Op 30 december 2014 wordt dan de winnaar (en nieuwe host) bekend gemaakt.


Heb je geen blog, maar wil je toch meedoen? Stuur me dan via mijn webformulier een berichtje met emailadres en ik laat je dan weten waar je de inzending (recept + foto) naar toe kan sturen.

Hartig pompoenbrood

hartig pompoenbrood

Als ik wat inspiratie nodig heb voor een gerecht met pompoen, surf ik naar de Amerikaanse site “The Kitchn”.  Daar staan meer dan 2000 artikelen/tips/recepten met pompoen op. Zo kwam ik er achter dat ze in Amerika pompoenpuree in blik bestaat. Indien je een recept van deze site wilt koken of bakken, zal je meestal om moeten gaan rekenen. Dat is een heel gedoe daarom gebruik ik meestal vooral het idee.

Dit recept van hartig pompoenbrood komt niet van de Kitchn maar van een Engelse site waar alles al in grammen stond aangegeven. Ik hoefde dus alleen maar te testen of het een goed recept is. Ik heb hierbij voor het eerst de deeghaak van de keukenmachine gebruikt. Deze keukenmachine (Braun Multisystem) heb ik van mijn ouders overgenomen en doet het geweldig. Er is een wereld voor mij opengegaan: wat een gemak. Er gaan de komende tijd nog wel wat meer broodjes uit de oven komen. Dit rustieke luchtige pompoenbrood was in ieder geval alvast een groot succes. Getest en goedgekeurd:

Hartig pompoenbrood

500 gram tarwebloem
2 tl gedroogde gist
2 tl zout
1 tl paprikapoeder
450 gram gekookte en gepureerde pompoen
Olijfolie
Pompoenzaden

Schil en snij een kleine pompoen in stukjes. Doe de stukje pompoen in een kookpan met een paar eetlepels water en breng het geheel aan de kook. Zet het vuur laag en laat de pompoen zacht worden in ca. 20 minuten. Giet eventueel vocht af en pureer de pompoen met een staafmixer. Laat het wat afkoelen. Doe de gist, tarwebloem, zout, paprikapoeder en de afgemeten hoeveelheid pompoenpuree in de beslagkom met deeghaken van de keukenmachine. Laat het 10 minuten draaien tot een mooi elastisch deeg. Indien het deeg draden trekt aan de zijkant van de machine (alsof er armpjes naar boven klauwen), voeg dan nog een beetje bloem toe en laat de keukenmachine nog even doordraaien. Mocht het deeg te droog zijn, voeg dan wat water toe en draai de machine nog even door. Alles kan natuurlijk ook gewoon met de hand worden gekneed.

Doe het deeg in een kom en leg hier een doek overheen. Plaats de kom op een warme plek. Laat 1,5 a 2 uur rijzen.

Sla daarna het deeg plat en vouw de linker en rechter-zijkanten naar binnen, druk nog een keer aan, draai het deeg een kwartslag en vouw dan nog een keer de zijkanten naar binnen. Bol het deeg op en plaats het op een met bakpapier bedekte ovenplaat. Vet de eerder gebruikte grote kom in en zet deze hier over heen. Laat het deeg nog een half uur tot drie kwartier rijzen. Bestrijk dan de bovenkant met wat olijfolie en bestrooi met pompoenzaden. Plaats de ovenplaat in het midden van een voorverwarmde oven (200C). Bak in 30 tot 40 minuten goudbruin. Laat afkoelen voordat je het brood snijdt. Lekker met blauwe kaas, kruidenkwark en pittige vleeswaren.

www.howtocookgoodfood.co.uk

Mosselen met amandel-citroenkruim

mosselen amandel citroenkruim

Zelfs in de herfst en winter krijg je een vakantiegevoel in Yerseke. In het weekend is er altijd wel wat aanloop van toeristen op zoek naar de beste plek om mosselen, oesters en allerlei ander lekkers uit de viswinkels te kopen. Maar ook doordeweeks wordt je er af en toe door overvallen. We stonden afgelopen week in het centrum van Yerseke en roken opeens de zilte lucht van de Oosterschelde en hoorden wat meeuwen krijsen. Dan krijg je gelijk weer zin om naar het strand te hollen en daarna een visje of een pannetje mosselen te eten. Maar ja, we waren er aan het einde van de middag voor praktische zaken, dus toch maar gewoon naar huis gereden.

Een paar dagen daarna, kwamen er dankzij een leuke voordeelaktie toch mosselen op tafel. Ik had weer eens zin om een nieuw recept uit te proberen. Deze keer zijn een gedeelte van de mosselen in een voorgerechtje terecht gekomen. Het is een recept uit het boek: Inter Scaldes & Jannis Brevet, uitgegeven in 2002. Inter Scaldes is een restaurant in Kruiningen met twee Michelinsterren en een nummer 1 notering in de Lekker 500. De recepten uit dit boek zijn overigens voor een thuiskok goed te maken. Het is een eenvoudig gerecht maar bijzonder lekker. 

Mosselen met amandel-citroenkruim

2 kg mosselen
75 gram amandelen (ca 4 ons met schil)
1 citroen
2 gram salie
10 gram geraspte Parmezaanse kaas
80 gram boter

Kraak de amandelen en leg ze even in kokend water om het bruine velletje week te laten worden. Verwijder het bruine velletje en rooster de amandelen kort in een droge koekenpan. Vermaal ze in de blender, stop op tijd anders heb je fijn amandelmeel. Rasp de schil van een citroen en roer dit door de amandelkruim. Snij de salie zeer fijn en meng dit samen met de Parmezaanse kaas ook door de amandelkruim. Steek de rauwe mosselen met een kort mesje open en haal er de bovenste schelp af. Leg een hoopje amandel-citroenkruim op de mossel en daar op een klontje boter. Drapeer op een ovenschaal (met rooster) en zet even onder de grill van de oven, zodanig dat er een mooie lichtbruine kleur verschijnt.*

Bron: Inter Scaldes & Jannis Brevet, 2002

*Om het aantrekkelijk te presenteren, kan je wat venkelpluis of wat zeewier tussen de mosselen draperen, en eventueel wat schelpen aan de rand leggen. Met dit mosselgerecht doe ik mee aan het foodblogevent van november 2014, gehost door Rene van het blog “het eten is klaar”.  

Kip curry “Kapitan” uit Maleisië

kipcurry kapitan

Deze Maleisische “Kip Kapitan” is kipfilet in een pittige kokossaus. Een apart ingrediënt van deze saus: gedroogde garnalen. De gedroogde garnalen worden eerst even geroosterd in de pan, dan gemalen en vervolgens door de saus geroerd. De lucht die bij het roosteren uit je pan komt is ongeveer te vergelijken met de lucht van trassie en werd door mijn voorbijlopende kinderen samengevat met JECH. Ze hebben het gerecht daarna ook niet meer willen proeven terwijl het eindresultaat briljant was, superlekker!.

In het originele gerecht horen kemirinoten. Met deze (gemalen) kemirinoten wordt de saus gebonden. Omdat ik geen kemirinoten in de kast had, heb ik gezocht naar een vervanging. Ik kwam amandelen als suggestie tegen en dat paste precies in mijn straatje. We hebben namelijk dit jaar een enorme oogst aan amandelen van onze twee bomen, wel 10 kilo! Dan reken ik wel de amandel zonder zijn buitenste zachte groene schil maar nog in de harde – zo lastig te kraken – harde schil. Er is dus voorlopig genoeg voorraad. Erg handig, dat blijkt wel weer bij dit recept.

Kip kapitan

500 gram biologische kipfilet, in dobbelstenen
15 blanke amandelen*
2 a 3 rode chilipepers
1 tl citroengraspoeder (of het wit van 3 stengels citroengras)
1 tl gedroogde kurkuma
30 gram gedroogde garnalen
2 grote uien, gesnipperd
2 grote knoflooktenen
250 ml kokosmelk
1 dl water
100 gram santen
2 el limoensap
4 el olie

Rooster de gedroogde garnalen enkele minuten in een pan (afzuigkap aan!) en maal ze dan met een blender of pureer ze in een vijzel. Doe dit in een schaaltje. Doe vervolgens in de blender: 2 eetlepels olie, de chili’s zonder zaadjes, het citroengras, kurkuma, amandelen en knoflooktenen. Pureer dit tot een pasta. Verhit de overige olie in een pan en bak hier de uien in. Voeg daarna de pasta toe en het meeste van de gedroogde garnalen: bewaar wat van de gedroogde garnalen om op het laatst nog over het gerecht te strooien. Verhit dit alles minimaal 3 minuten. Doe dan de stukjes kipfilet in de pan en bak deze mee totdat ze een korstje krijgen. Voeg dan de kokosmelk en het water toe en laat 7 minuten doorkoken. Voeg op het laatst nog santen en limoensap toe. Dien op het met rijst en bestrooi eventueel nog met de fijn gemalen garnalen.

Bron: de complete Aziatische keuken

* of 10 kemirinoten

amandeloogst 2014

Gnocchi met truffelsaus

gnocchi truffelsaus

In Italië heb ik voor het eerst truffel gegeten. Als je in de herfst richting Umbria gaat, ontkom je er ook bijna niet aan. In de souvenirwinkels liggen truffel-producten en in het restaurant staat pasta met truffel op het menu. Ook bij ons ging er als souvenir een potje met kleine zwarte truffeltjes mee naar huis. Deze ingemaakte truffels hebben niet de sterke smaak van verse truffel maar als je deze ingemaakte truffel samen met eekhoorntjesbrood gebruikt, krijg je goed die aardse smaaksensatie te pakken.

Als ik aan het eten in het najaar in Italie denk, denk ik ook aan een bordje gnocchi. Ik heb dit keer eens lekker de tijd genomen om de gnocchi zelf te maken. Dat is eigenlijk best eenvoudig hoewel ik dat de eerste keer dat ik het zelf maakte, absoluut niet vond. Achteraf gezien was mijn deeg toen gewoon te klef en dan wordt het vormen van de gnocchi een ramp.  Ik heb gelijk maar een dubbele portie gemaakt, omdat onze laatste aardappelen van eigen oogst al een beetje zacht begonnen te worden en omdat gnocchi namelijk uitstekend in te vriezen is.

Gnocchi met truffelsaus

Voor 4 personen:

1 pak gnocchi of:
800 gram gekookte aardappel, 200 gram bloem, 2 eieren, peper, zout

500 gram bospaddenstoelen/kastanjechampignons
1 handje gedroogd eekhoorntjesbrood (funghi porcini)
1 kleine ui
25 gram boter
2 a 3 eetlepels bloem
250 ml groente of kruidenbouillon
1/2 truffel uit een potje/ wat truffeltapenade/ scheutje truffelolie*
50 ml weekwater van het eekhoorntjesbrood
evt. scheutje melk of room
gedroogde of verse tijmblaadjes
evt. Parmezaanse kaas
olijfolie

Voor verse gnocchi: Pureer de gekookte aardappelen met behulp van een pureeknijper. Vermeng met de twee eieren, de bloem en zout en peper en kneed door. Indien het gnocchi erg aan de handen blijft plakken, voeg dan nog wat bloem toe. Pak stukjes deeg van ongeveer de grootte van een halve walnoot en vorm dit tot een langwerpig rolletje. Druk er even met de tanden van een vork in om er ribbeltjes in te krijgen.

Week het eekhoorntjesbrood circa een kwartier in een kommetje met heet water. Snij de verse paddenstoelen/champigons in plakjes. Haal dan het eekhoorntjesbrood uit het kommetje maar bewaar het weekvocht. Snij het eekhoorntjesbrood in zeer kleine stukjes. Doe dit ook met de truffel uit het potje. Snipper de ui. Bak eerst de ui aan in de olie, voeg dan de verse paddenstoelen toe en het eekhoorntjesbrood en de truffel. Laat dit even lekker bakken totdat het vocht begint te verdampen in de pan. Doe dan het mengsel in een bakje. Verwarm de boter in de pan en voeg, zodra de boter is gesmolten, de bloem toe tot er dunne deegdraden op de bodem vormen. Blijf even goed roeren. Voeg dan bouillon, weekwater en eventueel naar smaak nog wat melk of room toe. Blijf roeren totdat er een mooie gebonden saus is ontstaan en voeg dan het paddenstoel/truffelmengsel weer toe. Breng verder op smaak met nog wat tijm en peper, eventueel nog een beetje zout.

Doe de gnocchi in ruim kokend water met zout. De gnocchi zijn gaar als ze boven komen drijven. Serveer de gnocchi met de truffelsaus en eventueel wat Parmezaanse kaas.

* Indien je truffeltapenade of truffelolie gebruikt, doe dit dan op het laatst bij de saus. De hoeveelheid is afhankelijk van smaak.

Hamburger met rode coleslaw

hamburger cheddar coleslaw

Het spreekwoordelijke “groeien als kool” is niet echt van toepassing op de rode kolen in onze moestuin. Ze hebben op dit moment nog maar de grootte van een grapefruit en de nachtvorst zit er al aan te komen. We hadden er waarschijnlijk meer zgn. koeienkorrels op moeten gooien. Het is eigenlijk niet heel erg dat ze klein zijn want het is al lastig om een normale rode kool te verwerken. Van de helft (van deze normale winkelkool) hebben wij al twee dagen achter elkaar rode koolstamppot gegeten, een deel ingevroren en dan heb je nog steeds rode kool over. Een idee is dan eens Amerikaanse coleslaw van rode kool te maken.

Ik heb de salade bewust rode “coleslaw” genoemd omdat dan iedereen wel weet om wat voor soort salade het gaat: een lekkere frisromige. Ik heb er geen rozijntjes in gedaan. Ik vraag mij ook af of dat niet een Hollandse (fabrikant) toevoeging is. Ik heb na deze salade nog steeds een klein stukje rauwe rode kool over. Gelukkig lust onze cavia rode kool, dus die gaat een goede tijd tegemoet.

Hamburger met rode coleslaw

4 hamburgers:

500 gram gehakt of kant en klare hamburgers*
4 tl mosterd
zout, peper

kwart rode kool
1 bospeen/wortel
1 kleine ui
2 el mayonaise
2 el ciderazijn
zout, peper
evt tl suiker

4 plakjes cheddar
4 plakjes bacon of rauwe ham (schwarzwalder)
4 broodjes
bakolie

Snij de kwart rode kool in fijne reepjes en rasp of snij de wortel zeer fijn. Snipper de ui. Meng de mayonaise met azijn, zout en peper. En voeg daar de rode kool, ui en wortel aan toe en meng alles goed. Het hoort lekker fris te smaken maar mocht je het geheel te zuur vinden, kan je nog een tl suiker toevoegen. Maak het liefst de salade een uurtje van tevoren. Zet het in de koelkast.

Indien je kiest voor het zelf maken van de hamburgers: meng het gehakt met de mosterd en zout en peper naar smaak. Vorm hier 4 schijven van. Bak de burgers in circa 8 minuten gaar in wat hete olie. Leg op een bord en dek af met aluminiumfolie. Mocht je het lekker vinden dat de kaas een beetje is gesmolten, leg dan alvast de kaas op de burger en zet ze dan nog even onder de grill. Bak ondertussen de bacon of rauwe ham knapperig. Haal deze uit de pan en leg ze op een stuk keukenpapier.

Snij de broodjes overlangs doormidden. Leg op het onderste deel eerst de hamburger, dan de kaas, bacon of rauwe ham, een schep van de rode “coleslaw” en bij kant en klaar gekochte hamburger nog een theelepel mosterd. Dek af met het bovenste deel. Eet smakelijk!

Naar een recept van www.eatdrinkpaleo.com.au