Runder leverpastei met verse kruiden

runderlever pastei

In Zuid-Beveland en Walcheren is het op verschillende plekken mogelijk biologisch rundvlees te bestellen of te kopen bij de boerderij. De smaak van dit vlees is niet te vergelijken met het vlees uit de supermarkt. Ondertussen zijn een aantal familieleden ook enthousiast over dit vlees dus kan ik een groot pakket bestellen (voordeliger) en deze verdelen.

Op de dag van de bestelling weet ik wat mij te doen staat: een enorme kluit gehakt en zakken stoofvlees en dergelijke verdelen in handige porties. Daar ben je toch wel een tijdje zoet mee. Een deel gaat dan de vriezer in en het andere de koelkast om op te worden gehaald.

Er zit soms een stuk runderlever bij. Ik heb de vorige keer de lever meegegeven aan mijn broer. Ik hou namelijk niet zo van gebakken lever en ik wist ook niet direct wat ik er verder nog mee kon doen. Hoewel ik niet van gebakken lever hou, vind ik pate en terrine’s wel lekker. Via smulweb vond ik een recept voor een pate met runderlever. De runderlever zou ik dit keer eens zelf gaan gebruiken.

Toen ik het recept doorlas begon ik al gauw te twijfelen of dit wel een goed recept was. Er ging namelijk niets smeuigs, zoals boter of spek, in deze paté. Bij de slagerij werd mijn vermoeden bevestigd: dit recept zou een gortdroge paté opleveren volgens de slager. En ondertussen had ik dus een ontdooide runderlever in mijn koelkast. Gelukkig boden buitenlandse sites een alternatief: smeuïge runderleverpastei. Denk dan niet aan de inhoud van de bekende blikjes leverpastei: dit is van een andere categorie.

Deze pastei is als voorgerecht te serveren bij een etentje, eventueel samen met wat uienconfituur of mijn pittige rozengelei. Net gemaakt en nog lauwwarm het allerlekkerste, naar mijn mening:

Runder leverpastei

een stuk van 3 a 4 ons biologische runderlever
halve liter groentebouillon
50 gram boter (5 eetlepels roomboter)
scheut witte wijn of whisky
3 eetlepels fijn gesneden verse kruiden: bieslook, peterselie, paar takjes tijm, rozemarijn, selderij
zout, peper
1 kleine ui, gesnipperd
2 teentjes knoflook, geperst
citroensap naar smaak

Kook de runderlever in 20 minuutjes gaar in de bouillon. Verwijder eventuele vliesjes. Snij in dobbelstenen. Verhit in een pan de boter en bak daar de uisnippers zacht in. Pers dan de teentjes knoflook erbij en voeg de stukken runderlever toe. Bak de runderlever even mee en sprenkel de wijn of whisky over de lever. Voeg de verse kruiden toe en bak nog even alles zachtjes op een laag vuur, circa 3 minuten. Laat iets afkoelen en pureer de lever (met een staafmixer of blender). Voeg nog wat citroensap toe naar smaak en serveer op boerenbrood. Lauwwarm het lekkerst (vind ik). De leverpastei kan je een aantal dagen bewaren maar wordt wel steeds sterker in leversmaak.

Naar een recept van:  Scotch Spiked Beef Liver Pate | The Elliott Homestead

oesters met citroenboter en peterselie van onder de grill

oesters citroenboter grill

Je mag voor eigen consumptie oesters rapen. We hebben daar ondertussen het perfecte plekje voor gevonden. Binnen een half uur hebben we genoeg voor een lekker maaltje. De kinderen spelen ondertussen in het zand en rennen van de dijk. Op loopafstand is er een frietkot waar ze af en toe een ijsje krijgen voordat we weer naar huis gaan. Waar dat plekje is ? Dat is lastig aan te geven, maar er zijn veel goede plekken. Zo aan de rand van de Oosterschelde, tussen Yerseke en Kattendijke, zijn er hele leuke Oosterscheldestrandjes.

De Oosterscheldestrandjes zijn echt strandjes, met een eb en vloedgetij. In de zomer zitten er gezinnen, lokaal en best veel uit Belgie, lekker te zonnen en wat te eten. Er is ook genoeg te zien: plezierjachten en beroepsscheepsvaart varen op korte afstand langs. De jachten gaan ook nog wel eens in de buurt van de strandjes voor anker: beetje zwemmen, een ijsje halen in het dorp. De kinderen kunnen op krabbenvangst en zoeken naar krukels. Kortom, een aanrader om eens te bezoeken.Voor de oesters, ga je het beste bij laagwater richting de strandjes.

Oesters met citroenboter en peterselie uit de oven

12 oesters (3 pp)
50 gram ongezouten roomboter
1 el citroensap
1 el fijngesneden peterselie
1 lenteui, in hele dunne ringetjes
1 teentje knoflook, fijn gesnipperd
snufje zout
zout om de schelpen stabiel op te leggen

Doe de boter 10 seconden op ontdooistand in de magnetron. Meng er dan citroensap, fijngesneden peterselie en een snufje zout door. Zet tot gebruik in de koelkast.

Strooi een laagje zout in een ovenschaal. Open de oesters met de platte kant boven. Gooi de bovenkant weg. Giet het vocht een beetje uit de schelp. Leg de oesters in de onderste helft in het zout, zodat ze stabiel liggen.

Snij de lenteui in zeer fijne ringetjes en pluis deze een beetje uit elkaar. Verspreid ze over de oesters: enkele ringetjes per oester. Snipper de knoflook fijn en verdeel ze naar smaak over de oesters. Leg dan enkele flintertjes boter per schelp op de oester. Zet de oven op grillstand en plaats indien de grill is opgewarmd, de oesters circa 2 minuten onder de grill, totdat ze lichtjes gaan bruinen aan de bovenkant. Haal ze dan uit de oven. Serveer met wat stokbrood om eventueel de botersaus nog mee op te deppen.

Bewaren

Met garnalen gevulde avocado met gerookte paprikamayonaise

avocado garnalen limoen gerookte paprika

Mijn eerste en enige zelf gekweekte Jalapeno-peper is in dit voorgerechtje gegaan. Met pijn in het hart heb ik het pepertje van het plantje gehaald, maar ik bedacht dat er geen betere bestemming kan zijn dan in een voorgerecht met garnalen. De hele zomer wilde het peperplantje maar niet groeien. Aan het eind van de zomer heb ik alle peperplanten naar binnen gehaald. Toen groeiden er binnen nog enkele Spaanse pepers en het Jalapeno-pepertje.

Dit type Jalapeno pepertje* is niet zo pittig als een Spaans pepertje. Je kan ze zelfs zo snoepen. Ik ben ze ook al gefrituurd, als snack op het internet tegen gekomen. Ik ga binnenkort weer een nieuwe poging doen om ze te kweken. Met een vroege quick-start binnen en dan een hele zomer naar buiten in de zon, gaat het mij misschien lukken. Er komen dan zeker veel meer recepten met dit lekkere pepertje op het blog.

Met dit gerechtje breng je de Zuid-Amerikaanse sfeer op tafel:

Avocado met limoengarnalen en gerookte paprikamayonaise

Voor 2 personen:

1 avocado

De enige, de echte…

1 ons Hollandse (grijze) garnalen
1 limoen, sap en schil
1 (a 2) el olijfolie
1 kleine teen knoflook, geperst
1 Jalapeno-peper, gesnipperd en zonder zaadjes
1 el fijn gesnipperde verse peterselie (of koriander)
2 el mayonaise
snufje gerookt paprikapoeder
zout

evt. honing**

Pers de limoen uit en rasp de schil (eerst even schil afpoetsen) en doe dit in een bakje. Halveer de avocado en bestrijk de snijhelften met limoensap om verkleuren te voorkomen. Bewaar eventueel de pit voor het kweken van een avocadoboompje . Maak een sausje van de limoensap, rasp, olijfolie, knoflook, Jalapeno-peper en zout. Proef even of het niet te zuur is: voeg dan evt nog wat olijfolie toe en misschien een beetje honing als je daar van houdt**. Schep het groene vruchtvlees uit de avocado en snij dat in kleine stukjes. Doe de garnalen en avocado door het sausje. Meng dan de mayonaise met een snufje gerookt paprikapoeder. Proef of het niet te sterk gaat smaken, een lichte gerookte paprikapoedersmaak is het lekkerst. Schep dan het garnalenmengsel in de uitgeholde avocadohelften en garneer met een eetlepel gerookte paprikamayonaise.

* Er bestaan ook hele hete soorten Jalapeno.
** Honing heb ik zelf niet gedaan omdat ik niet zo’n liefhebber van zoet ben.

Naar een recept van:  www.sheknows.com

Gekookte kreeft met een bruiswijn sabayon

gekookte kreeft wijnsabayon

Een saus kan je op verschillende manieren binden. Voor het binden van saus met een eierdooier had ik altijd een beetje een vrees. Een vrees dat ik de saus zou verknallen doordat de eierdooier op het laatst zou gaan stollen. Nu ik deze onderstaande wijze van saus maken heb ontdekt, ga ik het voortaan vaker zo maken. Je krijgt er een lekkere luchtige, bubbelige saus door. De kunst is alleen om op tijd de sauskom uit het hete water te halen om stollen te voorkomen, maar je voelt eigenlijk van zelf aan wanneer dat is.

Op de bovenstaande foto zie je de saus niet zo goed, maar ik wilde graag de kreeft in zijn geheel op de foto. De kreeft was een in zeewater ingevroren, al gekookte kreeft. Deze lag al bijna 2 jaar in de vriezer te wachten op een speciale gelegenheid. En nu was het dan toch echt tijd om de kreeft onder handen te nemen. Gisteren was er de mogelijkheid om het eens als voorgerechtje voor ons tweetjes te maken en voila: 

Gekookte kreeft met een hartige sabayon met bruiswijn en dragon

Voor 4 personen*:

Twee (gekookte) kreeften van 500 gram (diepvries of vers)
3 eierdooiers
50 ml bruiswijn (brut/droog)
1 eetlepel citroensap
100 gram roomboter, in kleine klontjes
halve theelepel gedroogde dragon of 1 tl verse fijn gehakte dragon**
gemalen peper
zout

evt. bedje van salade:
rucolasla
wijn- of ciderazijn
extra virgine olijfolie
peper, zout

Ontdooi van tevoren de kreeften indien zij uit de diepvries komen. Dit gaat het snelst door ze onder koud stromend water te houden.

De saus duurt ongeveer 10 minuten om klaar te maken. Begin dus met de saus en zet een pan met kokend heet en gezouten water alvast klaar voor de kreeft. Kook in een pannetje water op middelhoog vuur en zet hier een ruime schaal op (voor een aubainmarie bereiding). Doe in de ruime schaal de eierdooiers, wijn en citroensap. Klop met een garde totdat de saus indikt en een schuimige gebonden saus wordt. Haal dan de schaal van het pannetje en zet het vuur uit. Sla er de klontjes boter door. Voeg  de dragon, zout en peper toe en zet eventueel tot gebruik nog even boven het hete water.

Doe de kreeften in het kokende water en kook de verse, rauwe kreeften gaar in ca. 5 minuten en de gekookte, ontdooide kreeften warm in 4 minuten.

Leg wat rucola op een schaal, besprenkel met azijn en olie, zout en peper. Klief de kreeften in de lengte doormidden en schik deze op de rucola. Serveer met de schuimige saus.

* Voor 2 personen halveer je alles en mbt de eierdooiers kan je volstaan met een eierdooier van een groot ei.
** Dragon heeft een sterke smaak. Ik ben met de aangegeven hoeveelheid aan de voorzichtige kant gaan zitten, maar voeg na even proeven gerust meer toe indien de dragonsmaak nog niet goed uitkomt in de saus.

Naar een recept van:  www.libelle-lekker.be

Soufflé met blauwe kaas en knolraap

souffle meiraap

De Auchan in de buurt van Lille is enorm. Drie uur dwaalde ik door de supermarkt heen en heb niet alles kunnen bekijken. Het bezoekje aan de Auchan kwam door een initiatief van Marleen van het blog “Eten uit de volkstuin”. Het plan: met een aantal foodbloggers een dagtrip naar deze Franse supermarkt in Roncq. Ik kon halverwege instappen bij het gezelschap. De tijd vloog en voor ik het wist liep ik na een stuk “Flammkuchen” en een koffie door de lange gangen van de Auchan heen.

Ik ben geëindigd in de groente-afdeling. Ik kon daar de knolrapen niet weerstaan, ook al had ik mij voorgenomen niets mee te nemen wat ook in Nederland te koop is. Ze leverden echter zo’n mooi plaatje op (met dank aan Marleen voor de foto!) dat ik er gewoon vrolijk van werd. En zodoende kwamen ze toch in mijn karretje terecht.

Zulke mooie kleurige knolletjes verdienen natuurlijk een goede bestemming. Ik heb ze verwerkt in een soufflé, samen met wat blauwe en belegen kaas.

Het was een top-soufflé. Lekker pittig en hartig door de blauwe kaas en de meiraappuree.

Soufflé met blauwe kaas en knolraap

6 kleine soufflés:

50 gram boter
50 gram bloem
4 deciliter melk
4 eieren
140 gram kaas (100 gram blauwe kaas en 40 gram belegen)
6 kleine meiraapjes (ca 4 cm doorsnede) of 4 grote meirapen
zout, peper
olijfolie

Verwarm de oven voor op 175 C.

Schil en snij de meiraapjes in blokjes. Doe ze in een kookpan en voeg water met een snufje zout toe. Breng het water aan de kook en controleer na 10 a 15 minuten of de stukjes zacht zijn. Giet dan af en pureer de raapjes.

Smelt de boter in een pannetje en roer hier de bloem doorheen. Laat even doorgaren onder voortdurend roeren en voeg dan in 1 keer de melk er bij. Verwarm het geheel totdat het een gebonden saus is.  Roer hier de gepureerde raapjes door en de kaas. Breng op smaak met zout en peper. Laat het mengsel vervolgens een afkoelen (tot lauw).

Splits de eieren in dooiers en wit: doe het eiwit in een vetvrij gemaakte kom. Klop het eiwit tot het wit schuim is en er pieken van te maken zijn. Voeg eerst de eidooiers bij het afgekoelde mengsel en roer dit goed door. Voeg vervolgens het eiwitschuim toe en spatel dit voorzichtig door het mengsel.

Vet vier grote of zes kleine vormpjes in en vul deze driekwart met het mengsel. Plaats in de oven: in circa 20 minuten zijn ze gaar. Haal de vormpjes uit de oven indien het mengsel niet meer rijst en de bovenkant mooi bruin is. Dien dan gelijk op.

Paddenstoelensoep met kastanjechampignons, eekhoorntjesbrood en cognac

champignoncremesoep

Veel recepten beginnen met het fruiten van ui in boter of olie. Ook ik pak bijna dagelijks een ui uit de kast. Bij de boerderijen hier in de buurt zijn netjes met verschillende maten ui er in te koop. Dit vind ik zelf ideaal. Je hebt immers niet altijd evenveel ui nodig. Overigens, als wildraper zit je bijmij in de buurt ook goed: bij elke rotonde liggen er wel een paar uien in de berm. En van de week zag ik een aantal winterwortelen liggen.

Ook deze soep begint met het zachtjes fruiten van ui. De basis is een recept uit de Larousse Gastronomique. Ik heb er zelf nog wat bouillon, eekhoorntjesbrood en cognac bij gedaan. Door het eekhoorntjesbrood heeft de soep een diepere, vollere paddenstoelensmaak. De cognac is natuurlijk optioneel. Je kunt de cognac ook nog door madeira vervangen.

Ik heb inmiddels al weer veel kerstmenu-advertenties gezien van plaatselijke restaurants en daar komt de champignonroomsoep toch nog best vaak in voor. Misschien is deze soep een idee als voorgerecht bij een (kerst-) diner of gewoon als lekkere verwensoep:

Paddenstoelensoep met kastanjechampignons, eekhoorntjesbrood en cognac

1 bakje kastanjechampignons (500 gram)
2 gedroogde flinke stukken eekhoorntjesbrood*
1 ui, fijn gesnipperd
1 teentje knoflook
3 takjes tijm
3 el bloem
50 gram boter
3 dl melk
5 dl bouillon (groente, tuinkruiden of runderbouillon)
1 tl zout
verse peper
cognac
evt verse peterselie voor garnering

Laat de boter smelten in een pan op middelhoog vuur. Roer er dan de fijn gesnipperd ui in en fruit de ui zachtjes. Indien de ui zacht is geworden kunnen de champignons in plakjes er bij. Snij de grote plakjes champignons eventueel nog doormidden. Pers er het teentje knoflook boven uit. Voeg de blaadjes van de takjes tijm toe. Laat het rustig bakken totdat de champignons gaar zijn geworden. Strooi dan de bloem over het mengsel en roer goed door: de bloem moet even garen. Zet het vuur even uit en roer er beetje bij beetje de melk er bij. Zet het vuur dan weer aan en laat het mengsel indikken. Voeg dan de bouillon toe en roer goed door. Laat dan het gedroogde eekhoorntjesbrood minimaal 10 minuten weken in gekookt water. Neem na 10 minuten de stukken eekhoorntjesbrood er ui en snij zo klein mogelijk in stukjes. Roer dit door de soep. Proef nog even de soep of er nog zout nodig is en voeg peper naar smaak toe. Meng vlak voor het opdienen nog een scheutje cognac door de soep.

Tip: als je zo gelukkig bent om truffel of (goede) truffelolie in huis te hebben: nog een paar schaafjes of druppeltjes truffelolie over de soep.

Gefrituurde mosselen met een krokant korstje en wasabisaus

gefrituurde mosselen

In de viswinkel op de kop van de haven in Yerseke liggen de mosselen in een bak stromend water. Je krijgt bij de bestelling een schepje extra om de eventuele kapotte mosselen te compenseren. Zo vers zijn ze veel lekkerder dan de voorverpakte mosselen uit de supermarkt. Eergisteren hebben we ze op de klassieke manier bereid, met een beetje wijn, wortel, bleekselderij, ui, prei en bladselderij. Ze smaakten geweldig. We hebben echt ons best gedaan maar kregen ze niet op.

Gisteren heb ik het restje gepaneerd met Panko, een soort Japans paneermeel, gefrituurd en gegeten met een wasabisaus. Mijn vader had mij op het spoor gezet van een wasabisausje bij mosselen. En het smaakt heerlijk bij elkaar. We hebben ze als een soort aperitiefhapje gegeten maar ik kan mij voorstellen dat het met nog een salade onder de mosseltjes een fantastisch voorgerecht is. Een salade met avocado bijvoorbeeld. Met een prikkertje er in, is het natuurlijk ook een heerlijke snack bij een feestje:

Gefrituurde mosselen met een krokant panko-korstje en wasabisaus

Klassiek gekookte mosselen (zie deze link)
Bloem
Het eiwit van 1 ei
Panko
Peper
Evt zout

2 el mayonaise
1 el (Turkse of Griekse) yoghurt of zure room
2 a 3 “erwtjes” uit de tube wasabipasta

Laat de klassiek gekookte mosselen afkoelen en bestrooi ze met wat peper en eventueel een snufje zout. Rol ze dan door de bloem, daarna door eiwit en vervolgens door de panko (Japans paneermeel). Verhit de frituurpan op 180 C en frituur de mosselen tot er een bruin korstje is ontstaan. Haal ze dan uit de frituurpan en stort ze op een met keukenpapier belegd bord.

Voor het sausje roer 2 delen mayonaise op 1 deel yoghurt door elkaar. Voeg telkens een beetje wasabipasta ter grootte van een erwtje toe. Proef elke keer na het doorroeren want teveel is niet lekker maar het sausje mag wel een beetje pittig zijn.

Oesters “a la Venitienne”

oesters venitienne
Oesters a la Venitienne

Gisteren weer eens oesters gegeten. Ik vond het tijd om een nieuw recept uit te proberen en heb deze Oesters a la Venitienne gemaakt, gegratineerde oesters. Het is een net weer iets ander recept dan de oesters Rockefeller. Vanwege de heerlijke geur van dit gerecht, is er ook nog een familielid over de streep getrokken om voor het eerst een oester te proeven. De oesters “roken naar zee”. Dat doen ze altijd, maar blijkbaar wordt het door deze bereiding versterkt. En na de eerste oester kwam de vraag om nog een oester: ook nog eens erg lekker dus.   

Hoewel rauw de smaak van een oester het beste tot zijn recht komt, viel dit gerecht in de smaak. Zoals je op de foto kunt zien, waren de oesterschelpen nogal verschillend in grootte. Dit komt doordat we ze zelf hebben geraapt van het wad van de Oosterschelde. Na opening van de schelpen, is er geen groot verschil meer in de omvang van de oesters en konden ze goed met z’n allen onder de grill. Aan te raden, deze:

Oesters a la Venitienne

Zeeuwse oesters
Peterselie, fijn gesneden
Bieslook, fijn gesneden
Parmezaanse kaas, geraspt
Peper
Citroensap
Boter, gesmolten
Zout om de oesterschelpen in te leggen

Giet een laagje zout in een ovenschaal. Wrik de oesters voorzichtig met een oestermes open, de platte kant van de oester naar boven. Verwijder de platte kant van de oester. Laat het meest vocht er voorzichtig uit lopen. Maak de oester los van de schelp maar laat de oester er in liggen. Verwijder eventuele scherfjes van het openmaken. Leg de oesters met schelp in het zout. Strooi peterselie en bieslook over de oesters. Strooi daarna niet teveel kaas over de oesters en enkele druppels gesmolten boter per oester. Zet de oesters in de oven onder een hete gril en laat in enkele minuten de kaas smelten en lichtbruin worden. Haal dan de schaal met oesters uit de oven en serveer met peper en eventueel wat citroensap.

Recept via: www.oesterkoning.nl

Tomatentaart met mozzarella en ansjovis

tomatentaart mozzarella ansjovis

Een goede bestemming voor de zelf gekweekte tomaten, deze taart. Op dit moment gaan onze tomaten in de tuin van mondjesmaat rijp naar heleboel tegelijkertijd rijp. Ik heb dit weekend in ieder geval de vriezer weer eens gevuld met verse tomatensaus en deze tomatentaart gemaakt. Lekker met een groene salade of een puntje als voorgerecht.

In het Italiaans heet deze taart “Torta al pomodoro, mozzarella e basilico”. Het recept komt uit het boek Groenten uit een Italiaanse tuin. Dit boek had deze Italiaanse “torta” met “flan” vertaald. Dat lijkt mij voor verwarring zorgen want een flan is ook een puddingtoetje. Ik vond de ansjovis meer een smaakmaker bij deze taart dan de basilicum. Toch best lastig om in een paar woorden de essentie van het gerecht neer te zetten. Ik heb het gehouden op:

Tomatentaart met mozzarella en ansjovis

Deeg:

125 gram bloem
65 gram boter, in kleine stukjes
2 tl fijn gesneden rozemarijnnaaldjes
2 a 3 el ijswater
snufje zout

Vulling:

8 kleine tomaten, ontveld en ontpit
1 bol mozzarella in kleine stukjes **
5 ansjovisfilets uit blik
1 eetlepel geraspte Parmezaanse of oude kaas
1 takje verse peterselie
1 takje verse basilicum
olijfolie
peper, zout

 Zeef de bloem in een kom. Voeg klontje boter toe aan de bloem en snij de boter met behulp van 2 messen door de bloem heen. Indien er kleine klontjes ontstaan, kun je het ijswater toevoegen en er een deeg van kneden. Voeg de fijn gesneden rozemarijnaaldjes toe en het zout. Kneed nog even door en laat ca 20 minuten rusten. Verwarm de oven voor op 180 C.

Rol na 20 minuten het deeg op een bebloemd oppervlak tot een cirkel van 25 centimeter doorsnede. Vet een springvorm van 23 centimeter doorsnede in met wat olijfolie en drapeer de lap zodanig in de vorm dat er een randje van ca. 1 centimter hoogte is aan de zijkanten. Leg een stuk alumiumfolie op de bodem en vul de bodem met droge bonen om het deeg eerst blind te bakken in de oven. Bak 15 minuten, verwijder dan de aluminiumfolie en bonen en laat nog 10 minuten bakken.

Ontvel en ontdoe ondertussen de tomaatjes van hun velletje en pitjes (door ze even in kokend water te dompelen, gaan de velletjes makkelijk van de tomaten af) en snij ze in kwarten. Verdeel ze over de bodem. Strooi hier de mozzarella over. Snij de ansjovisfilets in de lengte in zo dun mogelijke streepjes en maak hier een raster van over de tomaten en mozzarella. Strooi nog wat Parmezaanse kaas er over en de gesnipperde peterselie en basilicum. Peper en zout naar smaak en tot slot nog wat olijfolie er over sprenkelen. De taart afbakken in zo’n 25 minuten totdat hij mooi bruin is.

* Ik heb de hoeveelheid deeg gehalveerd. Voor het originele recept dien je dus alle deeg-ingrediënten maal 2 te nemen. Lijkt mij, zeker achteraf, een veel te dikke korst opleveren.
** origineel recept: 200 gram mozzarella, lijkt mij ook wat veel.

Aangepast recept van: Groenten uit een Italiaanse tuin

Verse tomatensoep

verse tomatensoep

Soms zit het geheim van een superlekkere soep in de verse ingrediënten. Degene die soep van verse tomaten heeft gegeten, weet waar ik het over heb. Onvergelijkbaar met soep uit blik, zak of pak. Ook niet met zelf bereide soep met tomatenpuree, tomaten uit blik of gezeefde tomaten. Dit is de ultieme tomatensoep, soep van verse tomaten. Nu maken en invriezen want het is het tomatenseizoen en ze zijn nu volop lekker vers te krijgen. Of als je veel tomatenplanten hebt is het een prima manier om tomaten te verwerken.

Ik heb zelf 15 tomatenplanten, maar moet voor deze soep toch wel een paar tomaatjes extra kopen. Ze worden momenteel namelijk maar mondjesmaat rijp. Leuk voor salades e.d., niet voor de grote tomatenprojecten zoals zelf ketchup maken. Jammer, want ik ben gek op tomaten, net zoals de familieleden. En helemaal deze tomatensoep. Vandaag in ieder geval sinds lange tijd weer eens:  

Verse tomatensoep

1250 gram rijpe * (vlees) tomaten (voor 1 liter tomatensap)
1 kleine ui
1 eetlepel boter of margarine      
2 el bloem       
2 groentebouillonblokjes **      
enkele sprietjes bieslook/verse peterselie
3 takjes marjorein (oregano), van ca. 6 cm lang ***
vers gemalen peper

evt scheutje (koffie-)room
evt. 1 ons pittig gekruid gehakt

Was de tomaten, snij ze in grove stukken en doe de stukken tomaat in een pan. Zet de pan met tomaten op een matig vuur en wacht tot er vocht uit de tomaten vrij komt. Leg als – er een bodempje vocht in de pan ontstaan is – een deksel op de pan en zet de hittebron hoger tot de inhoud van de pan kookt. Voeg 2 takjes marjorein toe. Temper daarna de hittebron zó dat de tomaten zachtjes verder blijven koken en wacht circa 15 minuten tot alle tomaten zacht zijn. Zet een zeef op een schone pan. Lepel met een soeplepel de gekookte tomaten in gedeelten in de zeef en draai met de roerzeef de tomaten door de zeef of  met de bolle kant van een gewone lepel. Doe het vocht in een maatbeker. Je hoort ongeveer een liter vocht te hebben. Minder is niet erg maar doe dan geen 2 hele bouillonblokjes straks in de soep maar bijvoorbeeld 1 1/2. Gooi de velletjes en pitten weg.

Snipper de ui fijn. Smelt de boter in een soeppan en fruit de ui hierin op een laag vuur 10 minuten zacht en glazig. Roer de bloem door de ui en voeg daarna – langzaam al roerend – het tomatensap in gedeelten toe, zorg dat er daarbij geen klontjes ontstaan.  Breng de soep aan de kook en voeg de bouillonblokjes toe. Doe eventueel nog gehaktballetjes in de soep. Laat de soep dan nog 5 minuten zachtjes koken. Breng de soep nog op smaak met vers gemalen peper en evt. zout.

Strooi vlak voor het opdienen fijn gesneden peterselie of bieslook op de soep.

* De rijpheid van de tomaten is belangrijk omdat anders de soep zuur zal zijn.

** Je kunt naar smaak ook een runderbouillon of kruidenbouillon gebruiken.

*** Kook voor de variatie eens wat andere verse kruiden zoals basilicum of tijm mee met de tomaten.