Aardappelsalade met erwtjes en gerookte forel

aardappelsalade erwtjes forel

Ik had de oogst van onze erwtjes al even uitgesteld. Ik wilde op het gemak kunnen genieten van de verse zoete erwten. Een aantal peulen zijn al weg omdat verse erwten ook rauw, direct uit de peul gegeten, erg lekker zijn. Afgelopen woensdagmiddag had ik tijd en ‘s-ochtends al een kilo nieuwe aardappelen gekookt voor een aardappelsalade of huzarensalade.

De combinatie aardappelsalade en verse erwten schoot mij te binnen omdat een paar dagen daarvoor in de Volkskrant een recept had gestaan van aardappelsalade met erwten en makreel. Ik had gerookte forel in de koelkast en heb de kruiden aangepast aan mijn smaak. Ik ben namelijk niet zo dol op munt in mijn avondeten dus heb ik die vervangen door peterselie. Ik had nieuwe oogst rode uien en dat leek mij nog lekkerder dan de bieslook van het recept. Met zo veel verse produkten in de salade kan je met recht zeggen dat dit een echte seizoenssalade is:

Aardappelsalade met verse erwtjes en gerookte forel


1 kilo (nieuwe) vastkokende aardappelen
3 ons verse erwten (of erwten uit diepvries)
125 gram gerookte forelfilet
1 kleine rode ui
2 eetlepels olijfolie
2 eetlepels yoghurt of 1 eetlepel Turkse yoghurt
2 eetlepels mayonaise
1 eetlepel citroensap
(citroen-) zout
vers gemalen peper
verse peterselie

Kook de aardappelen, het liefst in schil, en giet ze af wanneer ze gaar zijn. Laat de aardappelen met de deksel van de pan afkoelen. Trek de schil van de aardappel en snij de aardappel in stukjes. Kook ondertussen ook de erwten in circa 6 minuten gaar in gezouten water en laat afkoelen. Snipper een kleine rode ui. Doe deze samen met de aardappel, erwten en de in stukjes gescheurde forelfilet in een grote kom. Maak een sausje van de mayonaise, yoghurt, olijfolie en citroensap. Breng op smaak met zout en peper en verse peterselie. Meng de saus door de overige ingrediënten en proef of nog zout of peper nodig is.

Focaccia met scamorza, spek, rode ui en rozemarijn

focaccia kaas rozemarijn

Is een goede focaccia maken makkelijk ?. Ik heb al een paar mislukkingen achter de rug. Met het onderstaande recept is het mij voor het eerst gelukt een echt lekkere focaccia te bakken. Twee soorten heb ik maar liefst gemaakt: eentje met een topping van scamorza (een soort stevig mozzarellakaasje), wat rode ui, spek en rozemarijn. De ander heb ik wat neutraler belegt, met ook wat scamorza, gedroogde tomaat en rozemarijn.

Het is een fijn broodje om bij soep te eten of bij de borrel met een likje boter. Daarnaast kan je ze in stukken snijden om ze als broodje te gebruiken voor de hamburgers van de barbecue. Ideaal brood dus voor het komende seizoen waarin we weer lekker buiten gaan eten, wanneer de barbecues weer worden opgestookt en tot ’s-avonds laat met een drankje buiten kan worden nagenoten. 
In Italië wordt de focaccia in de houtoven gebakken, dezelfde oven als waar de pizza’s uit komen. De focaccia wordt belegd met wat kaas, vleeswaar en eventueel wat ui of tomaat. Als je zelf een houtoven hebt, dan bak je ze natuurlijk in deze oven voor het extra rokerige smaakje dat je dan krijgt.

Focaccia

focaccia houtovenVoor 2 broden:
750 gr bloem (liefst Italiaanse type 00), plus wat extra
1 tl fijn zeezout
1zakje droge gist van 7 gram
3 el extra virgine olijfolie, plus extra om in te vetten
400 ml warm water (40 tot 46 graden)
vers gemalen peper
rozemarijnnaaldjes, zeezout, kaas (geraspte scamorza of mozzarella), spek, ui om te garneren
Zeef de bloem en het fijne zeezout boven een grote kom. Maak een kuiltje in het midden en verkruimel hierin de gist. Voeg 3 el olijfolie toe. Schenk het water erbij en meng met de hand tot een samenhangend deeg. Laat het deeg op een met bloem bestoven werkblad glijden. Was en droog je handen en kneed het deeg nog 10 minuten door tot een gladde en soepele bal. Het deeg moet nu heel zacht zijn, zachter dan gewoon wit brooddeeg.
Vet een kom in met olijfolie en doe het deeg hierin, Laat 1,5 uur afgedekt (plasticfolie of vochtige theedoek) op een warme plaats rijzen tot het in volume verdubbeld is.
Haal de folie of theedoek weg, druk het lucht uit het deeg en verdeel het in twee stukken. Vorm van elk stuk opnieuw een bal. Rol elke deegbal op een met bloem bestoven werkblad uit tot een ronde lap met een doorsnede van 25 cm. Leg deze in de ingevette bakvormen en dek ze af met plastic folie. Laat nog eens 30 minuten rijzen.
Verwarm de oven voor op 200 graden.
Neem de folie van de vorm. Druk met je vingers in het deeg tot op de bodem van de vorm. Het deeg zal hierdoor kleine kuiltjes gaan krijgen. Besprenkel royaal met olijfolie en strooi er de naaldjes rozemarijn, geraspte scamorza of mozzarella, spek en ui over.
Dek de vormen weer af met folie of een vochtige theedoek en laat het deeg nogmaals rijzen.
Besprenkel de focaccia met wat water en bak ze in 20 tot 25 minuten gaar. 

Knapperig filodeeg met vulling van courgette en spinazie

taart van filodeeg courgette spinazie

In mijn studententijd waren de groente-bonen-gehakt-pruttelpannetjes erg populair. Je sneed wat groente, gooide daar een pot bonen bij en gehakt en klaar was de maaltijd. Erg luxe werd het als je er daarnaast ook nog eens wat crème fraîche door roerde. In die tijd vond ik courgette niet lekker -want smakeloos- maar kreeg het wel regelmatig voor mijn neus gezet. Het zat namelijk best vaak in die pruttelpannetjes. Tegenwoordig is het mijn lievelingsgroente. Dat komt omdat ik heb ontdekt hoe lekker courgette kan zijn, als het maar uit eigen tuin komt.

Dat ik nog eens zoveel courgette zou eten kan de studente van toen zich niet voorstellen. Dat ik er daarnaast nog eens een hartige taart mee zou maken, al helemaal niet. Hartige taarten heb ik namelijk ook tijdens mijn studietijd tot treures toe gebakken en daarna een hele tijd niet meer willen eten. Deze hartige taarten hadden allemaal een bodem van bladerdeeg. Dat gebruik ik tegenwoordig niet meer want ik weet nu hoe lekker een taart is met filodeeg of korstdeeg. Deze taart is zowel warm als koud lekker:

Taart van filodeeg met vulling van courgette en spinazie

450 gram verse of 1 pak diepvries-spinazie
1 courgette
1 ei
1 handje basilicumblaadjes of 2 tl gedroogde Mediterraanse kruiden
1 grote ui, fijn gesneden
3 teentjes knoflook, gesnipperd
1 verse rode peper, fijn gesneden
4 el Griekse yoghurt of crème fraîche
zout, peper
half pak filodeeg
olijfolie

Rasp de courgette en bestrooi met zout. Laat de courgette een half uur in een vergiet in de koelkast uitlekken. Knijp voor gebruik nog even goed uit. 
Ontdooi de diepvries spinazie of laat de verse spinazie in een pan slinken tot het meeste vocht er uit is. Doe in een vergiet en laat het vocht er uitlekken. Bij verse spinazie: maak met de staafmixer de spinazie wat fijner. Bak in een pan de fijn gesnipperde ui en knoflook even aan. Snij de basilicum fijn. Voeg courgette en spinazie samen in een schaal. Roer er het ei, yoghurt, ui, knoflook, kruiden, rode peper door en maak op smaak met wat zout en peper. Bestrijk een taartvorm met olie en bekleed met  filodeegvellen, (op 2 na voor de “deksel”) bestrijk de laagjes telkens met olie, en stort hier het groentemengsel in . Dek af met de twee filodeegvellen en bestrijk weer met wat olie. Bak in ca 30 minuten in de oven (200C) bruin en knapperig.

Gegrilde courgette met citroenzout en basilicum

De courgette komt nog niet uit eigen tuin. Het moestuincomplex heeft namelijk tot dit weekend helemaal overhoop gelegen voor de aanleg van drainage. We konden tot nu toe alleen de kas en het stukje grond om de kas gebruiken. De courgetteplantjes die ik al uit zaad had opgekweekt liggen er op dit moment verlept bij omdat telkens de datum dat wij in de moestuin konden beginnen opschoof. Ik ga proberen er toch nog eentje van te redden en hoop dat als ik nu opnieuw begin de plantjes dankzij het weer extra snel gaan groeien.

Dit gerecht van gemarineerde en gegrilde courgette is eenvoudig maar toch bijzonder lekker. Het citroenzout maak je in ruime mate want het blijft een tijd goed en dit bijgerecht smaakt naar meer. Citroenzout lijkt mij ook fijn om te hebben voor als er gebakken vis op het menu staat of over andere geroosterde groente. Er schiet mij opeens te binnen dat het erg lekker in de hoemoes moet zijn. Kortom, genoeg mogelijkheden!   
  

Gegrilde gemarineerde courgette met citroenzout en basilicum

2 courgettes
4 el olijfolie
sap van een halve citroen
zout, verse peper
2 eetlepels zeezout
geraspte citroenschil van 1 citroen
enkele basilicumblaadjes (ca. 6)
Optioneel: Parmezaanse kaas*

Snij de courgettes in de lengte door de helft en daarna weer in de lengte door de helft. Pak een sluitzak die groot genoeg is voor de courgette en vul deze met de olijfolie en het sap van een halve citroen. Bestrooi de courgettestukken met zout en peper en doe ze in de sluitzak. Schud zachtjes de zak op en neer totdat alle courgettedelen zijn bedekt met de marinade. Laat minimaal een half uurtje marineren. Meng ondertussen het zout met de citroenrasp en scheur de basilicumblaadjes fijn. Gril de gemarineerde courgette op de bbq of in de grillpan aan elke kant een minuut (of 2, ligt er aan hoe hoog het vuur staat). Bestrooi de courgette met citroenzout, basilicum en eventueel nog Parmezaanse kaas.

* is optioneel maar wel erg lekker…

Gebakken radijsjes met citroen en radijsloof

gebakken radijsjes

Ik vind radijsjes lekker maar ik heb ze dit jaar niet in de moestuin staan. Ze mislukken bij mij namelijk altijd. Eerst dacht ik dat het kwam omdat ik ze binnen voorzaaide en niet gelijk in de volle grond teelde. Daarna heb ik nog verschillende grondmengsels buiten uitgeprobeerd. Maar er mag niets baten. Ik koop ze dit jaar gewoon bij de groenteboer en stort mij op andere groenten.

Ik heb dus geen groene vingers als het radijsjes aangaat. Groen is overigens het thema van het foodblogevent van deze maand. Het wordt door het blog “Uit mijn keukentje” gehost. Blogs sturen recepten rondom het thema in en aan het eind van de maand wordt er een winnaar (volgende host) gekozen. Groen is een lekker breed thema. Met deze gebakken radijsjes doe ik weer eens een keertje mee. Radijsjes zijn natuurlijk niet groen maar het groene loof van radijsjes is eetbaar en geeft iets extra’s aan dit groentegerechtje!. 

Gebakken of geroosterd krijgen radijsjes een hele unieke eigen smaak en ze worden mooi roze. In het loof van radijsjes proef je de rauwe radijssmaak wel weer terug maar het heeft ook wel een beetje iets van rucola. Ik heb de radijsjes in de pan gebakken maar je kan ze ook insmeren met olijfolie en in de oven -zo’n 20 minuten- roosteren. Besprenkel voor het serveren met citroensap en bestrooi met gesnipperd radijsloof.

Gebakken radijsjes met citroen en radijsloof

20 radijsjes (1 a 2 bosjes)
1 kleine ui, gesnipperd
olijfolie
verse peper
zeezout
citroensap

Snij het loof en het worteltje van de radijsjes en bewaar het loof. Halveer de radijsjes. Was het loof grondig (zit vaak vol zand) en snij enkele blaadjes in smalle reepjes. Bak eerst de ui aan en dan de radijsjes in de hete olie in een kwartiertje gaar en bestrooi met zout en peper. Besprenkel voor het serveren de radijsjes met wat citroensap en strooi tot slot de reepjes loof er over.

Pissaladiere met in tijmhoning gekarameliseerde witlof en geitenkaas

Een pissaladière komt oorspronkelijk uit het zuiden van Frankrijk en is gemaakt van een brooddeeg. Het is iets dikker dan een pizza en belegt met gekarameliseerde uien, olijven en ansjovis. Op het internet kom je ook versies tegen gemaakt van bladerdeeg. Deze pissaladière is gemaakt van korstdeeg en dat is niet meer dan bloem met boter en water. Het is heel eenvoudig zelf te maken. Ik heb de pissaladière belegt met in tijmhoning gekarameliseerde witlof en bestrooid met geitenkaas.

Er zijn verschillende manier om witlof te karameliseren, bijvoorbeeld door er poedersuiker over te strooien tijdens het bakken. Ik vind deze versie met tijmhoning nog wel het lekkerste tot nu toe. Door het scheutje balsamico-azijn en de frisse kaas wordt het geheel niet te zoet. Het smaakt geweldig bij wild, als voor- of als bijgerecht.

Pissaladière met in tijmhoning gekarameliseerde witlof en geitenkaas

4 pp

2 struikjes witlof
2 tl tijmhoning / 2 tl honing met blaadjes van 1 takje tijm*
1 tl balsamicoazijn
boter of olie om in te bakken
peper, zout

korstdeeg:

125 gram bloem
2 a 3 el ijswater
65 gram koude boter
snufje zout

Maak eerst het korstdeeg: zeef de bloem in een kom. Voeg klontje boter toe aan de bloem en snij de boter met behulp van 2 messen door de bloem heen. Indien er kleine klontjes ontstaan, kun je het ijswater toevoegen en er een deeg van kneden. Kneed nog even door en laat ca 20 minuten rusten. Verwarm de oven voor op 180 C.

Verdeel na 20 minuten het deeg in vieren en bedenk de vorm die je leuk lijkt. Je kunt ook een grote vorm maken en dan voor het serveren in vieren snijden. Rol het deeg zo dun mogelijk uit op een bebloemd oppervlak. Snij van alle randen een dun randje deeg af om daar nog een opstaand randje van te maken voor de pissaladière. Leg de bakjes op een met bakpapier beklede bakplaat en vul de bodem met droge bonen om het deeg eerst blind te bakken in de oven. Bak 15 minuten. Haal ze er even uit.

Snij de stronkjes door de helft en haal het hart uit de stronkjes. Trek de blaadjes tot bijna op het middengedeelte van de stronk en doe de blaadjes samen met het middengedeelte in de pan. Voeg hier honing en balsamicoazijn, beetje zout en peper aan toe en bak tot er een goudbruine gloed op de witlof komt. Laat nog even uitlekken in een vergiet. Verdeel dan het witlof de blaadjes over de deegbakjes en strooi hier verbrokkelde geitenkaas over. Bak nog 10 minuten in de oven.

* Ik heb de Spaanse tijmhoning van Melvita gebruikt. Bij een andere honing zou ik even proeven of het pittige van de tijmsmaak er goed aan zit, anders misschien nog wat tijm toevoegen.  

Ovenschotel witlof en snijbiet met kipfilet en salie

witlof kip witlof oven

In een aflevering van Maartens Moestuin stelde Maarten ’t Hart zich -net zoals ik vorig jaar – de vraag: waarom ligt snijbiet niet in de winkel. Het is lekker, veelzijdig te gebruiken en snel klaar. En hij gaf zelf het antwoord dat mijn achterbuurman ook al gaf: het is kwetsbaar spul en zal waarschijnlijk binnen een dag verleppen in de winkel.

Gelukkig is snijbiet heel eenvoudig zelf te kweken. Het komt snel op na het zaaien en je kunt er de hele zomer door van eten mits je zorgvuldig plukt. Als je elke keer maar een paar van de bladeren weg haalt van de snijbiet, dan vormen zich telkens nieuwe bladeren. Je moet alleen de snijbiet niet door laten schieten. Na een vakantie vorig jaar stond de snijbiet een meter hoog en was het blad taai en niet meer lekker.

Ik heb het in deze ovenschotel gecombineerd met witlof en lekkere malse repen gebakken kipfilet en overgoten met een ei-feta-saliemengsel. De snijbiet kan eventueel worden vervangen door spinazie.

Ovengebakken witlof en snijbiet met kipfilet en salie

Emmertje snijbiet

2 kipfilets
2 dikke stronken witlof of 4 dunne stronkjes
een hand snijbiet (ca 24 bladeren), gewassen*
4 tot 6 blaadjes salie
2 eieren
250 ml griekse yoghurt (of half creme fraiche, half melk)
1 sjalot, fijn gesneden
1 flinke teen knoflook, fijn gesneden
60 gram feta
zout, peper

Verwarm de oven voor op 180 C.
Snij de kipfilets in de lengte doormidden zodat er 4 lange repen kipfilet ontstaan. Bestrooi de kipfilets met zout en peper. Was de witlof en haal er de buitenste bladeren af. Snij de stronken witlof in de lengte doormidden en de harde kontjes eraf. Bak de kipfilets in een koekenpan aan alle kanten bruin en doe ze dan in een ingevette ovenschaal. Bak daarna de witlof in de koeken pan aan beide kanten even aan en leg ze om en om in de schaal met de kip. Bak daarna de sjalot en knoflook even zacht in de pan, voeg dan de snijbiet toe en haal na een halve minuut de pan van het vuur en verdeel het mengsel over de kip en witlof.  Klop de yoghurt met de eieren los  en breng op smaak met wat zout en peper en fijn gesneden salie. Verbrokkel daarna de feta en schep dit erdoor. Schenk dit eimengsel over de inhoud van de ovenschaal en zet de schaal in de midden van de oven. Bak in ca 30 minuten gaar. Lekker met aardappelpuree.

* Vervanging: spinazie

Bewaren

Bewaren

Hartige Koreaanse pannenkoekjes van mungbonen

koreaanse pannenkoekjes mungbonen

Het was de bedoeling dat ik afgelopen winter met de mungbonen taugé zou gaan kweken, in afwachting van het nieuwe moestuinseizoen. Ik had daarom groene, ongepelde mungbonen bij de toko gekocht. Ik ben inmiddels weer lekker buiten bezig met het opkweken van allerlei groente. De zak met mungbonen lag gisteren nog steeds ongeopend in het keukenkastje. Ik vroeg mij af wat ik nog meer met mungbonen kan doen.

Ik kwam bij een online kruidenwinkel het recept tegen van mungbonenpannenkoekjes. Als je het recept leest, word je nog niet direct enthousiast. De pannenkoekmix bestaat uit geweekte mungbonen, water, ei, groente en kruiden. In de blender ontstond een deeg dat er romig en luchtig uitzag. De pannenkoekjes zien er uit als de Amerikaanse pannenkoeken, maar dan groenig en ze zijn erg lekker. 

Ik heb nog wel iets aan het recept veranderd want er hoorde nog geraspte wortel en lente-ui door. De geraspte wortel sprak mij niet aan en de lente ui had ik niet in huis en heb ik vervangen door sjalot. Lekker met een dipsausje*, of met wat pittige roerbakgroente en/of stukjes vis of kip.

Mungboon pannenkoeken (Bindae Duk)

225 gram geweekte groene ongepelde mungbonen (=180-200gram gedroogde mungbonen)**
180 ml water
2 eieren
1 el fijn gehakte knoflook
1 tl fijn gehakte chilipeper
50 gram fijn gesneden lente-ui of een sjalotje
zout, peper
evt. een geraspte bospeen

Week een nacht (minimaal 8 uur) de gedroogde mungbonen in water. Doe voor circa 12 kleine pannenkoekjes 225 gram geweekte mungbonen in een blender, voeg het water toe. Pureer tot een glad en dik beslag. Doe het beslag in een kom en voeg 2 eieren, knoflook, chili, lente-ui, evt geraspte wortel, zout en peper toe. Roer alles goed onder elkaar. Het beslag moet de dikte van een pannenkoeken beslag hebben. Bedek de bodem van de pan met olie. Bak ze zo zoals pannenkoeken. Serveer de pannenkoeken met een dipsaus* of met een pittige roerbakmix .

Bron: www.pit-pit.com

* Via de zoekmachine zijn na intikken van “Bindae Duk” diverse Engelstalige sites te vinden met recepten voor dipsauzen (veelal een mix van sojasaus, sesamolie en azijn).
** Kan ook met gepelde mungbonen.

Tzatziki

tzatziki

Voor de foodblogswap kon ik dit keer kiezen uit de recepten van Marina’s Bakery Dit is een blog vol zoete lekkernijen. Omdat ik een hartig typje ben en eigenlijk alleen bak voor de kinderen, vond ik de keuze best lastig. Gelukkig stonden er ook een aantal hartige recepten op het blog. De keuze is gevallen op de tzatziki.

Deze tzatziki kon ik gelijk maken voor de eerste barbecue van het jaar.  Het is een recept van Malia Star, een Grieks restaurant. Omdat Marina deze tzatziki tijdens haar vakantie zo lekker vond had ze naar het recept gevraagd. Een betere aanbeveling kan bijna niet.

Het is inderdaad een erg lekkere saus bij de barbecue. Ik had er nog een recept van souvlaki, Griekse vleesspiesjes, bij gezocht. Naast de souvlaki gingen nog wat gevulde inktvisjes op het vuur. Lekker veel stokbrood en nog wat pittige sausjes erbij en dan heb je een goed begin van het barbecueseizoen. 

Tzatziki

250 g Griekse yoghurt

1 komkommer, geschild en geraspt
2 tenen knoflook, geperst
25 ml olijfolie
gedroogde oregano
zouten en peper
Schil en rasp de komkommer. Doe de komkommer in een vergiet en druk het vocht er zo veel mogelijk uit. Laat nog even een uurtje uitlekken. Doe de yoghurt, olijfolie, oregano, knoflook in een kom en roer goed door. Voeg dan de komkommer toe en roer dit door het yoghurtmengsel.

Rode linzen (dhal) met gebakken uiringen

dal uien

Dit linzenrecept uit een Indiaas kookboek viel mij op vanwege de uiendressing. En met mijn blognaam, ben je natuurlijk bijna verplicht om het recept uit te proberen. Bij de eerstvolgende Indiase currymaaltijd heb ik deze “dhal” dan ook op tafel gezet. Het bleek een snel, eenvoudig en smakelijk gerecht te zijn.

Ik vond het achteraf jammer dat ik er niet wat meer van had gemaakt. Het is namelijk goed in te vriezen en dan heb je altijd een lekker snel bijgerecht bij een Indiase maaltijd. Het ziet er misschien wat prutterig uit maar dit hoort zo: de gekookte en gekruide linzen moet je even stampen en daarna serveren met gebakken uien en mosterdzaad. Het smaakte precies zoals de dhal ooit gegeten in “Little India” in Londen.

Rode linzen met uiendressing

100 gram rode linzen (masoor dhal)*
ca. 2,5 dl water
1 tl fijngehakte verse gember
1 tl geperst verse knoflook
1 rode spaanse peper, fijngesneden
1 tl zout
2 el geklaarde boter of olie
1 ui, in ringen
mosterdzaad**

Zet de linzen op met 1 dl water. Voeg hier de gember, knoflook, peper en zout aan toe. Kook ze zacht en gaar, voeg af en toe een scheut (gekookt) water toe. Als de linzen gaar zijn (na ca. 15-20 minuten), prak ze dan fijn met een vork. Bak in een pannetje de uiringen in de geklaarde boter (boter waar eiwit-vlokjes van af zijn gehaald: zie link) of olie en bak hier zachtjes de ui in. Voeg tot slot wat mosterdzaad toe en doe dit alles over de linzen heen.

* of 75 gram rode linzen en 25 gram gespleten mungbonen (moong dhal)
** gemengd met wat uienzaad als je daar aan kunt komen.

Bron: Kookgids Indiaas, Shehzad Husain