Paasvlaai & taartvormen omrekenformule

room kruimelvlaai

Bij hoge uitzondering lever ik een bijdrage aan de Paasvoorpret met een vlaai, de eerste zoete taart op mijn blog. Deze met banketbakkersroom gevulde kruimelvlaai is met zijn gele romige vulling bij uitstek geschikt voor een Paasbuffet of Paasbrunch. Het is redelijk bewerkelijk maar toch eenvoudig recept. Ik sta niet echt bekend om mijn taartbaktalent dus als het mij lukt…….

Het oorspronkelijke recept was bedoeld voor een taartvorm met een doorsnede van 30 centimeter of voor 6 mini-vlaaivormpjes. Ik heb alleen een taartvorm met een doorsnede van 24 centimeter. Welk percentage van de ingrediënten van het oorspronkelijke recept heb je dan nodig voor een vlaai met een kleinere doorsnede?. Na wat speurwerk op internet, viel het kwartje. Je moet de volume berekenen van jouw te bakken vlaai en dat dan delen door de volume van de recepttaart. Dan krijg je een getal waarmee je de ingrediënten vermenigvuldigd. Klinkt moeilijk maar ik leg het hieronder uit.

De berekening van het volume gaat als volgt:

helft doorsnede x helft doorsnede x Pi (=3,14) x hoogte baksel 

Rekenvoorbeeld: 

Het recept gaat uit van een taartvorm van 30 cm doorsnede en 3 cm hoge taart. Jij hebt een vorm van 24 cm doorsnede. Dan wordt het volume van jouw 24 cm-taart:

12 x 12 x 3,14 x 3 = 1356 (oftwel 1,35 liter)

De 30 cm-taart van het recept is:

15 x 15 x 3,14 x 3 = 2119 (oftewel 2,11 liter)

Dan deel je jouw taartvolume door het volume van de recepttaart:

1356 : 2119 = 0,63

In het recept wordt uitgegaan van 475 gram bloem. Dan gebruik jij 475 x 0,63 = 299 (afgerond 300) gram voor jouw taart. Vervolgens vermenigvuldig je de rest van de ingrediënten van het recept met 0,63 en dan heb je de aangepast hoeveelheden voor jouw taart. 

Paasvlaai                                          

Voor een vlaai van 24 cm:

Bodem                                             Kruimels                            Banketbakkersroom
200 gram bloem                              100 gram bloem                  175 gram banketbakkersroompoeder
1 ei                                                       75 gram boter                     440 ml water
15 gram witte basterdsuiker           75 gram kristalsuiker
65 ml melk
4 gram gist
snufje zout

Kneed een soepel deeg van 200 gram bloem, een ei, witte basterdsuiker, gist, melk en snufje zout. Doe het deeg in een kom. Het deeg moet afgedekt 45 minuten rijzen.
Haal de boter uit de koelkast: deze moet op kamertemperatuur komen. Kneed dan een deeg voor de kruimelbovenkant van bloem, boter en kristalsuiker. Dit dienen grove korrels te worden. Als dat niet zo is dan moet er nog wat bloem bij. Bereid de banketbakkersroom volgens de gebruiksaanwijzing.

Verwarm de oven voor op 200 C. 

Rol het deeg uit tot een cirkel van 30 centimeter doorsnede. Beboter een springvorm en leg het deeg losjes in de springvorm. De randen dienen maximaal 3 centimeter hoog te worden. Druk het deeg ook in de randen even goed aan. Vul dan de vorm met het banketbakkersroom. Strijk mooi glad. Strooi het kruimeldeeg gelijkmatig over de room heen. Zet de vorm in het midden van de oven en bak de taart in 30 minuten goudbruin.

Mineola muffin

mineola muffins

De kinderen wilden weer eens zelfgemaakte muffins en ik had wel zin om te gaan bakken. Ik nam een kijkje in de fruitschaal om te zien of er nog fruit lag dat nodig op moest. Ik hou er niet van om voedsel weg te gooien en in muffins kan zowel overtollig fruit als bijvoorbeeld wortel of courgette worden verwerkt.

Twee mineola’s lagen al meer dan een week in de schaal. Ze waren in de aanbieding en blijkbaar had ik toch iets te veel gekocht. Eerst ging ik op zoek naar een recept voor mineolamuffins. Dat kon ik niet vinden. Toen ben ik maar eens gaan kijken of ik een recept voor citrus-muffins kon gebruiken: is bijvoorbeeld de schil van de mineola eetbaar? Veggipedia gaf daar gelukkig een  bevestigend antwoord op.

Voor de aangegeven 25 gram gemalen amandelen kan je amandelmeel nemen. Dit is echter wel prijzig in de winkel en als je er voor de rest niet veel mee doet, is het misschien beter om gewoon amandelen te kopen. De bruine amandelen (amandelen nog met vlies) zijn het goedkoopst. Deze amandelen ontvel je door ze even in kokend water te dompelen. Hierdoor is het bruine vliesje makkelijk te verwijderen. De amandelen maal je vervolgens gewoon in de blender tot meel.
Wij hopen ondertussen weer op een goede oogst van amandelen het komende jaar. De twee

amandelbomen staan er prachtig bij, als een schilderij van Van Gogh. De bijen hebben de bloesem ook al weten te vinden en zijn ondertussen al een week druk aan het verzamelen.

Mineola muffins

75 gram ongezouten roomboter
250 gram patentbloem
25 gram gemalen amandelen
2 tl bakpoeder
85 gram kristalsuiker
rasp van 1 mineola
100 ml mineolasap (=sap van 1 mineola)
100 ml melk
1 ei
snufje zout

Verwarm de oven voor op 200 C. Vet de bakvormpjes in of gebruik papieren vormpjes. Smelt de boter in 20 seconden op ontdooistand in de magnetron. Zeef de bloem en vermeng met de amandelen, en bakpoeder, suiker en snufje zout. Dompel de mineola even in kokend water en veeg de schil goed af. Door het even in kokend water dompelen van de mineola komt het sap ook goed los. Rasp de schil van de mineola en vang het sap op in een meetbeker.  Meet en meng de melk, sap, rasp en afgekoelde boter door elkaar. Klop het ei erdoor. Voeg het vloeibare deel toe aan het bloemmengsel. Roer alles met enkele ferme slagen door elkaar. Niet teveel roeren want dan verdwijnt de luchtigheid. Je mag best enkele klontjes hebben. Verdeel het beslag over de vormpjes. Zet de vormpjes in het midden van de oven en bak alles in ca. 25 minuten gaar. 

Op basis van een recept van: www.nigella.com

Parijse bollen : met room gevulde beschuitbollen met een glazuurlaagje

parijse bollen

Een paar weken geleden stapte ik voor het eerst binnen bij een bakker in een nabijgelegen dorp. Het was alsof ik terug in de tijd stapte. Naast het gebruikelijke assortiment, zag ik daar het sucadebrood dat mijn oma zo lekker vond. En deze Parijse bollen. Ik kan mij niet herinneren wanneer ik ze voor het laatst heb gezien dan wel gegeten. Ik vermoed dat het ergens in mijn vroege tienerjaren is. Ik vond vroeger beschuitbollen altijd al lekker met wat zoet beleg. Parijse bollen zijn met banketbakkersroom gevulde beschuitbollen met een roze glazuurlaagje. Volgens mij hoort er ook een halve gekonfijte kers op.

Ik ben zonder Parijse bollen bij de bakker naar buiten gestapt want ik ging daar alleen naar binnen om even snel Zeeuwse bolussen te halen. De herinnering aan deze bollen liet mij niet los. Het kon volgens mij niet moeilijk zijn om deze bollen zelf te maken. En dat is ook gebleken. Het enige lastige was om nog een supermarkt te vinden waar ze de beschuitbollen verkochten. Bij een grote supermarkt in Goes zag ik ze eergisteren liggen. Binnen een kwartier te maken:

Parijse bollen

4 bollen:

4 beschuitbollen
125 gram roompoeder
312 ml koud water
25 gram poedersuiker
enkele theelepels water
1 a 2 theelepels bessen of aardbeiensiroop
of rode voedselkleurstof
Versiering: geconfijte kers, marsepein of fondant in een andere kleur

Maak het roompoeder aan met koud water en mix dan enkele minuten totdat de banketbakkersroom luchtig is. Vermeng de poedersuiker met een theelepel siroop of met wat kleurstof en voeg beetje bij beetje water toe totdat er een stroperige suikerglazuur is. Snij de bollen doormidden en bestrijk de onderste helft met room. Doe de andere helft er weer op en bestrijk de bovenkant met roze glazuur. Laat uitharden en versier eventueel met nog een kersje of iets anders. Eet smakelijk!

stoofpeer met Zeeuwse babbelaarijs en karamelsaus

Af en toe maakte oma speciaal voor ons kleinkinderen boterbabbelaars. Ik heb nog een foto dat ik staande op een krukje toekijk hoe oma, getooid in klederdracht, de snoepjes maakt. Vliegensvlug ging ze te werk want de stroop koelde snel af en dan was het niet meer handelbaar. Op Zeeuwse jaarmarkten worden ze nog wel eens ter plaatse gemaakt. Zo kwam ik ook aan het potje ambachtelijk gemaakte boterbabbelaars dat ik voor dit recept heb gebruikt*.
Ik heb als basis een recept voor babbelaarijs van een mosselpromotiesite genomen. Helaas had je bij dat recept een ijsmachine nodig en die mis ik nog in de collectie. Toen ik even beter keek, zag ik dat er eerst vanille-ijs moest worden gemaakt en dat daar de vergruisde babbelaars door heen gingen. En zo was het voor mij ook een uitvoerbaar recept geworden want ik heb dus gewoon een pak vanille-ijs gekocht. 
De combinatie stoofpeertjes en karamel is erg lekker en is nu ook weer gebleken. De stoofpeertjes heb ik in de snelkookpan gemaakt. Dat scheelt behoorlijk wat tijd. Maar je kunt ze natuurlijk ook gewoon nog ouderwets in de pan stoven (zie hieronder). Ik heb er voor gekozen om ze in rode wijn te stoven. De kinderen eten het toetje maar gewoon zonder peertje: ze gaan toch wel alleen voor het ijs. 
Bijzonder lekker en echt een tip voor een etentje met een Zeeuwse inslag:   

In rode wijn gestoofd peertje met Zeeuws babbelaarijs en karamelsaus 

1 kilo kleine stoofpeertjes
0,5 liter rode wijn
2 kardemompeulen
2 kruidnagels
1 cm verse gember in plakjes
snufje kaneelpoeder
2 eetlepels kristalsuiker
1 liter vanille roomijs
70 gram boterbabbelaars
80 ml houdbare slagroom
25  gram boterbabbelaars 
Zet het eerst de stoofpeertjes op: met de snelkookpan 20 minuten gaartijd, met gewone pan 2 uur. Schil de stoofpeertjes vanaf het steeltje naar beneden. Snij op het laatst het kontje recht af zodat ze goed rechtop in de pan kunnen staan. Zet de geschilde peertjes rechtop in de pan en schenk hier de wijn bij. Voeg de kruiden en suiker toe en eventueel nog wat water zodat de peertjes grotendeels bedekt zijn met het vocht. Zet de snelkookpan op stand 1 en stoof de peertjes 20 minuten. Zet dan de pan uit en laat de peertjes afkoelen in de pan. Bij het gebruik van een gewone pan: breng het vocht aan de kook en zet dan het vuur laag. Laat de peertjes ca. 2 uur stoven: af en toe even kijken.
Haal (goede kwaliteit!) vanille-roomijs uit de vriezer en laat zacht worden. Doe ondertussen de babbelaars in een plastic zakje en sla ze kapot met een hamer of ander zwaar voorwerp. Meng het babbelaargruis door de zachte vanille-roomijs en zet weer in de vriezer tot 10 minuten voor serveren.
Verwarm de houdbare slagroom en laat hier de boterbabbelaars in smelten onder goed roeren. Laat een beetje afkoelen alvorens het serveren: de saus dikt dan nog ietsje in.
Zet een peertje op een bordje, schenk hier eventueel nog een beetje van de ingedikte wijnsaus over. Schenk met een lepeltje een mooi patroon van de karamelsaus op het bord naast het peertje en leg hier twee bolletjes ijs op.
* Het babbelaarblikje op de foto ligt daar voor de sier. Naast het bord ligt nog een ambachtelijk gemaakte  boterbabbelaar: deze zijn wat groter en onregelmatiger dan uit de blikjes.  

Amandelcakejes met kokos

glutenvrije amandelcakejes kokos
glutenvrije amandelcakejes met kokos

Sinds een week vallen er weer regelmatig amandelen uit onze twee amandelbomen. In de bijkeuken staat een kratje klaar om de amandelen in te doen zodat ze kunnen drogen. Dat duurt enkele weken en dan kunnen we ze gaan kraken en eten. Van de vorige amandeloogsten heb ik ondertussen veel lekkers gemaakt, zoals bijvoorbeeld de amlou, een amandel-honingpasta voor op brood of op de pannenkoek. Ook gekruid en geroosterd zijn de amandelen erg lekker.

Ze zijn ook goed tot amandelmeel te vermalen. Dan moet je ze eerst ontvellen. Dit doe je door de amandelen in een bakje kokend heet water te dompelen en dan het bruine schilletje er af te trekken. In de blender maal je ze vervolgens binnen enkele seconden tot een fijn meel.

Deze amandelcakejes zijn gemaakt van bij de toko gekocht amandelmeel. Ze zijn glutenvrij. Door de toevoeging van gemalen kokos zijn ze naar mijn mening iets luchtiger dan zonder. Lastig om van af te blijven, deze:

Amandelcakejes met kokos

200 gram amandelmeel
100 gram gesmolten boter
100 gram suiker
1 tl bakpoeder
2 el gemalen kokos
2 eieren
mespuntje zout

Verwarm de oven voor op 180 C. Vermeng het amandelmeel met de suiker en het bakpoeder. Voeg dan de gesmolten boter toe en 2 eieren. Roer alles goed door elkaar en voeg op het laatst de gemalen kokos en zout toe. Roer alles nog even goed door. Doe een volle eetlepel (eetlepel met kop) in elk papieren vormpje. Je haalt ongeveer 16 cakejes uit het beslag. Baktijd 15-20 minuten, in het midden van de oven.

Basisrecept van: Gezond leven van Jacoline

de amandelen eind september 

Zelfgemaakte Chai Tea Latte Vanilla Honey

zelf gemaakte chai tea latte honey

Deze zomer heb ik voor het eerst Chai Tea Latte gedronken. Heel Nederland zit er ondertussen al lang aan. Ik moest echter bij Chai Tea Latte aan een Engels kopje thee met melk denken. Niet lekker. Het heeft even geduurd voordat ik mij over de weerzin heen kon zetten. Op een bloedhete dag zag ik het opeens op een drankmenukaart staan. Ik heb het toen toch besteld, ook al was het een dag voor een ijskoude limonade. Het oordeel: erg zoet maar verrassend lekker.

Thuis, achter de computer, ging ik op zoek naar een online-winkel met Chai Tea Latte-mix en schrok erg van de prijzen. Dat moest anders kunnen. Zelf maken dus. Enkele buitenlandse blogsites afgestruind en ook enkele Nederlandse receptensites tegen gekomen. Daar is de onderstaande basismix uitgekomen en mijn aanpassing voor de “Vanilla Honey”-versie. Ik kan je garanderen: het smaakt precies hetzelfde als op het terras en je maakt het voor een habbekrats, heel eenvoudig.

Chai Tea Latte Vanilla Honey

1 kardemom-peul*

1/4 tl kaneel
1 kruidnagel
1/4 tl gedroogde gember
1 peperkorrel gekneusd
2 tl zwarte thee (bv. ceylon)

2 kopjes melk
2 tl honing
3 druppels vanille-essence **

Doe de kruiden en zwarte thee in een bakje/vijzelbakje en kneus de kardemompeul, kruidnagel en peperkorrel goed ***. Doe twee bekers melk in een pannetje. Doe vervolgens de kruiden en thee in een thee-ei (of gooi ze los in de melk en gooi de melk straks door een thee-zeefje). Laat langzaam aan de kook komen en laat 5 minuten zachtjes doorkoken. Roer ondertussen de melk met een garde anders vormt de melk een laagje aan de bodem en dat kan dan verbranden. Voeg enkele druppel vanille-essence toe of een mespuntje verse vanille. Haal na 5 minuten het thee-ei uit de melk en verdeel de melk over 2 bekers of zeef eerst even met behulp van een thee-zeefje. Roer er bij elke beker een volle theelepel honing door.

* Bij de toko, ook lekker in de curry
** Bij de bakspullen in de supermarkt
*** Je kunt ook enkele porties maken en in een bakje bewaren

Vlierbessen-bramenjam

jam vlierbessen bramen

Ik maak sinds een paar jaar zelf jam. Er kan weinig misgaan mits je niet al te eigenwijs bent en het recept (redelijk) volgt. Bij mijn eerste vlierbessenjam dacht ik snel een pitloze jam te krijgen door eerst de vlierbessen in mijn sapcentrifuge te doen. Denkfout, want wat overbleef was een dun vlierbessensapje dat niet meer tot jam wilde vormen.

Waar het nog meer kan misgaan, is bij het opleuken van de jam met bijvoorbeeld likeurtjes, whisky, port e.d.. Vooral als je jam bij het ontbijt eet, is een jam met dranklucht en -smaak niet aantrekkelijk (heb ik ondervonden). Pepers daarentegen kunnen wel weer een leuk pittigje meegeven. Citroen en ander citrusfruit ook. Ik ben zelf niet zo dol op kaneel in de jam. Jam moet van mij vooral naar fruit smaken.

Deze vlierbessenjam is mijn beste vlierbessenjam tot nu toe doordat ik nauwelijks ben afgeweken van het recept* en door de toevoeging van een deel bramen **.

Vlierbessen-bramenjam

900 gram vlierbessen
300 gram bramen
1 kilo geleisuiker
3 eetlepels citroensap

Zet de geplukte bramen en de vlierbesschermen met de besjes een tijdje onder water zodat eventuele aanwezige beestjes naar boven komen drijven. Spoel nog een keer om. Haal voorzichtig de vlierbesjes van de schermen. Haal de groene en rode besje er uit. Deze zijn nog niet rijp en licht giftig. De besjes kan je met een vork of met de hand er af halen. Doe ze in een vergiet. Spoel nog een keertje om en doe de bessen in een hoge pan. Spoel de bramen nog een keer om en voeg toe aan de vlierbessen. Doe er een half kopje water bij en zet de pan op middelhoog vuur. Laat 20 minuten zachtjes koken. Pak dan een schone pan met roerzeef er op. Doe de vruchtenmassa beetje bij beetje in de roerzeef en rol de vruchtenmoes door de zeef heen. Doe de gezeefde vruchtenmoes in een maatbeker. Je hebt als het goed is zo’n liter moes. Doe dit terug in de pan en voeg een kilo suiker toe en de citroensap. Indien je minder vocht hebt, verminder dan de suiker evenredig (900 ml vocht = 900 gram suiker). Breng het geheel aan de kook en kijk af en toe of het al op jam gaat lijken. Bij mij was het na 10 minuten zo ver. Doe voor de zekerheid een lepeltje van de warme jam op een koud bordje en bekijk of de jam genoeg gebonden is. Doe de inhoud in uitgekookte potjes, sluit goed af en zet ze ondersteboven te koelen.

Bron: www.vlierbessen.nl / www.marline.nl

* Niet gedaan: “roer de jam met een houten lepel “: waarom staat dat in veel jamrecepten ?, en naar verhouding minder bramen gebruikt.
** Wordt de jam net ietsje zoeter door.

Citroenmelissesiroop

citroenmelissesiroop
Citroenmelisselimonade van siroop

Nederland zucht onder een hittegolf. Het is dorstig weer. Fijn om dan een fles citroenmelissesiroop in de koelkast te hebben staan. Het recept voor deze siroop komt van het blog  Ona Pona’s keukenavonturen. Ik had er al eerder een keer naar gekeken en op het punt gestaan te maken.

Bij de foodblogswap kreeg ik haar blog toegewezen. Dat was het duwtje om echt aan de gang te gaan met het recept. Het maken van de siroop was heel eenvoudig en het resultaat is en ruikt ook heerlijk. Iedereen hier in huis was prettig verrast. Ik heb er nu limonade van gemaakt met bruiswater. Ik ga er denk ik ook een keer ijsjes van maken.

Citroenmelissesiroop

750 gr suiker
2 biologische citroenen
twee cups (maatbeker tot 500ml vullen) vol verse citroenmelisseblaadjes

Rasp de schil van de citroenen en pers ze vervolgens uit. Doe het citroensap in een maatbeker en vul verder aan met water tot je een liter vloeistof hebt. Doe dit in een pannetje met de suiker, de geraspte citroenschil en de citroenmelisseblaadjes. Breng aan de kook, roer goed door tot alle suiker is opgelost, en laat vervolgens nog zo’n vijf minuten door pruttelen. Haal van het vuur af en laat een nachtje staan. Filter je siroop met een theedoek, koffiefilter of theezeefje en vul hiermee je gesteriliseerde flessen. Als je de siroop onmiddellijk gebruikt, kan je hem nu in de koelkast zetten, en anders moet je de flessen gedurende 10 minuten wecken, zodat ze langer houdbaar zijn.

Rozengelei met rode peper

rozengelei

Een rozengelei van de rozenstruiken uit de eigen achtertuin vind ik erg bijzonder. Toen we ons huis hier in Zeeland kochten, stond het al vol met verschillende soorten rozen: op stam, struiken, klimrozen, pioenrozen: het was er allemaal. Ook zijn bijna alle kleuren vertegenwoordigd. We hebben ondertussen veel van de bestaande beplanting vervangen, maar van de rozen blijven we af.

Door eventjes een rode peper mee te koken is de rozengelei net iets pittiger van smaak. De smaak lijkt erg op rozenbotteljam, de kleur ook *. De gelei is erg lekker op brood maar ook lekker bij een kaasplankje als nagerecht. 

Het rode pepertje is nog van de peperoogst van vorig jaar. De verse pepers die je niet gelijk kunt gebruiken doe je gewoon in een schaal, het liefst een schaal waar nog wat lucht door heen kan komen. De pepers drogen dan bij kamertemperatuur zonder te bederven.

Rozengelei met rode peper

Voor 2 potjes rozengelei:

– de blaadjes van 5 rode rozen
– 250 ml appelsap
– 200 ml water
– 1 (gedroogde) rode peper
– 400 gram geleisuiker
– 2 eetlepels citroensap

Haal de blaadjes van de roosknoppen en was ze met water. Laat goed uitdruppen. Verwarm dan de appelsap en kook hier de blaadjes even in. Laat dan afkoelen. Zet het afgekoelde mengsel in de koelkast en laat het minstens 12 uur staan. Doe het mengsel dan door een zeef in een pannetje, gooi de achtergebleven rozenblaadjes weg en voeg water toe. Voeg dan de geleisuiker toe en laat het een klein uur pruttelen. Check af en toe de dikte door een lepeltje van de warme gelei op een koud bordje te gieten. Krijgt het een gelei-achtige massa, voeg dan de hele rode peper toe en laat nog 10 minuten zachtjes meekoken. Haal dan de peper uit de gelei en giet de hete gelei in goed schoongemaakte potjes.

* En het ruikt ook nog eens heerlijk!!!!

Knapperige mueslikoekjes met honing en kokos

mueslikoekjes

Knapperige, crunchy koekjes. Ik ben geen koekjeseter maar hier word ik blij van. Dit is een perfect koekje voor bij de koffie, na een lekkere pittige oosterse maaltijd bijvoorbeeld. De kinderen hadden overigens de helft van de koekjes ’s middags al naar binnen gewerkt. Ondanks het feit dat er kokos in zat (lusten ze allebei zogenaamd niet) en ik heb maar niet verteld dat er de ontbijt-muesli in zat (was misschien geen probleem maar je weet maar nooit).

De ontbijt-muesli lag al een tijdje onaangeroerd bij ons in de kast. Niemand ontbijt er nog mee. Het is zonde om straks weg te gooien. Ik kan mij voorstellen dat er nog lekkere toetjes mee te maken zijn, een crumble bijvoorbeeld. Op zoek naar goede tips wat ik er nog mee kon doen, kwam ik dit recept tegen. 

Mueslikoekjes met honing en kokos

90 gram muesli (of cruesli/ontbijtgranen)
60 gram boter
55 gram rietsuiker
1 eetlepel honing
45 gram zelfrijzend bakmeel
1 eetlepel gedroogde kokos

Verhit de oven voor op 160 C. Doe de boter in een pannetje en voeg de suiker en honing toe. Laat de boter op een zacht vuurtje smelten onder voortdurend roeren. Zet dan het vuur uit en voeg beetje bij beetje het bakmeel toe. Roer vervolgens de kokos en de muesli door het mengsel. Beleg een bakplaat met bakpapier. Maak zo’n 12 bergjes van het deeg en maak ze ca. een halve centimeter hoog met behulp van de achterkant van je lepel. Zorg ervoor dat er minimaal 3 centimeter ruimte is tussen de koekjes omdat ze ook nog in omtrek groter worden. Bak de koekjes in 15 minuten gaar en bruin. Laat ze nog 15 minuten afkoelen voordat je ze eet.

Bron: www.yummyinmytummy.nl