Wildpaté zelf maken

Mijn kooklijstje wordt steeds kleiner maar er staat nog steeds genoeg op. Een item op het lijstje was zelf mayonaise maken. Ik had altijd een vrees voor zelfgemaakte mayonaise omdat daar een rauw ei in gaat. Een paar weken geleden schafte ik het boek “Sous vide thuis” aan en ontdekte daar het recept voor Mayonaise zonder risico. Door de eieren twee uur sous vide op 57 C te koken, behouden ze de “rauwe” structuur maar zijn ze gepasteuriseerd. Inmiddels ben ik al twee potten zelfgemaakte mayonaise verder, en staat een nieuwe portie op de agenda.

Zelf paté maken staat ook al jaren op mijn lijstje. Met het aankomende kerstdiner in het achterhoofd ben ik daarom vorig weekend eens aan de slag gegaan. Uit de vriezer haalde ik een ganzenborst en hazenrug want het moest een wildpaté worden. Deze heb ik een nacht in rode wijn en port gemarineerd en de volgende dag grof gemalen. Om de wildpaté lekker smeuïg te maken, gaat er ook nog zeer fijn gemalen vet spek en lever in. De paté gaat daarna een paar uurtjes op lage temperatuur de oven in. Ik heb gemerkt dat de smaak van de paté daarna zich nog ontwikkelt dus maak het liefst de paté twee dagen voordat je het gaat serveren: dan is de paté op zijn lekkerst.

Wildpaté

300 gram wild (150 gram ganzenborst + 150 gram hazenrug)
1 glas rode wijn
1 glas rode port
10 jeneverbessen
1 laurierblaadje
200 gram vet spek
150 gram lever (varkens/kalf)
1 ei
25 gram bloem
8 gram zout
evt dunne plakken spek
vers gemalen peper

Doe het wild in een sluitzak en voeg hier de wijn, port, jeneverbessen en laurier aan toe. Laat een nacht marineren. Haal het vlees uit de marinade. Zeef de marinade en laat de marinade vervolgens inkoken tot twee eetlepels vocht. Snij het wildvlees in blokjes en vermaal grof met de keukenmachine. Doe in een schaal. Doe de lever in blokjes in de keukenmachine en pureer. Voeg dit toe aan het wildvlees. Doe hetzelfde met het vet spek en meng alles goed door elkaar. Voeg de bloem toe en meng dit er door. Klop een eitje los en meng dit er eveneens door. Maak alles op smaak met het zout en vers gemalen peper naar smaak. Meng tot slot de enigszins afgekoelde ingekookte marinade toe en stort alles in een ingevette paté of cakevorm. Je kan voor een feestelijk effect ook nog de vorm eerst bekleden met repen spek, die je vervolgens nog over het paté mengsel heen legt voordat de vorm in de oven gaat. Bak de paté in circa twee uur op 80 C in het midden van de oven. Serveer met (cranberry) compote, uienmarmelade of een chutney.

Kerst bijgerechten

Meestal ben je er bij het plannen van het kerstdiner al snel uit wat het hoofdgerecht gaat worden. Met de kerstdagen gaan meer mensen voor een luxer stukje vlees, zoals hertenbiefstuk of varkenshaas of kies je voor een lekkere stoverij zoals hazenpeper. Het kiezen van het bijgerecht wordt al een stuk lastiger. Ik heb een aantal ideeën op een rij gezet.

Iets van aardappel is altijd een fijn bijgerecht. Je kan gaan voor kant en klare aardappelprodukten maar vers is toch het lekkerst. Smeuïge aardappelpuree met een korstje doet het altijd goed maar je kan deze net iets specialer maken door er boterraap aan toe te voegen: puree van aardappel en boterraap. De aardappelpuree wordt ook spannender door er laagjes zuurkool en repen katenspek of spekjes aan toe te voegen. Lekker bij wild en makkelijk is deze: zuurkoolschotel. Door aan aardappelpuree aardpeer toe te voegen krijg je een heerlijke licht nootachtige smaak aan de puree. Wil je nog een stapje extra zetten, maak dan een dag van tevoren deze aardappel-aardpeer kroketjes en frituur ze op de dag zelf in vier minuten mooi goudbruin.

Aardpeer is een goede vervanger van aardappel. Een aardappelgratin kan er lang over doen om gaar te worden. Het voordeel van een aardpeergratin is dat het korter in de oven kan en lekker sappig blijft. Bij deze aardpeergratin wordt de aardpeer in roomsaus gegaard en krijgt een lekker korstje. Past bij het hoofdgerecht een iets zoeter bijgerecht van aardappel dan is deze rosti van pompoen en aardappel een idee. Medeblogger Brenda maakte hier rostirondjes van en dat staat natuurlijk nog veel feestelijker op tafel. De saus uit het recept is overigens niet noodzakelijk: alleen de rosti is al lekker genoeg.

Een ander feestelijk aardappel-bijgerecht is de Hasselback-aardappel: de aardappel wordt om de twee millimeter ingesneden en daarover wordt boter met kruiden gegoten en in de oven gegaard. Hier zijn veel recepten op internet van te vinden. Een origineel alternatief voor aardappelpuree (en lekker bij wild) is polenta. Je kan eventueel nog van tevoren polenta maken en dan de volgende dag in de oven krokant bakken en in stukjes serveren.

Vergeten groente doet het ook altijd goed bij kerst en gerechten als gebakken spruitjes of gestoofde rode kool. In plaats van de rode kool te stoven, kan deze ook eens als een salade worden geserveerd: rode coleslaw. Sperzieboon-spekrolletjes zijn kant-en-klaar te koop bij de feestdagen maar het is een kleine moeite om deze zelf te maken en dan kan je ze ook naar eigen smaak kruiden. Lekker en feestelijk, is een bijgerecht van sperziebonen met mango. Het klinkt heel apart maar smaakt geweldig bij een varkenshaasje.

Stoofpeertjes of appelmoes waren vroeger een vast onderdeel van het kerstdiner en nog steeds vind ik het bij kerst horen. De stoofpeertjes kan je op de klassieke manier klaarmaken met rode wijn of perensuiker. Wil je een keer mooie roze stoofpeertjes op tafel: stoofpeertjes met cranberrysiroop. 

Tot slot zijn er nog de hartige taarten in alle vormen en maten om als bijgerecht te serveren. Deze aspergetaart is heerlijk en komt uit het boek van Marleen van Es “Oogst”. Ik heb deze taart destijds met witte asperges gemaakt maar het originele recept is met groene asperges en daar is het natuurlijk nu meer de tijd voor.

Iedereen veel voorbereidingsplezier!

Kroket van aardappel en aardpeer

Bij dit blog over aardappel-aardpeerkroketjes gaat het meer om ervaring delen dan om het delen van een origineel culinair recept.  De ingrediëntenlijst is niet zo lang. Je hoeft namelijk niet veel te sleutelen aan de smaak want die is door de toevoeging van aardpeer al geweldig. Bij dit recept is de verhouding tussen de hoeveelheid aardappel en de aardpeer belangrijk. Aardpeer bevat namelijk veel vocht en met toevoeging van teveel aardpeer krijg je een waterige puree.

Daarnaast vroeg ik mij van tevoren af of ik nog iets extra’s moest toevoegen om de puree steviger te maken voor het vormen van de kroketjes. Ik zag namelijk een recept (het enigste dat ik kon vinden) met kroketfix als ingrediënt, eventueel te vervangen door maizena. Ik heb het gelaten bij het toevoegen van een eierdooier. Nadat de puree goed was afgekoeld, kon ik er makkelijk kroketjes van vormen. Het resultaat zijn heerlijke aardappelkroketjes die licht nootachtig smaken door de aardpeer. Lekker bij ongeveer alles, maar aan te raden bij wildgerechten.

Kroket van aardappel en aardpeer

1 kilo kruimige aardappelen
4 aardperen (middelgroot)
1 eidooier
2 eieren
paneermeel
zout, peper

Schil en kook de aardappelen samen met de aardperen in 20 minuten gaar. Druk ze door een pureepers voor het beste resultaat of stamp ze goed fijn. Maak op smaak met zout en peper en roer er een eierdooier door. Stort de puree in een (platte) schaal en laat een nachtje of in ieder geval een paar uur goed opstijven in de koelkast. Klop 2 eieren met zout en peper los in een schaal en stort een flinke laag paneermeel op een plat bord. Vorm kroketjes van de puree (makkelijk is om de puree al in de schaal een beetje voor te snijden zodat je alleen nog maar de kroketjes een beetje rond hoeft te maken) en haal ze eerst door het ei en dan door de paneermeel. Genoeg voor ca. 30 kroketjes. Verhit de frituurpan tot 185C en frituur de (ontdooide) kroketjes in porties van 8 kroketjes in circa vier minuten goudbruin. Bevroren zal een paar minuutjes extra kosten.

Maissoep met rivierkreeftjes

We zijn nu de laatste groente uit de moestuin aan het trekken. Eergisteren heb ik de maiskolven geoogst. Ze zijn ondermaats gebleven maar hebben wel die geweldige suikermais-smaak. Overigens, om te weten of de maiskolven rijp/eetbaar zijn prik je met een mes in een maiskorrel. Als er melkachtig vocht uit komt, dan is de maiskolf goed. Een gedeelte van de oogst is na het koken al verdwenen als snack, een ander gedeelte is in de Tropische kipschotel terecht gekomen en 6 kolven (zo’n 2 “volwassen” kolven) in de soep.

Ik heb een Amerikaans recept als basis genomen. De garnalen heb ik vervangen door rivierkreeftjes en het blik tomatenstukjes door verse tomaat. Verder kon ik het ook niet laten om nog een scheut witte wijn toe te voegen en nog wat room (stond toch nog open in de koelkast). Ook heb ik de soep zelf nog even tussendoor gepureerd en gezeefd want ik had geen trek in een soep vol met maiskorrels. Door de rivierkreeftjes is het een feestelijk soepje geworden en geschikt om gasten te verwennen met een bijzonder soepje.

Maissoep met rivierkreeftjes

2 maiskolven
1 liter groentebouillon
1 ui
1 teen knoflook
2 tomaten
1 (jalapeno) peper
scheut witte wijn
scheut room
peper
100 gram gepelde rivierkreeftjes
verse peterselie

Voor een licht gebonden soep:
20 gram boter
1 eetlepel bloem

Verwijder de bladeren en de draden van de kolf. Kook de maiskolven in de groentebouillon gaar in circa 15 tot 20 minuten. Haal ze uit de bouillon en laat ze even afkoelen op een snijbord. Bewaar de bouillon. Snij dan met een mes de korrels van de kolven. Verhit in een pannetje wat boter of olie. Bak hier de gesnipperde ui en knoflook in aan en voeg daarna nog even de maiskorrels toe. Doe dan alles in de bouillon en pureer de soep met een staafmixer. Voor een gladde soep: zeef de soep zodat de schilletjes achterblijven. Laat dan opnieuw aan de kook komen. Verwijder van twee tomaten het velletje en de vochtlijsten. Snij het vruchtvlees in stukjes en doe in de soep. Voeg superfijn gesneden jalapeno of Spaanse peper toe. Laat even doorkoken. Voor een licht gebonden soep: verhit in een pannetje de 20 gram boter en voeg de bloem toe als het gesmolten is. Roer totdat het iets gebakken is en voeg dan wat vocht van de soep toe tot een dikke saus ontstaat. Voeg dit bij de rest van de soep. Doe nog een scheut witte wijn en een scheut room er bij naar smaak. Dien op met gepelde rivierkreeftjes en wat verse peterselie.

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Uiensambal

Meestal blijven de Spaanse pepers in de moestuinkas in grootte achter bij exemplaren in de winkel. Dit jaar werden ze opeens veel groter maar bleven ze groen. Ik heb ze in de vensterbank van de keuken gelegd in de hoop dat ze nog een beetje bij zouden kleuren. Groen zijn Spaanse pepers overigens ook eetbaar maar minder pittig. Op een gegeven moment heb ik besloten ze toch maar te gaan verwerken, ook al waren ze niet allemaal rood geworden.

En dan is het de vraag, wat ga je doen met de pepers. Je kan ze natuurlijk invriezen maar het is veel leuker om er een saus mee te maken. Zo heb ik al een keer sambal manis, tabasco-saus en pittige tacosaus gemaakt. Toen mijn blik viel op de te drogen liggende uien, ben ik op het internet gaan zoeken naar een saus waar ik en de uien en de pepers kwijt kon. Ik kwam uit bij het recept voor sambal bawang oftewel uiensambal. Hoe het resultaat smaakt? Als hele pittige geconcentreerde uiensoep. Je kan met deze saus de boterham kaas of worst een lekkere oppepper geven of gewoon een lepeltje door de sperziebonen roeren voor sambalboontjes.

Uiensambal

6 spaanse pepers
4 uien
3 teentjes knoflook
1 el palmsuiker (gula jawa)
1 tl tamarinde-pasta (asem)
2 el water
2 el olie
zout naar smaak

Bereiding:
Halveer de pepers en verwijder de zaadlijsten. Snijd de uien en de knoflook fijn. Maal of wrijf de pepers, uien, suiker fijn en verhit in een bakpan olie. Fruit de pasta 3 minuten aan in de olie. Meng de tamarinde met het water en voeg dit toe. Laat het zachtjes stoven totdat de olie bovendrijft. Doe in een potje. Een fijne saus om bij een kaasplankje of worst te serveren of lekker op een cracker kaas.

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Oesters van de barbecue met wilde knoflook (daslook)

In September en Oktober zijn er nog genoeg mooie dagen om eens lekker uit te gaan waaien op het strand. Het Noordzeestrand is voor ons een half uur rijden met de auto. Dichterbij zijn er de Oosterscheldestrandjes.  Bonus bij deze strandjes, is dat je bij laag water oesters kan rapen. Daarnaast is het leuk om de zeilboten in en uit de haven te zien varen. Wij gaan vaak naar de strandjes bij Wemeldinge.

Een paar weken geleden was het tij precies goed om wat wilde oestertjes mee te kunnen nemen. Aangezien we ’s avonds de barbecue nog eens een keertje op wilden stoken, gingen er daar een paar op als hapje vooraf. De oesters gaan in de diepe kant van de schelp, met het vocht er nog bij op het rooster. Op een gegeven moment gaat dit vocht borrelen en giet je er een beetje van de gesmolten, gekruide boter bij. Daarna moeten ze gelijk van de grill, anders zijn de oesters niet meer lekker mals.

Oesters van de barbecue met daslook

8 rauwe oesters
daslook of knoflook*
25 gram roomboter
tabasco
evt. citroensap

Open de oesters. Giet niet het vocht weg. Leg de oesters met de bolle kant van de schelp op het rooster en wacht tot het vocht gaat koken. Smelt vooraf de roomboter in de magnetron of in een pannetje en voeg hier snippers daslook en wat tabasco aan toe. Giet als het vocht van de oesters gaat borrelen wat van de boter bij de oesters en serveer. Besprenkel eventueel met nog wat citroensap.

*Daslook wordt ook wel wilde knoflook genoemd en smaakt en ruikt dan ook naar knoflook. Buiten het seizoen kan je vlokjes gedroogde daslook gebruiken.

wemeldinge

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Hartige poffert met gerookte spekjes, ui en courgette

Ik dacht dat ik een leuke puddingvorm op de kop had getikt. Ik vond hem in de koopjeshoek bij de Intratuin. Het aparte aan de vorm was dat er nog een deksel op zat met een ringetje. Thuis ging ik eens even kijken waar die deksel voor zou kunnen dienen. Toen bleek dat ik een poffertvorm had gekocht. Een poffert is een Gronings broodachtig boerengerecht. In andere delen van het land heet het ook wel ketelkoek of broeder. In een poffert gaan meestal krenten en rozijnen, melk en eieren. Het beslag lijkt een beetje op pannenkoekbeslag maar moet wel rijzen.

Al verder zoekend, zag ik op het internet ook hartige varianten. Natuurlijk had ik weer wat courgette’s liggen en een berg uien uit de moestuin. Samen met huttenkase die over tijd dreigde te gaan, zag ik daar wel een smakelijke hartige poffert in. Het was een succes deze hartige poffert. De volgende dag heb ik het restant nog in plakken opgebakken in de pan. Dat was zo mogelijk nog lekkerder. Ideaal voor het verwerken van wat restanten want met het basisdeeg kan je veel kanten op. Deze versie in ieder geval van harte aanbevolen:

Hartige poffert met spekjes, courgette en ui

Ingrediënten voor een kleine poffertpan:

250 gr zelfrijzend bakmeel (of zoveel bloem plus 1 tl bakpoeder)
200 gram huttenkase*
125  ml melk*
2 eieren
beetje zout
1 kleine courgette of een halve, zonder zaadlijst
125 gr gerookte spekblokjes
klein uitje
teentje knoflook
peper naar smaak
50 gr geraspte kaas*
Verse peper

Zet een pannetje op laag vuur, en bak de spekjes bruin. Snij de ui, knoflook en courgette fijn. Bak de ui, knoflook en courgette ook nog even mee. Kook water in de waterkoker.
Meng de bloem met de huttenkase, melk, zout en de eieren tot een glad beslag.
Beboter de poffertpan met een dun laagje boter en bestrooi eventueel met een beetje paneermeel. Zo voorkom je dat alles in het pannetje blijft plakken.
Het paneermeel veeg je zo van de poffert af als hij klaar is.
Vervolgens voeg je de spekjes, uitjes met knoflook, (peper)  en de geraspte kaas aan het beslag toe. Voorzichtig mengen.
Giet het beslag in de poffertpan, deksel op de poffertpan dicht maken, zet de poffert in een ruime pan en giet het kokend water tot ongeveer een centimeter onder de deksel van de poffertpan. Doe dan nog een deksel op de grote pan en zet het op een zacht vuur.  Zonder de deksel verdampt het water, en zal de poffert niet gaar worden. Dan rustig 2 uur laten pruttelen. Hangt een beetje van de grootte af.

  • basisbeslag bevat: 250 ml melk en 100 gram kaas. Dit heb ik dus vervangen door huttenkase, melk en kaas.

Bewaren

Bewaren

Bewaren

“Beef & ale” runderstoofpot

Het begon met een potje Liebig vleesextract. Dit werd aangeschaft nadat een topchef dit op televisie had aangeprezen als een fantastische smaakmaker. Sindsdien testen wij geregeld ook andere merken vleesextract. In Engeland kan je Bovril kopen. Dit is een potje vlees/gistextract. Het wordt gebruikt om een kopje drinkbouillon mee te maken of als smaakmaker in de saus. Tijdens een vakantie in Cornwall werd ons verzekerd dat je er ook stoofpotten heel lekker mee maakt.

Daarom heb ik dit keer eens een stoofpotje met Bovril en andere Britse ingrediënten gemaakt, geïnspireerd op de Britse “steak and ale” stoverij. Deze stoverij gaat in de typische Britse pie’s maar is ook vulling van de Cornish pasty. Cornish pasty is een dikke deegflap met vooral hartige vulling. Het verhaal achter deze Cornish pasty is dat de mijnwerkers op deze manier eenvoudig hun lunch uit het handje konden eten. De ‘beef and ale” variant bevat ook nog veel aardappel. Wij hebben de stoverij gewoon lekker van het bord samen met gekookte aardappel en boontjes gegeten.

Beef and ale runderstoofpot

800 gram runderstooflappen (riblappen)
2 uien
2 wortels
1 a 2 stengels bleekselderij
3 takjes tijm
2 laurierblaadjes
4 theelepels Bovril of 300 ml runderbouillon
scheut (malt) azijn
flinke scheut Worcestershiresaus
150 ml ale (india pale ale) of bier naar keuze
zout, peper
olie
evt maizena

Snij de runderlappen in blokjes en braad ze aan in de hete olie. Voeg hier de fijn gesneden ui aan toe en bak dit even mee. Voeg dan woretl en bleekselderij toe. Bak alles even door en doe dan in de slowcooker of braadpan. Voeg hier water aan toe tot het onder staat en de Bovril. Mocht je geen Bovril gebruiken, voeg dan in plaats daarvan 3 dl runderbouillon toe. Doe de tijm, laurier, azijn, Worcestershiresaus, bier/ale, zout en peper in de pan. Laat alles stoven (slowcooker op 90 C of high) totdat het vlees uit elkaar valt. Laat het vocht op het laatst eventueel nog een beetje inkoken door de deksel van de pan te halen en het vocht te laten ontsnappen. Bind eventueel de jus nog met maizena. Proef even en maak verder op smaak met zout en peper. Serveer met gekookte aardappelen en erwtjes of boontjes.

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Hartige courgettetaart met hüttenkäse en gerookte kaas

De recepten met courgette blijven komen. Deze courgettetaart vond een tafelgenoot de lekkerste hartige taart tot nu toe. Aan een zoete courgettetaart heb ik mij nog niet gewaagd. Op de een of andere manier trekt mij dat niet zo aan terwijl ik wel dol ben op worteltaart en op aardperencake. Dat is toch ook zoet groentegebak. Ik kan mij wel voorstellen dat courgette samen met citroen nog wel iets lekker zoets op kan leveren, dus dat ga ik misschien nog wel eens uitproberen.

Deze courgettetaart was in ieder geval een lekker bijgerecht. De hüttenkäse geeft het een lekkere frisse smaak mee en de gerookte kaas weer wat pit. Je kan in plaats van gerookte kaas ook een andere lekkere pittige kaas gebruiken, zoals oude Goudse of Mature Cheddar. De bodem en zijkanten maak ik meestal van pate brisee-deeg. Als ik in België of Frankrijk ben, neem ik deze kant-en-klaar uit het koelvak mee. Deze keer heb ik de nieuwe toevoeging aan het assortiment van Tante Fanny gebruikt: een rol hartige taart deeg uit de koeling. Deze lap deeg heeft precies de maat van een quiche-vorm en zo heb je dus supersnel een hartige taart op tafel.

Hartige Courgettetaart met Hüttenkäse en gerookte kaas

hartige taart deeg (pate brisee)*
2 kleine courgette’s, in kleine blokjes
2 sjalotten
100 gram hüttenkäse (oftewel cottage cheese)
flinke scheut melk
50-75 gram geraspte gerookte kaas
4 eieren
zout, peper
bos verse peterselie, fijn gesneden
paneermeel
olijfolie

Verwarm de oven voor op 180 C heteluchtoven of 200 C conventioneel. Fruit twee fijn gesneden sjalotjes even aan in olijfolie en voeg daar de fijn gesneden courgette aan toe. Kruid met zout en peper en zet het vuur uit. Klop in een kom vier eieren los en voeg hier een flinke scheut melk aan toe, de hüttenkäse en de gerookte kaas. Meng alles goed door elkaar. Maak op smaak met zout en peper en de verse peterselie. Leg het deeg in de quiche-vorm en prik dit op enkele punten in. Bestrooi de bodem met paneermeel (dunne laag). Het paneermeel zuigt tijdens het bakken het vocht op zodat de bodem niet te nat wordt. Verdeel hier de blokjes courgette en sjalot over (zonder het bakvocht) en verdeel dan het ei-kaasmengsel er over. Zet de vorm in het midden van de oven en bak in ca. 35 minuten gaar.

  • Ik gebruikte kant en klaar deeg van Tante Fanny, nieuw in het koelvak. Ik kreeg deze om uit te testen. Het deeg smaakt iets anders dan de Franse en Belgische pate brisee (minder boterig) en is een goed alternatief voor als je geen tijd hebt om zelf deeg te maken.

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Viscurry

Ik maak regelmatig viscurry. Ik gebruik dan meestal kant-en-klare currypasta uit een potje of een zakje. Mijn favoriete merk currypasta kan ik echter nergens meer kopen. De currypasta van Patak vind ik te zoet.  Gisteren ben ik daarom in de kruidenkast gedoken en heb ik samen met wat verse ingrediënten zelf de currymix gemaakt. Het recept is gebaseerd op de “Keralan fish curry” van Jamie Oliver. Ik heb er zelf nog op het laatst wat garam masala toegevoegd en de koriander vervangen door bladpeterselie.

Ik heb ook de sjalotjes uit het recept vervangen door een platte gele ui uit de moestuin. De sjalotjes uit eigen tuin had ik niet meer thuis op voorraad. Onze moestuin ligt aan de andere kant van het dorp. Leuk is dat je vanaf de moestuin af en toe schepen van en naar Antwerpen ziet varen over de Westerschelde. Dit jaar had ik er voor het eerst sjalotjes geplant. Sjalotjes groeien in een soort kroonvorm: 1 plant-sjalotje levert 5 sjalotjes op. Dat wist ik niet en was dan ook erg verbaasd toen het resultaat zag.

We hebben in ieder geval genoten van deze curry. Ik ga voor de viscurry geen kant-en-klare currypasta meer kopen!

Viscurry

5 ons witte vis (kabeljauw of koolvis)
1 courgette
1 (gele) paprika
1 ui of 3 sjalotten
2 teentjes knoflook
2,5 cm stuk gember
1 verse rode peper
1 tl mosterdzaad
20 curryblaadjes
1 tl gemalen chilipeper
1 tl kurkuma
2 tl garam masala
1 blik kokosmelk (ca. 380 ml)
1 blik tomatenstukjes (400ml)
verse koriander of peterselie
zout
bakolie (bv kokosolie)

Verwarm in de pan de olie. Bak hier de mosterdzaadjes en curryblaadjes in tot de mosterdzaadjes gaan “ploppen”. Voeg dan de fijn gesneden sjalot, knoflook, gember en peper toe. Snij paprika en courgette in blokjes en bak deze ook mee. Voeg dan de inhoud van het blik tomatenstukjes en kokosmelk toe en de chili, kurkuma en garam masala en laat alles een kwartier pruttelen tot de saus dik en glanzend is geworden. Vis de curryblaadjes er uit. Snij dan de witvis in blokken van 2×2 cm en voeg toe aan de saus. Laat ca 6 minuten meestoven tot de vis gaar is en dien op met verse koriander of peterselie en rijst.

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren